Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 21 december 2022, nummer WBV 2022/28, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B1/4.1 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

4. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd

4.1. MVV-vereiste

Vrijstelling MVV-vereiste op medische grond

Op grond van artikel 17, eerste lid, onder c, Vw wijst de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet af wegens het ontbreken van een geldige mvv als:

  • het voor de vreemdeling gelet op zijn gezondheidssituatie niet verantwoord is om te reizen; of

  • als er binnen drie maanden bij het uitblijven van behandeling een medische noodsituatie zal ontstaan.

Vrijstelling MVV-vereiste vanwege het Associatierecht EEG-Turkije

Een vreemdeling is vrijgesteld van het MVV-vereiste, als artikel 3.71, tweede lid, onder e, Vb van toepassing is. De IND neemt aan dat uitzetting in strijd is met het Associatierecht in de zin van artikel 3.71, tweede lid, aanhef en onder e, Vb als de vreemdeling voldoet aan alle volgende voorwaarden:

  • de vreemdeling of de hoofdpersoon valt onder het toepassingsbereik van Besluit 1/80 of het Aanvullend Protocol;

  • de vreemdeling heeft een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd zonder mvv ingediend;

  • de vreemdeling voldoet aan alle overige geldende voorwaarden voor het verlenen van de verblijfsvergunning; en

  • er is sprake van bijzondere, individuele omstandigheden die tot de conclusie leiden dat het stellen van het mvv-vereiste onevenredig is.

De bijzondere, individuele omstandigheden moeten het uitoefenen van het vrij verkeer van werknemers of de vrijheid van vestiging belemmeren. Hiervan kan sprake zijn als bij een aanvraag om verblijf als gezinslid bij een Turkse hoofdpersoon die tot de legale Nederlandse arbeidsmarkt behoort, die Turkse hoofdpersoon door de bijzondere, individuele omstandigheden genoodzaakt wordt om te kiezen tussen het uitoefenen van de economische activiteit in Nederland en het gezinsleven in Turkije.

Van belemmeringen van het uitoefenen van voornoemde vrijheden in Nederland is in ieder geval geen sprake als de bijzondere, individuele omstandigheden zien op de:

  • politieke, economische of sociale situatie in Turkije;

  • persoonlijke omstandigheden in Turkije; of

  • (voortzetting van) illegale arbeid in Nederland.

Het is aan de vreemdeling om de eventuele bijzondere individuele omstandigheden bij indiening van de aanvraag aan te voeren en met bewijsmiddelen te onderbouwen.

Aanvragen voor een verblijfsvergunning die door de IND zijn ontvangen voor 1 oktober 2022 worden niet afgewezen op het mvv-vereiste als de aanvrager onder het toepassingsbereik valt van Besluit 1/80 of het Aanvullend Protocol en, behalve aan het mvv-vereiste, aan alle overige voorwaarden van het gevraagde verblijfsdoel voldoet.

Hardheidsclausule

Op grond van artikel 3.71, derde lid, Vb wijst de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet af wegens het ontbreken van een geldige mvv als dit leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard (de hardheidsclausule).

Bijzondere gevallen in het kader van de hardheidsclausule

De IND past de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 3.71, derde lid, Vb in ieder geval toe als aan alle voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’ wordt voldaan, afgezien van het mvv-vereiste, en de vreemdeling:

  • het biologische of juridische minderjarige kind is van de referent, dat feitelijk behoort en al in het land van herkomst feitelijk behoorde tot het gezin van die referent en dat onder het rechtmatige gezag van de referent staat;

  • de biologische of juridische ouder is van een hier te lande verblijvend minderjarig kind dat Nederlander is dan wel rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw;

  • de biologische of juridische ouder is van een minderjarig kind voor wie een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid’ is ingediend; of

  • aannemelijk heeft gemaakt dat van hem niet verwacht kan worden dat hij naar het land van herkomst of bestendig verblijf reist vanwege een ernstige ziekte of handicap van de referent. Bij de beoordeling hiervan wordt de vreemdeling in ieder geval gevraagd nader toe te lichten:

    • waarom van hem niet verwacht kan worden dat hij vanwege een ernstige ziekte of handicap van de referent reist naar het land van herkomst of bestendig verblijf;

    • op welke wijze hij de referent ondersteunt; en

    • waarom deze ondersteuning niet door derden kan worden verleend, bijvoorbeeld door een familielid of medewerker van professionele (thuis)zorg.

Niet-bijzondere gevallen in het kader van de hardheidsclausule

De IND past de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 3.71, derde lid, Vb in ieder geval niet toe als de vreemdeling:

  • het beroep op de hardheidsclausule niet heeft gemotiveerd of met relevante gegevens en bescheiden heeft onderbouwd binnen een door de IND gestelde termijn;

  • stelt dat aan een of meer voorwaarden voor vrijstelling slechts op een onderdeel niet is voldaan;

  • enkel stelt dat aan alle voorwaarden voor verlening van de verblijfsvergunning voor het gestelde verblijfsdoel is voldaan, afgezien van het mvv-vereiste;

  • asielgerelateerde gronden aanvoert;

  • als asielzoeker is uitgeprocedeerd; of

  • meer dan twee jaar na afloop van een eerder verleende verblijfsvergunning voor bepaalde tijd om verlenging of wijziging hiervan heeft gevraagd tenzij het overschrijden van deze termijn niet aan de vreemdeling is toe te rekenen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, H. Paul waarnemend directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Algemeen

Een strikte toepassing van het vereiste om voor toelating te moeten beschikken over een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in gezinsmigratiezaken kan leiden tot situaties die onevenredig hard zijn voor de vreemdeling. Daarom bevat artikel 3.71, derde lid, Vb een hardheidsclausule die de IND in staat stelt om vrij te stellen van de mvv-plicht als sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard. Tot nu toe werd terughoudend gebruik gemaakt van deze hardheidsclausule. De bevindingen van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en signalen van knelpunten die naar voren kwamen uit de bundel ‘Ongehoord. Onrecht in het vreemdelingenrecht’ van de Specialisten Vereniging Migratierecht Advocaten en de Vereniging Asieladvocaten en -Juristen Nederland zijn echter aanleiding geweest om binnen het migratiedomein kritisch te kijken naar de menselijke maat en individuele belangen. Daarom is besloten om de toepassing van de hardheidsclausule in bepaalde gevallen te verruimen. De wijziging van paragraaf B1/4.1 Vc is hiervan het resultaat.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, H. Paul waarnemend directeur-generaal Migratie

Naar boven