Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 10 december 2022, nr. WJZ/ 22571783, tot wijziging van het Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 5 juli 2022, nr. WJZ/22233414, houdende aanwijzing van de beheerautoriteit en de auditautoriteit voor het Programma EFRO West-Nederland 2021–2027 (Stcrt. 2022, 18301), ten behoeve van de aanwijzing van het monitoringcomité voor het Programma EFRO West-Nederland 2021–2027

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 5 van de Uitvoeringswet EFRO;

Besluit:

ARTIKEL I

Het besluit van de Minister van Economische Zaken van 5 juli 2022, nr. WJZ/22233414, houdende aanwijzing van de beheerautoriteit en de auditautoriteit voor het Programma EFRO West-Nederland 2021–2027 (Stcrt. 2022, 18301), wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt ‘Programma EFRO 2021–2027 Oost-Nederland’ vervangen door: Programma EFRO 2021–2027 West-Nederland.

B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Het monitoringcomité, zoals ingesteld bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van Rotterdam in de hoedanigheid als beheerautoriteit op 6 september 2022 (Gb. 2022, 408495), wordt aangewezen als monitoringcomité als bedoeld in artikel 38 van verordening (EU) 2021/1060.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 9 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 december 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

Op 5 juli 2022 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat de beheerautoriteit en de auditautoriteit aangewezen voor het Programma EFRO West-Nederland 2021–2027. Op grond van artikel 38 van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231) (hierna: Verordening (EU) 2021/1060) dient de lidstaat binnen drie maanden na de goedkeuring van het programma een monitoringcomité op te richten dat in overeenstemming met zijn institutionele, juridische en financiële bestel in overleg met de beheerautoriteit toezicht houdt op de uitvoering van het programma. In artikel 40 van verordening (EU) 2021/1060 staan de functies van het monitoringcomité verder uitgeschreven. De beheerautoriteit heeft bij besluit van 6 september, dat met terugwerkende kracht in werking is getreden per 1 juni 2022, een monitoringcomité ingesteld dat in verband met de in de genoemde artikelen van verordening (EU) 2021/1060 bedoelde verplichtingen bij onderhavig besluit wordt aangewezen als monitoringcomité voor het Programma EFRO West-Nederland 2021–2027.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven