Besluit van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 13 december 2022, kenmerk 3471063-1040004-Z, houdende vaststelling van een aanwijzing voor de besteedbare middelen ter dekking van de beheerskosten Wlz 2023 (Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2023)

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 4.3 van het Besluit Wfsv;

Besluit:

Artikel 1

De besteedbare middelen ter dekking van de voor de uitvoering van de Wet langdurige zorg te maken beheerskosten bedragen voor het jaar 2023 € 303,646 miljoen.

Artikel 2

Van het in artikel 1 genoemde bedrag is € 102,845 miljoen beschikbaar voor de taken, bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg, € 154,930 miljoen voor de overige bij of krachtens die wet geregelde taken van de Wlz-uitvoerders en € 45,871 miljoen voor de Sociale verzekeringsbank voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid, van de Wet langdurige zorg.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2023.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzing besteedbare middelen beheerskosten Wlz 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

Deze aanwijzing strekt tot het vaststellen van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor het jaar 2023. Het macrobedrag van de besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz wordt vastgesteld op grond van artikel 4.3 van het Besluit Wfsv. Op basis van de aanwijzing zal het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) ter uitvoering van deze aanwijzing beleidsregels vaststellen. Het totale bedrag besteedbare middelen voor de beheerskosten Wlz 2023 bedraagt hiermee € 303,646 miljoen.

Van dit bedrag is € 253,775 miljoen structureel en € 49,871 miljoen incidenteel beschikbaar.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 1 van deze aanwijzing wordt het bedrag vastgesteld van de besteedbare middelen voor de beheerskosten in het kader van de uitvoering van de in de Wlz geregelde verzekering.

Het bedrag strekt tot dekking van de beheerskosten die de Wlz-uitvoerders en de Sociale verzekeringsbank (SVB) maken.

Artikel 2

Artikel 2 bevat de op basis van artikel 4.3, tweede lid, van het Besluit Wfsv, vereiste onderverdeling van het bedrag van € 303,646 miljoen. Van het genoemde bedrag is € 102,845 miljoen beschikbaar voor de zorgkantoortaken van Wlz-uitvoerders, € 45,871 miljoen voor de SVB voor de uitvoering van de taken horende bij het persoonsgebonden budget op grond van de Wlz (Wlz-pgb) en € 154,930 miljoen voor de overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders.

Er volgt nu een onderbouwing van de aanpassingen ten opzichte van 2022.

Uitgangspunt voor de berekening van het voor het jaar 2023 vast te stellen bedrag voor besteedbare middelen beheerskosten Wlz vormt het structurele bedrag dat voor het jaar 2022 is vastgesteld, te weten € 236,235 miljoen.

Van dit bedrag heeft € 95,777 miljoen betrekking op de zorgkantoortaken en € 140,458 miljoen voor de overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders.

Loon- en prijsontwikkeling 2023

Op grond van door het Centraal Planbureau (CPB) verstrekte cijfers is voor de aanpassing van de totale kosten in verband met loon- en prijsontwikkelingen voor 2023 een percentage van 7,38 vastgesteld. De structurele verhoging in verband met deze voorcalculatorische loon- en prijsontwikkeling komt hiermee uit op € 17,434 miljoen (7,38% van het structurele bedrag 2022 van € 236,235 miljoen).

1 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van overige Wlz-taken van Wlz-uitvoerders
1.1 Onafhankelijke clientondersteuning (OCO)

In 2023 wordt voor de zorgkantoren een toenemende vraag naar onafhankelijke cliëntondersteuning verwacht vanwege onder andere een toenemende bekendheid en een toename van complexe zorgvragen en toenemende complexiteit van zorgsituaties. Hiervoor wordt aanvullend structureel € 0,106 miljoen beschikbaar gesteld.

1.2 Volwaardig leven Pilot 5

In het kader van het programma Volwaardig leven zijn er pilots om cliënten met een beperking en hun naasten gespecialiseerde cliëntondersteuning te bieden. De pilots worden gebruikt om cliënten en hun naasten te ondersteunen en om te leren hoe ondersteuning beter vormgegeven kan worden. Intensivering van de pilots betekent voor 2023 een incidentele ophoging van beschikbare middelen met € 1,4 miljoen.

1.3 Ondersteuningsteam regionale samenwerking

In het kader van het programma Thuis in het Verpleeghuis is tot en met 2021 de regionale samenwerking tussen zorgkantoor en zorgaanbieders ondersteund via het begroting-gefinancierde Waardigheid en trots in de regio. Sindsdien is de ondersteuning ondergebracht bij de beheerskosten van de zorgkantoren, om op die manier de verantwoordelijkheid meer bij de zorgkantoren te leggen. Het gaat voor 2023 om een incidenteel bedrag van € 1,6 miljoen.

1.4 Ontwikkeling netwerkmodel iWlz

Het huidige ketenmodel iWlz wordt gemoderniseerd en vervangen door een netwerkmodel iWlz.

Dit netwerkmodel iWlz voldoet aan de criteria die het Informatieberaad stelt aan de gegevensuitwisseling en infrastructuur. In verband met de ontwikkeling van het netwerkmodel iWlz wordt in 2023 incidenteel € 1 miljoen beschikbaar gesteld.

2 Aanpassingen in verband met ontwikkelingen op het terrein van de taak van de SVB

Ter dekking van de beheerskosten van de SVB voor het Wlz-pgb wordt in 2023 € 45,871 miljoen beschikbaar gesteld.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven