Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 26 januari 2022, nr. 3774522, Directie Eigenaars advisering, houdende een eenmalige specifieke uitkering voor gemeenten in verband met de ondersteuning van de verplichte controle van coronatoegangsbewijzen bij voorzieningen en activiteiten (Regeling specifieke uitkering naleving controle coronatoegangsbewijzen 2022)

De Minister van Justitie en Veiligheid

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële Verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Minister:

Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel 2 Specifieke uitkering

De Minister kan op aanvraag aan een gemeente eenmalig een specifieke uitkering verstrekken als bijdrage in de kosten die gemaakt worden om ondersteuning te bieden bij of nabij voorzieningen of activiteiten die op grond van die Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 verplicht zijn om de coronatoegangsbewijzen te controleren en, onder omstandigheden, de toegang te ontzeggen en deze controle te bevorderen.

Artikel 3 Hoogte specifieke uitkering

De specifieke uitkering bedraagt ten hoogste het bedrag inclusief BTW, bij die gemeente opgenomen in de bijlage. Artikel 4:25, tweede en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag bevat in ieder geval:

    • a. de naam van de gemeente;

    • b. de hoogte van de aangevraagde specifieke uitkering;

    • c. het IBAN-nummer waarop het bedrag kan worden overgemaakt.

  • 2. De aanvraag ziet op de kosten die gemaakt zijn of gemaakt worden in de periode van 1 januari 2022 tot en met 26 maart 2022.

  • 3. De aanvraag wordt uiterlijk op 26 maart 2022 ingediend, met gebruikmaking van door de Minister ter beschikking gesteld digitaal aanvraagformulier.

Artikel 5 Verlening en bevoorschotting

  • 1. De Minister besluit over de aanvraag binnen dertien weken na ontvangst ervan.

  • 2. De Minister verstrekt een voorschot van 100% van de verleende specifieke uitkering.

Artikel 6 Voor vergoeding in aanmerking komende kosten

  • 1. De uitkering wordt alleen verstrekt ter bekostiging van de over de periode van 1 januari 2022 tot en met 26 maart 2022 door de gemeente of in overeenstemming met de gemeente gemaakte kosten inclusief btw, die bijdragen aan het doel, bedoeld in artikel 2.

  • 2. Op grond van deze regeling wordt geen uitkering verstrekt voor:

    • a. kosten voor activiteiten waarvan redelijkerwijs aangenomen moet worden dat deze geen bijdrage leveren aan het doel, bedoeld in artikel 2;

    • b. kosten voor activiteiten waarvoor reeds een specifieke uitkering of een andere financiële bijdrage door het Rijk is verstrekt;

    • c. voor de kosten van activiteiten waarvoor op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat, dan wel recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.

Artikel 7 Verantwoording

  • 1. De gemeente legt aan de Minister verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

  • 2. De gemeente voert alleen daadwerkelijk gemaakte kosten op voor de financiële verantwoording.

  • 3. Indien de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de Minister onvoldoende informatie bevat over de gedane uitgaven, stelt de Minister binnen acht weken na de ontvangst van die verantwoording de gemeente binnen een door hem gestelde termijn in de gelegenheid die verantwoording aan te vullen.

  • 4. De gemeenten nemen de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie in acht bij de besteding van de specifieke uitkering.

Artikel 8 Vaststelling en terugvordering

  • 1. De Minister stelt de uitkering vast binnen zesentwintig weken na ontvangst van de in artikel 7, eerste lid, genoemde verantwoording, respectievelijk van de in het derde lid van dat artikel genoemde aanvulling.

  • 2. De Minister stelt de uitkering overeenkomstig de verlening vast, tenzij:

    • a. de uitkering niet of niet volledig is besteed aan de kosten, bedoeld in artikel 6, eerste lid;

    • b. de gemeente waaraan de uitkering is verleend niet heeft voldaan aan de aan de uitkering verbonden verplichtingen;

    • c. de gemeente onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot een specifieke uitkering zou hebben geleid, of

    • d. de verlening van de uitkering onjuist was en de gemeente waaraan de uitkering is verleend dit wist of behoorde te weten.

  • 3. De Minister kan onverschuldigd betaalde bedragen terugvorderen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering controle naleving coronatoegangsbewijzen 2022.

De regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

BIJLAGE BEHOREND BIJ ARTIKEL 3

Gemeente per 1-1-2021

Inwoneraantal per 1-1-2021

Beschikkingsbedrag

’s-Gravenhage

548.320

€ 2.095.213

’s-Hertogenbosch

155.490

€ 594.151

Aa en Hunze

25.399

€ 97.053

Aalsmeer

31.991

€ 122.242

Aalten

27.120

€ 103.630

Achtkarspelen

27.900

€ 106.610

Alblasserdam

20.136

€ 76.943

Albrandswaard

25.814

€ 98.639

Alkmaar

109.896

€ 419.929

Almelo

73.132

€ 279.448

Almere

214.715

€ 820.458

Alphen aan den Rijn

112.587

€ 430.212

Alphen-Chaam

10.373

€ 39.637

Altena

56.352

€ 215.329

Ameland

3.746

€ 14.314

Amersfoort

157.462

€ 601.686

Amstelveen

90.829

€ 347.071

Amsterdam

873.338

€ 3.337.156

Apeldoorn

164.781

€ 629.653

Arnhem

162.424

€ 620.647

Assen

68.836

€ 263.033

Asten

16.817

€ 64.260

Baarle-Nassau

6.899

€ 26.362

Baarn

24.792

€ 94.734

Barendrecht

48.643

€ 185.872

Barneveld

59.992

€ 229.238

Beek

15.875

€ 60.661

Beekdaelen

36.065

€ 137.810

Beemster

10.110

€ 38.632

Beesel

13.450

€ 51.394

Berg en Dal

35.010

€ 133.778

Bergeijk

18.754

€ 71.662

Bergen (L.)

13.108

€ 50.088

Bergen (NH.)

29.715

€ 113.545

Bergen op Zoom

67.514

€ 257.981

Berkelland

43.846

€ 167.542

Bernheze

31.455

€ 120.194

Best

30.216

€ 115.460

Beuningen

26.157

€ 99.950

Beverwijk

41.863

€ 159.965

Bladel

20.529

€ 78.444

Blaricum

11.954

€ 45.678

Bloemendaal

23.478

€ 89.713

Bodegraven-Reeuwijk

35.278

€ 134.803

Boekel

10.959

€ 41.876

Borger-Odoorn

25.598

€ 97.814

Borne

23.668

€ 90.439

Borsele

22.818

€ 87.191

Boxmeer

29.609

€ 113.140

Boxtel

32.973

€ 125.995

Breda

184.126

€ 703.573

Brielle

17.439

€ 66.637

Bronckhorst

36.087

€ 137.894

Brummen

20.884

€ 79.801

Brunssum

27.670

€ 105.731

Bunnik

15.341

€ 58.620

Bunschoten

22.019

€ 84.138

Buren

27.009

€ 103.205

Capelle aan den IJssel

67.319

€ 257.236

Castricum

36.086

€ 137.890

Coevorden

35.317

€ 134.952

Cranendonck

21.001

€ 80.248

Cuijk

25.404

€ 97.073

Culemborg

29.121

€ 111.276

Dalfsen

28.901

€ 110.435

Dantumadiel

18.943

€ 72.384

De Bilt

43.384

€ 165.777

De Fryske Marren

51.778

€ 197.852

De Ronde Venen

44.720

€ 170.882

De Wolden

24.374

€ 93.137

Delft

103.581

€ 395.799

Den Helder

56.582

€ 216.208

Deurne

32.437

€ 123.947

Deventer

101.236

€ 386.838

Diemen

31.334

€ 119.732

Dinkelland

26.606

€ 101.666

Doesburg

11.064

€ 42.277

Doetinchem

58.270

€ 222.658

Dongen

26.368

€ 100.756

Dordrecht

119.115

€ 455.156

Drechterland

19.838

€ 75.804

Drimmelen

27.325

€ 104.413

Dronten

42.011

€ 160.530

Druten

18.991

€ 72.567

Duiven

25.066

€ 95.781

Echt-Susteren

31.751

€ 121.325

Edam-Volendam

36.268

€ 138.585

Ede

118.530

€ 452.921

Eemnes

9.362

€ 35.774

Eemsdelta

45.587

€ 174.195

Eersel

19.528

€ 74.619

Eijsden-Margraten

25.900

€ 98.968

Eindhoven

235.691

€ 900.611

Elburg

23.429

€ 89.526

Emmen

107.024

€ 408.955

Enkhuizen

18.637

€ 71.215

Enschede

159.732

€ 610.360

Epe

33.198

€ 126.855

Ermelo

27.016

€ 103.232

Etten-Leur

43.869

€ 167.630

Geertruidenberg

21.770

€ 83.186

Geldrop-Mierlo

40.066

€ 153.098

Gemert-Bakel

30.760

€ 117.539

Gennep

17.035

€ 65.093

Gilze en Rijen

26.723

€ 102.113

Goeree-Overflakkee

50.589

€ 193.308

Goes

38.594

€ 147.473

Goirle

23.952

€ 91.524

Gooise Meren

58.524

€ 223.629

Gorinchem

37.410

€ 142.949

Gouda

73.681

€ 281.546

Grave

12.486

€ 47.711

Groningen

233.273

€ 891.371

Gulpen-Wittem

14.206

€ 54.283

Haaksbergen

24.229

€ 92.583

Haarlem

162.543

€ 621.101

Haarlemmermeer

157.789

€ 602.936

Halderberge

30.430

€ 116.278

Hardenberg

61.357

€ 234.454

Harderwijk

48.726

€ 186.189

Hardinxveld-Giessendam

18.413

€ 70.359

Harlingen

15.807

€ 60.401

Hattem

12.228

€ 46.725

Heemskerk

39.191

€ 149.755

Heemstede

27.545

€ 105.254

Heerde

18.776

€ 71.746

Heerenveen

50.650

€ 193.541

Heerhugowaard

58.387

€ 223.106

Heerlen

86.936

€ 332.196

Heeze-Leende

16.243

€ 62.067

Heiloo

24.144

€ 92.258

Hellendoorn

35.932

€ 137.302

Hellevoetsluis

40.312

€ 154.038

Helmond

92.627

€ 353.942

Hendrik-Ido-Ambacht

31.258

€ 119.442

Hengelo

81.049

€ 309.700

Het Hogeland

47.834

€ 182.781

Heumen

16.569

€ 63.313

Heusden

45.005

€ 171.971

Hillegom

22.197

€ 84.818

Hilvarenbeek

15.698

€ 59.984

Hilversum

91.235

€ 348.623

Hoeksche Waard

88.047

€ 336.441

Hof van Twente

35.040

€ 133.893

Hollands Kroon

48.583

€ 185.643

Hoogeveen

55.603

€ 212.467

Hoorn

73.619

€ 281.309

Horst aan de Maas

42.487

€ 162.349

Houten

50.223

€ 191.910

Huizen

41.090

€ 157.011

Hulst

27.575

€ 105.368

IJsselstein

33.819

€ 129.227

Kaag en Braassem

27.541

€ 105.238

Kampen

54.474

€ 208.153

Kapelle

12.882

€ 49.224

Katwijk

65.995

€ 252.177

Kerkrade

45.442

€ 173.641

Koggenland

22.940

€ 87.657

Krimpen aan den IJssel

29.410

€ 112.380

Krimpenerwaard

56.622

€ 216.361

Laarbeek

22.805

€ 87.141

Landerd

15.817

€ 60.439

Landgraaf

37.262

€ 142.384

Landsmeer

11.565

€ 44.192

Langedijk

28.335

€ 108.272

Lansingerland

63.363

€ 242.120

Laren

11.398

€ 43.553

Leeuwarden

124.481

€ 475.661

Leiden

124.093

€ 474.178

Leiderdorp

27.377

€ 104.612

Leidschendam-Voorburg

76.433

€ 292.062

Lelystad

79.811

€ 304.970

Leudal

36.045

€ 137.733

Leusden

30.544

€ 116.713

Lingewaard

46.822

€ 178.914

Lisse

22.982

€ 87.818

Lochem

33.948

€ 129.720

Loon op Zand

23.504

€ 89.812

Lopik

14.456

€ 55.239

Losser

22.888

€ 87.458

Maasdriel

25.452

€ 97.256

Maasgouw

23.947

€ 91.505

Maassluis

33.567

€ 128.265

Maastricht

120.227

€ 459.405

Medemblik

45.165

€ 172.582

Meerssen

18.661

€ 71.306

Meierijstad

81.647

€ 311.985

Meppel

34.386

€ 131.394

Middelburg

48.964

€ 187.099

Midden-Delfland

19.414

€ 74.184

Midden-Drenthe

33.381

€ 127.554

Midden-Groningen

60.726

€ 232.043

Mill en Sint Hubert

11.004

€ 42.048

Moerdijk

37.185

€ 142.089

Molenlanden

44.130

€ 168.627

Montferland

36.031

€ 137.680

Montfoort

13.896

€ 53.099

Mook en Middelaar

7.909

€ 30.221

Neder-Betuwe

24.648

€ 94.184

Nederweert

17.171

€ 65.613

Nieuwegein

63.866

€ 244.042

Nieuwkoop

29.151

€ 111.390

Nijkerk

43.600

€ 166.602

Nijmegen

177.359

€ 677.715

Nissewaard

85.440

€ 326.479

Noardeast-Fryslân

45.481

€ 173.790

Noord-Beveland

7.581

€ 28.968

Noordenveld

31.214

€ 119.273

Noordoostpolder

47.583

€ 181.822

Noordwijk

44.062

€ 168.368

Nuenen c.a.

23.702

€ 90.569

Nunspeet

28.021

€ 107.072

Oegstgeest

25.064

€ 95.773

Oirschot

18.842

€ 71.998

Oisterwijk

32.373

€ 123.702

Oldambt

38.277

€ 146.262

Oldebroek

23.760

€ 90.791

Oldenzaal

31.701

€ 121.134

Olst-Wijhe

18.361

€ 70.160

Ommen

18.295

€ 69.908

Oost Gelre

29.574

€ 113.007

Oosterhout

56.206

€ 214.772

Ooststellingwerf

25.464

€ 97.302

Oostzaan

9.689

€ 37.023

Opmeer

12.009

€ 45.888

Opsterland

29.812

€ 113.916

Oss

92.526

€ 353.556

Oude IJsselstreek

39.346

€ 150.347

Ouder-Amstel

14.125

€ 53.974

Oudewater

10.138

€ 38.739

Overbetuwe

48.214

€ 184.233

Papendrecht

32.171

€ 122.930

Peel en Maas

43.660

€ 166.831

Pekela

12.176

€ 46.526

Pijnacker-Nootdorp

55.674

€ 212.739

Purmerend

81.683

€ 312.123

Putten

24.365

€ 93.102

Raalte

37.911

€ 144.864

Reimerswaal

22.896

€ 87.489

Renkum

31.417

€ 120.049

Renswoude

5.556

€ 21.230

Reusel-De Mierden

13.127

€ 50.160

Rheden

43.525

€ 166.316

Rhenen

20.203

€ 77.199

Ridderkerk

46.671

€ 178.337

Rijssen-Holten

38.204

€ 145.983

Rijswijk

55.220

€ 211.004

Roerdalen

20.580

€ 78.639

Roermond

58.763

€ 224.542

Roosendaal

77.200

€ 294.993

Rotterdam

651.631

€ 2.489.980

Rozendaal

1.726

€ 6.595

Rucphen

23.080

€ 88.192

Schagen

46.532

€ 177.806

Scherpenzeel

10.128

€ 38.701

Schiedam

79.279

€ 302.937

Schiermonnikoog

931

€ 3.557

Schouwen-Duiveland

34.065

€ 130.167

Simpelveld

10.477

€ 40.034

Sint Anthonis

11.691

€ 44.673

Sint-Michielsgestel

29.498

€ 112.716

Sittard-Geleen

91.743

€ 350.564

Sliedrecht

25.597

€ 97.810

Sluis

23.166

€ 88.521

Smallingerland

56.040

€ 214.137

Soest

46.906

€ 179.235

Someren

19.428

€ 74.237

Son en Breugel

17.552

€ 67.069

Stadskanaal

31.754

€ 121.337

Staphorst

17.261

€ 65.957

Stede Broec

21.743

€ 83.083

Steenbergen

24.310

€ 92.892

Steenwijkerland

44.341

€ 169.434

Stein

24.875

€ 95.051

Stichtse Vecht

65.108

€ 248.787

Súdwest-Fryslân

89.999

€ 343.900

Terneuzen

54.463

€ 208.111

Terschelling

4.870

€ 18.609

Texel

13.656

€ 52.182

Teylingen

37.791

€ 144.405

Tholen

26.085

€ 99.675

Tiel

41.920

€ 160.183

Tilburg

221.947

€ 848.093

Tubbergen

21.315

€ 81.448

Twenterand

33.699

€ 128.769

Tynaarlo

33.978

€ 129.835

Tytsjerksteradiel

32.060

€ 122.506

Uden

42.291

€ 161.600

Uitgeest

13.632

€ 52.090

Uithoorn

30.206

€ 115.422

Urk

21.227

€ 81.112

Utrecht

359.370

€ 1.373.207

Utrechtse Heuvelrug

49.946

€ 190.851

Vaals

10.084

€ 38.532

Valkenburg aan de Geul

16.365

€ 62.533

Valkenswaard

31.221

€ 119.300

Veendam

27.417

€ 104.764

Veenendaal

66.912

€ 255.681

Veere

21.953

€ 83.886

Veldhoven

45.500

€ 173.862

Velsen

68.617

€ 262.196

Venlo

101.988

€ 389.712

Venray

43.713

€ 167.034

Vijfheerenlanden

57.829

€ 220.973

Vlaardingen

73.924

€ 282.475

Vlieland

1.194

€ 4.562

Vlissingen

44.358

€ 169.499

Voerendaal

12.466

€ 47.634

Voorschoten

25.650

€ 98.013

Voorst

24.790

€ 94.726

Vught

31.669

€ 121.012

Waadhoeke

46.149

€ 176.342

Waalre

17.544

€ 67.038

Waalwijk

48.815

€ 186.529

Waddinxveen

30.479

€ 116.465

Wageningen

39.635

€ 151.451

Wassenaar

26.949

€ 102.976

Waterland

17.312

€ 66.152

Weert

50.011

€ 191.100

Weesp

20.445

€ 78.123

West Betuwe

51.496

€ 196.774

West Maas en Waal

19.581

€ 74.822

Westerkwartier

63.678

€ 243.323

Westerveld

19.661

€ 75.128

Westervoort

15.014

€ 57.371

Westerwolde

26.215

€ 100.171

Westland

111.382

€ 425.607

Weststellingwerf

26.130

€ 99.847

Westvoorne

14.900

€ 56.935

Wierden

24.538

€ 93.763

Wijchen

41.261

€ 157.664

Wijdemeren

24.463

€ 93.477

Wijk bij Duurstede

23.925

€ 91.421

Winterswijk

29.022

€ 110.897

Woensdrecht

22.028

€ 84.172

Woerden

52.694

€ 201.352

Wormerland

16.333

€ 62.411

Woudenberg

13.639

€ 52.117

Zaanstad

156.901

€ 599.542

Zaltbommel

29.447

€ 112.521

Zandvoort

17.168

€ 65.602

Zeewolde

22.879

€ 87.424

Zeist

65.043

€ 248.539

Zevenaar

44.096

€ 168.497

Zoetermeer

125.267

€ 478.664

Zoeterwoude

8.843

€ 33.790

Zuidplas

45.064

€ 172.196

Zundert

21.988

€ 84.019

Zutphen

48.111

€ 183.839

Zwartewaterland

22.823

€ 87.210

Zwijndrecht

44.775

€ 171.092

Zwolle

129.840

€ 496.138

Totaal:

17.475.415

€ 66.776.194

TOELICHTING

Algemeen deel

Aanleiding en doel van de specifieke uitkering

In de brief aan de Tweede Kamer van 14 december 2021 (Kamerstukken II, 2021-2022, nr. 25295-1467) is aangekondigd dat het Kabinet de gemeenten wil ondersteunen bij de controle van coronatoegangsbewijzen bij gelegenheden die verplicht zijn om deze controle te verrichten en, onder omstandigheden, de toegang te ontzeggen. Deze controle-verplichting is momenteel neergelegd in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. Dit artikel heeft als grondslag artikel 58ra, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid. Deze controle wordt uitgevoerd door beheerders van voorzieningen en organisatoren van evenementen waarvoor voor toegang tot de gelegenheid of deelname aan de activiteit het beschikken over een coronatoegangsbewijs krachtens de Wet publieke gezondheid is voorgeschreven. Om daarbij te ondersteunen en de naleving van de verplichtingen te bevorderen is inzet van ondersteunend personeel nodig. Het faciliteren en ondersteunen van de controle is noodzakelijk om te komen tot een betere naleving van de controle van het coronatoegangsbewijs (en daarbij behorende controle van het identiteitsbewijs). Afhankelijk van de voorzieningen en activiteiten waarvoor de verplichting om te controleren geldt, kan het gaan honderdduizenden locaties. Het faciliteren kan onder meer door controleurs aan te stellen of door slimme oplossingen te organiseren, zoals centrale controlepunten met polsbandjes. De specifieke uitkering kan benut worden voor het vergoeden van onder meer de kosten voor de inzet van werknemers en arbeidskrachten die coronatoegangsbewijzen controleren of de controle van coronatoegangsbewijzen bevorderen en vergemakkelijken en de kosten van de faciliteiten als polsbandjes.

Noodzaak voor specifieke uitkering

De specifieke uitkering stelt gemeenten in staat de ondersteuning te organiseren op een voor die gemeente efficiënte en effectieve wijze. Voor de hand ligt dat de ondersteuning gebeurt door extra mensen, ingehuurd of anderszins. Het beschikking krijgen over deze extra mensen of slimme oplossingen leidt tot kosten voor de gemeente of derde partijen. Voor zover de gemeente ervoor kiest om van derden gebruik te maken, ligt het voor de hand dat over een vergoeding daarvoor afspraken gemaakt worden. Als gevolg daarvan nemen de kosten voor gemeenten toe. Als bijdrage in deze toegenomen kosten worden middelen uit ’s Rijks kas ter beschikking gesteld. De terbeschikkingstelling van de middelen geschiedt middels een specifieke uitkering (SPUK) op grond van artikel 17, vijfde lid, van de Financiële verhoudingswet. Dat artikellid biedt de mogelijkheid om eenmalig een uitkering te verstrekken. In het onderhavige geval is daarvan sprake, gelet op het specifieke doel (de ondersteuning van de controle van coronatoegangsbewijzen) en de voorwaarden waaronder deze uitkering wordt toegekend.

Om controle van coronatoegangsbewijzen te ondersteunen stelt het kabinet ongeveer 66,8 miljoen euro beschikbaar voor deze specifieke uitkering.

Verdelingsmechanisme

De behoefte aan ondersteuning is, naar verwachting, in absolute zin groter naarmate de gemeente meer inwoners telt. Kleinere gemeenten beschikken in doorsnee over minder voorzieningen waar de controle van coronatoegangsbewijzen verplicht is.

Daarom is voorzien in een specifieke uitkering die recht evenredig is aan het aantal inwoners in de gemeente. Voor het aantal inwoners wordt uitgegaan van peildatum 1 januari 2021. De bedragen per gemeente zijn opgenomen in de tabel in de bijlage.

