Verlenging aanwijzing niet-handhaven in-situ stikstoftoepassing ter bescherming van cultureel erfgoed, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Datum: 16 december 2022

Geachte heer Van den Bos,

Musea met kwetsbare historische en hedendaagse collecties van onder andere schilderijen maken gebruik van in-situ stikstoftoepassing in behandelkamers, ook aangeduid als lage zuurstof kamers. Dit geldt onder andere voor het Collectie Centrum Nederland te Amersfoort, het gezamenlijke depot van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo, het Nederlands Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De techniek wordt toegepast om aantasting door insecten tegen te gaan.

In-situ stikstoftoepassing valt binnen de werkingssfeer van de Biocidenverordening, maar kan niet als biocide worden toegelaten omdat de werkzame stof in-situ stikstof niet is goedgekeurd en niet verdedigd wordt in het Europees werkprogramma voor stoffen onder de Biocidenverordening.

Vanwege het grote belang van in-situ stikstoftoepassing voor de museumwereld en het ontbreken van geschikte alternatieven, met name voor gevoelige collecties, heb ik op basis van artikel 55(3) van de Biocidenverordening de Europese Commissie gevraagd toe te staan dat ter bescherming van cultureel erfgoed voor in-situ stikstoftoepassing een nationale toelating mag worden verleend. Deze toestemming is door de Commissie verleend.

Voor de periode die gemoeid was met de aanvraag van deze toestemming van de Europese Commissie en vervolgens de toelating in Nederland door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), heeft mijn voorganger u per brief van 3 juli 2020 verzocht om, gelet op Aanwijzing 14 van de (Regeling vaststelling) Aanwijzingen inzake de rijkinspecties, bij een eventuele constatering van in-situ stikstoftoepassing ter bescherming van cultureel erfgoed door musea of in hun opdracht handelende instanties, geen handhavingsbesluit te nemen vanwege overtreding van het verbod van artikel 43 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

De termijn voor deze aanwijzing loopt af op 1 februari 2023. Er blijkt echter meer tijd nodig te zijn voor een toelatingsbesluit. Daarom verleng ik de termijn voor deze aanwijzing tot en met 31 december 2024. De verwachting is dat binnen deze periode de toelating is verleend.

Deze verlengde aanwijzing om af te zien van handhavingsbesluiten geldt tot het moment dat op basis van een positief advies van het Ctgb een toelating voor in-situ stikstoftoepassing is verleend, dan wel tot het moment dat het Ctgb de aanvraag om toelating heeft afgewezen.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven