Regeling van 12 december 2022, nr. 4293804, van de Minister voor Rechtsbescherming houdende de wijziging van de inkomens- en vermogensgrenzen, in de Wet op de rechtsbijstand en het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, eigen bijdragen en basisbedragen, bedoeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, het Besluit vergoedingen rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation, en vaststelling van het normbedrag en het bedrag van het voorschot voor advocaten als bedoeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000

De Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 34, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vijfde lid van het Besluit toevoeging mediation, artikel 3, tweede lid, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

Besluit:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de bedragen, zoals vermeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand: € 30.000 respectievelijk € 42.400.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdragen rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 21.300;

    • in onderdeel b: € 21.300 respectievelijk € 22.000;

    • in onderdeel c: € 22.000 respectievelijk € 23.300;

    • in onderdeel d: € 23.300 respectievelijk € 25.300; en

    • in onderdeel e: € 25.300 respectievelijk € 30.000;

  • b. in artikel 2, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 29.600;

    • in onderdeel b: € 29.600 respectievelijk € 30.700;

    • in onderdeel c: € 30.700 respectievelijk € 32.100;

    • in onderdeel d: € 32.100 respectievelijk € 35.900; en

    • in onderdeel e: € 35.900 respectievelijk € 42.400;

  • c. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 21.300;

    • in onderdeel b: € 21.300 respectievelijk € 22.000;

    • in onderdeel c: € 22.000 respectievelijk € 23.300;

    • in onderdeel d: € 23.300 respectievelijk € 25.300; en

    • in onderdeel e: € 25.300 respectievelijk € 30.000;

  • d. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 29.600;

    • in onderdeel b: € 29.600 respectievelijk € 30.700;

    • in onderdeel c: € 30.700 respectievelijk € 32.100;

    • in onderdeel d: € 32.100 respectievelijk € 35.900; en

    • in onderdeel e: € 35.900 respectievelijk € 42.400.

  • e. In artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 22.000 respectievelijk € 30.700; en

    • in onderdeel b: € 22.000 respectievelijk € 30.000 respectievelijk € 30.700 respectievelijk € 42.400.

  • f. In artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 22.000 respectievelijk € 30.700; en

    • in onderdeel b: € 22.000 respectievelijk € 30.000 respectievelijk € 30.700 respectievelijk € 42.400.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de eigen bijdragen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 218;

    • in onderdeel b: € 402;

    • in onderdeel c: € 574;

    • in onderdeel d: € 747; en

    • in onderdeel e: € 918.

  • b. in artikel 2, tweede lid

    • in onderdeel a: € 218;

    • in onderdeel b: € 402;

    • in onderdeel c: € 574;

    • in onderdeel d: € 747; en

    • in onderdeel e: € 918.

  • c. in artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 86; en

    • in onderdeel b: € 144;

  • d. in artikel 2, vijfde lid: € 918.

  • e. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 380;

    • in onderdeel b:€ 460;

    • in onderdeel c: € 632;

    • in onderdeel d: € 804; en

    • in onderdeel e: € 949;

  • f. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 380;

    • In onderdeel b:€ 460;

    • in onderdeel c: € 632;

    • in onderdeel d: € 804; en

    • in onderdeel e: € 949;

  • g. in artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 120; en

    • in onderdeel b: € 158.

  • h. in artikel 4, eerste lid: € 218.

  • i. in artikel 4, tweede lid: € 59.

  • j. in artikel 4, derde lid: € 59.

Artikel 4

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de bedragen voor korting diagnose en triage, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, zesde lid: € 59.

  • b. in artikel 2, zevende lid: € 59.

  • c. in artikel 2, achtste lid: € 59.

Artikel 5

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de eigen bijdragen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:

  • a. in artikel 4, eerste lid: € 117;

  • b. in artikel 4, tweede lid: € 59;

  • c. in artikel 4, derde lid: € 117.

Artikel 6

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit toevoeging mediation:

  • a. in artikel 4, tweede lid, onderdeel a: € 21.300;

  • b. in artikel 4, tweede lid, onderdeel b: € 29.600.

Artikel 7

  • 1. Met ingang van 1 januari 2023 wordt het normbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op € 926.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2023 wordt het voorschot als bedoeld in artikel 35, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op: ten hoogste 10% van € 57.000.

Artikel 8

Met ingang van 1 januari 2023 luiden de vergoedingen voor advocaten, zoals vermeld in het Besluit Vergoedingen Rechtsbijstand:

  • a. in artikel 3, eerste lid: € 120.20;

  • b. in artikel 27, eerste lid: € 21.56.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking op 1 januari 2023.

’s-Gravenhage, 12 december 2022

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

TOELICHTING

Jaarlijks worden de gewijzigde bedragen overeenkomstig artikel 34, vierde lid Wet op de rechtsbijstand en artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vijfde lid van het Besluit toevoeging mediation, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000, en de eigen bijdragen en bedragen bedoeld in het Besluit eigen bijdragen rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation gewijzigd. Dit betreft een jaarlijkse indexering.

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

’s-Gravenhage, 12 december 2022

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven