Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 7 december 2022, nr. 4354686, houdende vaststelling van het model huisregels voor de Extra Beveiligde Inrichting

De Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet;

Gezien het advies van de Raad voor de strafrechtstoepassing en jeugdbescherming van 4 november 2022, kenmerk 4229807;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De directeur van een Extra Beveiligde Inrichting of Afdeling stelt, in aanvulling op de bij of krachtens de wet gegeven regels, met inachtneming van het model opgenomen in de bijlage en daarbij gegeven aanwijzingen de huisregels voor zijn inrichting vast. Indien voor de Extra Beveiligde Inrichting of Afdeling reeds huisregels zijn vastgesteld, draagt de directeur ervoor zorg dat de in de bijlage opgenomen aanwijzing wordt opgenomen in de huisregels.

  • 2. De directeur stelt de huisregels binnen twee dagen na inwerkingtreding van deze regeling vast

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling model huisregels Extra Beveiligde Inrichting/Afdeling.

Deze regeling zal met toelichting en met bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

BIJLAGE

Huisregels voor de Extra Beveiligde Inrichting of Afdeling,

Generiek toezichtsregime voor gedetineerden geplaatst in de Extra Beveiligde Inrichting of Afdeling op grond van artikel 6, eerste lid, onder c of d, van de Regeling selectie, plaatsing of overplaatsing van gedetineerden

Teneinde voortgezet crimineel handelen in detentie of levensgevaar zettend handelen vanuit de extra beveiligde inrichting te voorkomen gelden voor gedetineerden die op grond van artikel 6, eerste lid, onder c of d, van de Regeling selectie, plaatsing of overplaatsing van gedetineerden in de Extra Beveiligde Inrichting of Afdeling zijn geplaatst de volgende toezichtmaatregelen:

  • De gedetineerde wordt toegestaan eenmaal per week gedurende 10 minuten een of meer telefoongesprekken te voeren.

  • Telefoongesprekken van deze gedetineerde worden alleen toegestaan met personen die zich op dat moment in een politiebureau of penitentiaire inrichting bevinden. Na de screening van de personen waarmee de gedetineerde aangeeft te willen bellen, wordt aangegeven vanuit welke inrichting of politiebureau het telefoongesprek tot stand wordt gebracht. Voor het buitenland zullen nadere regels worden vastgesteld.

  • Per week wordt één uur bezoek toegestaan. Bij bezoek wordt maximaal gelijktijdig één persoon per bezoekmoment toegestaan. Indien een kind of kinderen onder de 14 jaar op bezoek komt c.q. komen bij deze gedetineerde, bestaat de begeleiding uit één volwassene. In totaal worden twee kinderen jonger dan 14 jaar gezamenlijk tijdens een bezoek toegelaten. Heeft een gedetineerde meer dan zes kinderen onder de 18 jaar, dan kan maatwerk worden toegepast.

  • De gedetineerde geeft 48 uur voorafgaande aan het telefoongesprek of het bezoek aan in welke van de reeds in de huisregels opgenomen talen hij tijdens het telefoongesprek en het bezoek wenst te voeren. Het gesprek of het bezoek wordt beëindigd indien toch een andere dan de opgegeven taal wordt gebruikt.

Aanleiding voor deze maatregelen is de motie van 6 juli 2022 van het Tweede Kamerlid Ellian waarbij hij de regering oproept om per direct een verscherpt toezichtsregime generiek ten aanzien van gedetineerden die zijn geplaatst in de EBI in te voeren.1 Deze motie is aanvaard. Ik heb de Tweede Kamer aangegeven bij mijn brief van 26 september 2022 dat ik op de volgende wijze uitvoering aan deze motie geef.2 Vanwege het toenemende gevaar voor het personeel, de directeur in het bijzonder, wordt een aanwijzing gegeven aan de directeur van de penitentiaire inrichting Vught om een verscherpt toezichtsregime in de huisregels van de EBI op te nemen ten aanzien van alle gedetineerden die in de EBI zijn geplaatst op grond c- en d-grond. Deze maatregelen worden niet meer door de directeur bij individueel besluit opgelegd.

Op deze wijze wordt maximaal toezicht uitgeoefend om te voorkomen dat deze gedetineerde vanuit de EBI in staat is zijn criminele netwerk aan te sturen. Grondslag voor deze toezichtmaatregelen zijn de artikelen 38 en 39 van de Penitentiaire beginselenwet. Deze toezichtsmaatregelen zien niet op contact met geprivilegieerde personen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet. Daarnaast kunnen nog separaat andere toezichtsmaatregelen door hetzij in de huisregels hetzij bij besluit van de directeur van de Extra Beveiligde Inrichting of Afdeling worden opgelegd, indien daartoe aanleiding bestaat.

Deze maatregelen staan in nauw verband met een wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Regeling spog) in verband met de wijziging van de regeling inzake de plaatsing in de extra beveiligde inrichting en de herbeoordeling hiervan en het uitsluiten van gedetineerden met een verhoogd vlucht- of maatschappelijk risico van regionale plaatsing. Deze wijziging van de Regeling spog wordt in dezelfde Staatscourant als onderhavige regeling gepubliceerd. Voor een uitgebreide toelichting wordt naar de toelichting van de wijziging van de Regeling spog verwezen. Met name wordt daar de vraag beantwoord op welke wijze wordt omgegaan met het advies van 4 november 2022, kenmerk 4229807, van Raad voor de strafrechtstoepassing en jeugdbescherming terzake van onderhavige regeling.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

TK 2021-2022, 24 587, nr. 844.

X Noot
2

TK 2021-2022, 24 598, nr. 374.

Naar boven