Flexibiliteit en vergoedbare kosten

De behoefte aan inzet en ondersteuning kan per gemeente verschillen. De specifieke uitkering stelt gemeenten in staat om arbeidskrachten en andere faciliteiten tijdelijk in te zetten voor de controle op coronatoegangsbewijzen en de kosten daarvoor, binnen de kaders van deze regeling, vergoed te krijgen. De regeling schrijft niet het precieze moment of de duur van de inzet voor. Wel zijn de kosten gemaximeerd (zie artikel 3 en hierboven in de toelichting) en komen uitsluitend kosten die gemaakt zijn binnen de genoemde periode voor vergoeding in aanmerking (zie artikel 6 en de toelichting daarop).

Verhouding tot bestaande regelgeving

In artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat titel 4.2 (Subsidies) van die wet niet van toepassing is op de aanspraak op financiële middelen die worden verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld, zoals gemeenten.

Omdat op grond van deze regeling specifieke uitkeringen worden verstrekt is de Financiële-verhoudingswet van toepassing. In artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet is de wijze van verantwoording van de specifieke uitkering geregeld.

Regeldrukgevolgen

De verantwoording over de besteding van de specifieke uitkering is vormgegeven in de voor de gemeenten bekende methodiek van de SiSa-verantwoording (‘single information, single audit’) conform artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

Adviezen en consultatie

Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen significante veranderingen brengt in rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen noch grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Overeenkomstig het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie (Kamerstukken II 2009/10, 292749, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224) is de internetconsultatie daarom achterwege gebleven.

In de aanloop naar de totstandkoming van deze regeling is op hoofdlijnen overleg gevoerd met de VNG. De toegevoegde waarde van internetconsultatie is daarom als gering in te schatten.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de specifieke doelgroep (gemeenten) gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding.

De regeling is eind 2024 functioneel uitgewerkt.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 3 Hoogte specifieke uitkering

Voor deze specifieke uitkering is ten hoogste € 66.776.194,00 euro beschikbaar. Dat bedrag is recht evenredig toegerekend naar het aantal inwoners van gemeenten. Per inwoner is er € 3,82 beschikbaar. Met ingang van 1 januari 2022 vinden er enkele gemeentelijke herindelingen plaats. Ook voor die gemeentelijke herindelingen wordt de peildatum voor het inwoneraantal van 1 januari 2021 aangehouden, waarbij de aantallen van de oude gemeenten worden samengenomen. Bijvoorbeeld wordt voor de nieuwe gemeente Land van Cuijk uitgegaan van de aantallen inwoners voor Sint Anthonis (11.691), Mill en Sint Hubert (11.004), Grave (12.486) Boxmeer (29.609) en Cuijk (25.404). Tezamen is dat 90.194 inwoners op peildatum en een maximumbedrag van € 3 44.645.

Nieuwe gemeente

Totaal inwoners per peildatum

maximumbedrag

Land van Cuijk:

90.194

€ 344.645

Maashorst

58.108

€ 222.039

Purmerend

91.793

€ 350.755

Dijk en Waard

86.722

€ 331.378

Artikel 4 Aanvraag

De aanvraag wordt gedaan bij het daarvoor bestemde loket. De aanvraag bevat ten minste de in het eerste lid genoemde gegevens. Het formulier op het portaal kan nadere gegevens verlangen.

Een aanvraag kan worden gedaan voor een bedrag dat gelijk is aan of lager dan de maximale hoogte van de specifieke uitkering, bedoeld in artikel 3. De aanvraag wordt afgewezen voor zover het bedrag dat maximum overschrijdt. De aanvraag moet uiterlijk op 26 maart zijn ingediend, maar kan worden ingediend met ingang van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 6 Voor vergoeding in aanmerking komende kosten

De gemeenten kunnen zelf beslissen welke werkwijze wordt gehanteerd bij het inzetten van de middelen, zolang de middelen aantoonbaar aan het doel en binnen de termijnen besteed worden waarvoor deze specifieke uitkering is toegekend. Een gemeente kan ervoor kiezen om externen in te huren, zelf arbeidsovereenkomsten aan te gaan of zelf materialen aan te schaffen. De gemeente kan tevens subsidie verstrekken om de controle van coronatoegangsbewijzen te ondersteunen. Bij een subsidie is het van belang dat de staatssteun-regels in acht worden genomen (zie ook artikel 7, vierde lid). Tevens is het bij een subsidie van belang dat er aandacht is voor de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verstrekt, ten aanzien van onder meer de btw (zie het tweede lid, onder c).

Eerste lid en tweede lid, onder a,

Voor vergoeding komen niet in aanmerking de kosten die niet samenhangen met de controle van coronatoegangsbewijzen of de ondersteuning daarvan. Hoe die controle en de ondersteuning daarbij wordt ingericht, is aan de gemeente (zie de toelichting hierboven). De uitkering kan worden aangewend om kosten te dekken die gemaakt zijn of verschuldigd zijn in de periode waarin de verplichting tot controle van het coronatoegangsbewijs bestaat. Immers, het doel van de regeling is het ondersteunen van de controle van coronatoegangsbewijzen voor wie deze controle verplicht is. Als deze verplichting niet meer geldt, dan dragen eventueel gemaakte kosten niet langer bij aan het doel van deze regeling.

Tweede lid, onder b

Met deze regeling wordt geen dubbele vergoeding voor dezelfde arbeidskrachten beoogd. Voor zover een vergoeding is ontvangen op grond van andere regelingen of bijdragen, voor activiteiten die ook op grond van deze regeling vergoed zouden kunnen worden, bestaat geen grond voor vergoeding in het kader van deze regeling. Deze regeling laat onverlet de vergoeding op grond van de andere regeling of bijdrage.

Tweede lid, onder c,

De specifieke uitkering vergoedt kosten inclusief daarover verschuldigde btw. Om te voorkomen dat sommige kosten tweemaal vergoed worden, is daarom uitgesloten dat er door gemeenten een beroep gedaan kan worden op het btw-compensatiefonds en dat door ondernemers een beroep wordt gedaan op teruggave op grond van de Wet op de omzet belasting. Omdat gemeenten voor deze kosten geen beroep doen op het btw-compensatiefonds is er geen toevoeging aan dat fonds nodig.

De wijze waarop de uitsluiting is geregeld is dat de activiteit in het geheel niet voor vergoeding in aanmerking komt als de btw over die activiteit teruggevraagd wordt.

Het alternatief, namelijk dat de kosten exclusief btw vergoed kunnen worden op grond van deze regeling, en de btw teruggevraagd kan worden via het compensatiefonds, zou een toevoeging aan het compensatiefonds vergen. Daarvoor is niet gekozen, omdat de hoogte van verschuldigde btw afhankelijk is van modaliteiten van de uitvoering door de gemeente van de ondersteuning van de controle en dus onmogelijk op voorhand te bepalen. In plaats daarvan is gekozen voor een ruimhartige vergoeding inclusief btw (voor zover die verschuldigd is).

Artikel 7 Verantwoording

De verantwoording geschiedt via het systeem van single information, single audit, zoals bepaald in de ministeriële regeling informatieverstrekking SiSa. De verantwoording heeft uitsluitend betrekking op het jaar 2022.

Als de gemeente ervoor kiest om de middelen ter beschikking stellen aan andere mede-overheden, zoals de Veiligheidsregio, dan geldt dat deze medeoverheden verantwoorden op grond van ‘SiSa voor medeoverheden’. De gemeente laat in die gevallen de ontvangende medeoverheden op de verantwoordingslijst opnemen.

Artikel 8 Vaststelling en terugvordering

De vaststelling van de uitkering vindt plaats binnen 26 weken na de verantwoording. Omdat de uiterste datum van verantwoording 15 juli 2023 is, vindt de vaststelling plaats uiterlijk in 2024.

Als sprake is van één of meer van de omstandigheden als omschreven in het tweede lid kan (een deel van) het bedrag dat is verstrekt worden teruggevorderd van de gemeente.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven