Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 16 december 2022, nr. WJZ/22193750, tot aanwijzing van producten die uitgezonderd zijn van de aankondiging van de laagste prijs in dertig dagen bij prijsverminderingen (Regeling uitzondering aankondiging laagste prijs bij prijsverminderingen)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie (PBEU 2019, L 328) en artikel 5a, tweede lid, van het Besluit prijsaanduiding producten;

Besluit:

Artikel 1. Aanwijzing categorieën producten die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben

Als categorieën producten als bedoeld in artikel 5a, tweede lid, van het Besluit prijsaanduiding producten worden aangewezen:

  • a. verse, al dan niet voorgesneden, groenten en fruit;

  • b. verse vruchtensappen;

  • c. koelverse maaltijden en pakketten met daarin verse maaltijdcomponenten;

  • d. broodbakkerij- of banketbakkerijproducten die naar hun aard bestemd zijn om binnen 24 uur na de bereiding te worden geconsumeerd;

  • e. verse zuivel- en eierproducten;

  • f. vers vlees en verse vleeswaren;

  • g. verse vis;

  • h. verse vlees-, vis- of zuivelvervangers;

  • i. verse bloemen.

Artikel 2. Citeertitel

De regeling wordt aangehaald als: Regeling uitzondering aankondiging laagste prijs bij prijsverminderingen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Inleiding

Artikel 5a van het Besluit prijsaanduiding producten (hierna: het Besluit) vormt de implementatie van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/2161 (hierna: Richtlijn modernisering consumentenbescherming) dat regelt dat bij aankondigingen van prijsverminderingen de verkoper de laagste verkoopprijs vermeldt die door hem is toegepast gedurende een periode die niet korter is dan dertig dagen voor de toepassing van de prijsvermindering.

In artikel 5a, tweede lid, van het Besluit is een uitzondering opgenomen voor het vermelden van de vorige prijs bij prijsverminderingen ingeval van bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van producten die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben. Voor deze producten mag de verkoper de prijs aangeven die direct voorafgaand aan de prijsvermindering is toegepast.

In deze regeling worden die productcategorieën aangewezen.

2. Algemeen

Met de Richtlijn modernisering consumentenbescherming is een standaardbepaling voor prijsverminderingen (kortingen) geïntroduceerd (hierna: de algemene regel). Deze standaardbepaling is opgenomen in artikel 5a, eerste lid, van het Besluit. Voornoemde bepaling schrijft voor dat de verkoper bij aankondigingen van prijsverminderingen van producten ten opzichte van een eerder door hem gehanteerde prijs als ‘vorige prijs’ (de prijs waaraan de prijsvermindering wordt gerelateerd) de laagste verkoopprijs vermeldt die door hem is toegepast binnen een periode van ten minste dertig dagen voorafgaand aan de prijsvermindering.

In deze regeling worden productcategorieën aangewezen waarvoor de algemene regel niet geldt omdat die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben. Deze productcategorieën zijn aangewezen in artikel 1 van deze regeling. Met het oog op het tegengaan van verspilling van voedsel voor menselijke en dierlijke consumptie, maar ook van verse bloemen, is het belangrijk dat deze producten worden uitgezonderd van de algemene regel. Voedselverspilling heeft aantoonbare negatieve gevolgen voor land-, water- en energiegebruik en resulteert in onnodige CO2-emissies.1

Wanneer een product dreigt te bederven, kan een verkoper dit product aantrekkelijker maken voor de consument door een prijsvermindering. Zo plaatsen veel supermarkten kortingsstickers op producten waarvan de houdbaarheidsdatum op korte termijn verstrijkt. Onderzoek toont aan dat consumenten deze producten aantrekkelijker vinden in vergelijking tot (langer houdbare) producten die niet zijn afgeprijsd.2

Het is voor verkopers belastend om binnen de termijn van het constateren van een aanstaande verstrijking van de houdbaarheidsdatum of het aanstaande bederf van een product om te prijzen naar de laagste vorige prijs in een periode van ten minste dertig dagen voorafgaand aan de prijsvermindering. Door deze producten uit te zonderen van de algemene regel, zijn verkopers in staat om met een grotere mate van flexibiliteit prijsverminderingen op deze producten door te voeren. Voor deze producten mag de verkoper de prijs aangeven die direct voorafgaand aan de prijsvermindering is toegepast.

Met het aanwijzen van de productcategorieën onder artikel 1 van deze regeling (a tot en met i) wordt gebruikgemaakt van de uitzonderingsgrond voor bederfelijke en beperkt houdbare producten. Deze (onbevroren) producten worden gekenmerkt door hun relatief korte houdbaarheidstermijn. De richtlijn modernisering consumentenrechten geeft geen definitie van ‘goederen die snel bederven of met een beperkte houdbaarheid.’ Het moet daarom van geval tot geval worden beoordeeld of aan de objectieve criteria van ‘snel bederven of met een beperkte houdbaarheid’ is voldaan.3

De houdbaarheidstermijn voor verse producten is aanzienlijk korter dan die van verzorgingsproducten, zoals shampoo en tandpasta, maar ook ten opzichte van producten als rijst en gedroogde pasta, die een ‘tenminste houdbaar tot’-datum hebben. Omdat deze producten niet snel bederven of geen beperkte houdbaarheid hebben, worden zij niet uitgezonderd van de algemene regel. Hetzelfde geldt voor producten die naar hun objectieve aard niet beperkt houdbaar zijn, zoals kleding en meubels. De algemene voorschriften inzake prijsverminderingen kunnen niet op deze categorie goederen worden toegepast omdat die wegens hun fysieke samenstelling en eigenschappen niet bederfelijk zijn, maar alleen in commerciële zin een beperkte houdbaarheid hebben.4 Voor dergelijke productcategorieën geldt de algemene regel.

3. Regeldrukeffecten

Door gebruik te maken van de uitzonderingsbepaling onder artikel 5a, tweede lid, van het Besluit zijn er geen extra regeldrukeffecten voor verkopers die producten verkopen die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben. Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Consultatie

Belanghebbenden hebben tussen 21 december 2021 en 18 januari 2022 kunnen reageren op een wijziging van het Besluit prijsverminderingen en op de nota van toelichting bij dat wijzigingsbesluit. In het oorspronkelijke ontwerpbesluit5 werden alleen producten uitgezonderd waarop een ‘te gebruiken tot’ vermelding was toegepast. De reacties van belanghebbenden wezen erop dat er ook diverse bederfelijke en beperkt houdbare producten zijn waarop een dergelijke vermelding niet staat, zoals bijvoorbeeld losse groenten en fruit. In het uiteindelijke ontwerpbesluit en in deze regeling is dit meegenomen door de lijst van productcategorieën uit te breiden. Het bedrijfsleven is, in aanvulling op de consultatie, voorgelicht over de nieuwe regels omtrent prijsverminderingen.

5. Notificatie

Notificatie van technische voorschriften als bedoeld in Richtlijn (EU) 2015/15356 en notificatie van diensten als bedoeld in Richtlijn 2006/123/EG is niet aan de orde omdat het implementatie betreft van de Richtlijn modernisering consumentenrechten.

6. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Er wordt afgeweken van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) omdat de regeling niet twee maanden voor inwerkingtreding daarvan is gepubliceerd. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd door het feit dat hier sprake is van implementatie van Europese regelgeving.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Food and Agriculture Organization of the United Nations, ‘Global Food Losses and Food Waste – Extent, Causes and Prevention’, 2011.

X Noot
2

Rohm, Oostindjer, Aschemann-Witzel, Symmank, L. Amli, de Hooge, Normann, Karantininis, ‘Consumers in a Sustainable Food Supply Chain (COSUS): Understanding Consumer Behavior to Encourage Food Waste Reduction’, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5742772/, 2017.

X Noot
3

Ibidem.

X Noot
4

Ibidem.

X Noot
5

Internetconsultatie, Besluit houdende wijziging van het Besluit prijsaanduiding producten in verband met de implementatie van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/2161’, https://www.internetconsultatie.nl/prijsverminderingen/b1#sectie-waarkuntuopreageren, 2021-2022.

X Noot
6

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241) en Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376).

Naar boven