Bestuursreglement van de rechtbank Midden-Nederland

Vooraf

De aanleiding voor versie 3.0 van dit reglement was de lokale implementatie van de Code Zaakstoedeling. Versie 4.0 is opgesteld omdat de rechtbank Midden-Nederland sinds 1 juli 2022 bij uitsluiting bevoegd is voor de behandeling van zaken voortvloeiend uit de Wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar (de zgn. ‘blauwe kamer’). Tevens is een mandatering toegevoegd voor het toedelen van strafzaken aan het hoofd van de Verkeerstoren.

Bijlagen:

  • 1. Zaakstoedelingsregeling Bestuursrecht, eerste aanleg

  • 2. Zaakstoedelingsregeling Familie & Jeugd, eerste aanleg

  • 3. Zaakstoedelingsregeling Strafrecht, eerste aanleg

  • 4. Zaakstoedelingsregeling Kanton, Handel en Kort geding, eerste aanleg

  • 5. Zaakstoedelingsregeling Toezicht, eerste aanleg

Artikel 1. Zittingsplaatsen en zetel van het gerechtsbestuur

De rechtbank Midden-Nederland heeft de volgende zittingsplaatsen:

  • a. Zittingsplaats Utrecht (zittingsplaats met griffiefunctie, tevens zetel van het bestuur);

    adresgegevens: Vrouwe Justitiaplein 1 3511 EX Utrecht

    Postbus 16005 3500 DA Utrecht

  • b. Zittingsplaats Lelystad (zittingsplaats met griffiefunctie);

    adresgegevens: Stationsplein 15 8232 DB Lelystad

    Postbus 2035 8203 AA Lelystad

  • c. Zittingsplaats Almere (zittingsplaats met griffiefunctie);

    adresgegevens: De Diagonaal 37 1315 XK Almere

  • d. Zittingsplaats Amersfoort (zittingsplaats met griffiefunctie)

    Adresgegevens: Stationsstraat 81 3811 MH Amersfoort

Artikel 2. Openingstijden griffies

De griffies van het gerecht zijn geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur.

Artikel 3. Organisatiestructuur

Het gerecht is onderverdeeld in de volgende organisatorische eenheden:

  • a. bestuur

  • b. teams

Artikel 4. Indeling in kamers en vaststelling van de bezetting

  • 1. Het bestuur stelt jaarlijks per 1 januari een overzicht vast van de categorieën zaken die door elk van de teams worden behandeld. Het schema wordt gepubliceerd op www.rechtspraak.nl en ligt op iedere zittingsplaats van het gerecht ter inzage.

  • 2. Het bestuur stelt jaarlijks (per 1 januari) de bezetting van de teams vast en welke enkelvoudige en meervoudige kamers worden gevormd. Het gerecht kent enkelvoudige en meervoudige kamers voor de behandeling van zaken als bedoeld in de artikelen 47 en 48 en 50 tot en met 53 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Degenen die deel uitmaken van een team dat is belast met de behandeling van zaken als bedoeld in de artikelen 47 en 48 en 50 tot en met 53 van de Wet op de rechterlijke organisatie, zijn aangewezen als lid van de enkelvoudige en meervoudige kamers, bedoeld in die artikelen.

  • 3. Tussentijdse wijzigingen in het overzicht, bedoeld in het eerste lid, worden door het bestuur binnen een maand na de wijziging in het schema verwerkt.

  • 4. Medewerkers en teams kunnen, in afwijking van de gepubliceerde indeling, incidenteel onderscheidenlijk tijdelijk worden belast met de behandeling van een zaak of zaken uit een ander team, indien dit als gevolg van bezettingsproblemen, om opleidingsredenen, vanwege bijzondere kennis, of om enige andere reden noodzakelijk en/of nuttig wordt geoordeeld. De teamvoorzitters oefenen deze bevoegdheid uit met betrekking tot de indeling binnen hun teams en doen dit gezamenlijk per rechtsgebied (bestuursrecht, civiel recht, strafrecht, toezicht, familie- en jeugdrecht). Het bestuur is in overige gevallen bevoegd en kan zijn bevoegdheid mandateren aan de teamvoorzitters.

Artikel 5. Toedeling van zaken

  • 1. Zaken worden toegedeeld volgens de door het bestuur vastgestelde zaakstoedelingsregelingen per rechtsgebied, die als bijlagen aan dit bestuursreglement zijn toegevoegd. Deze zaakstoedelingsregelingen volgen de uitgangspunten, principes en beginselen van de Code Zaakstoedeling van de Rechtspraak.

  • 2. Namens het bestuur worden de roosters gemaakt in de rechtsgebieden en/of – wat betreft het strafrecht – in de Verkeerstoren. Rechters worden daarin ingedeeld afhankelijk van de omvang van hun aanstelling en de werkbelasting die met de behandeling van de onderscheiden categorieën zaken en zittingen is gemoeid.

Artikel 6. Bevordering van juridische kwaliteit en uniforme rechtstoepassing

  • 1. Het bestuur heeft het kwaliteitsbeleid van het gerecht schriftelijk vastgelegd.

  • 2. Het bestuur bevordert de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing en voert daartoe periodiek overleg met (een delegatie van) juridisch professionals op de verschillende rechtsgebieden, zijnde de senior rechters inhoudelijk adviseurs (SRIA’s). De uniforme rechtstoepassing is belegd bij de teamvoorzitters per rechtsgebied.

Artikel 7. Externe gerichtheid en externe contacten

  • 1. Het bestuur richt een voorziening in voor de externe oriëntatie en advies, onder de benaming van Raad van advies.

  • 2. Het bestuur bevordert dat binnen de rechtsgebieden en/of teams periodiek overleg wordt gevoerd (met organisaties van) betrokken ketenpartners. Het bestuur overlegt periodiek – en steeds ten minste eenmaal per jaar – met externe overlegpartners.

  • 3. Het bestuur besteedt in het jaarverslag, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aandacht aan:

    • a. de wijze waarop het bestuur bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering acht heeft geslagen op hetgeen leeft in de maatschappij;

    • b. de wijze waarop het bestuur bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering acht heeft geslagen op hetgeen in de in voorziening, bedoeld in het eerste lid, is opgemerkt en geadviseerd.

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Met de inwerkingtreding van dit bestuursreglement wordt tegelijkertijd het bestuursreglement van 4 januari 2021 ingetrokken.

Utrecht, 2 november 2022

Het bestuur van de rechtbank Midden-Nederland, P.E.M. Messer-Dinnissen President

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Bestuursrecht, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van bestuursrechtzaken in de rechtbank Midden-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen rechtbank Midden-Nederland zijn de volgende teams met de behandeling van zaken in het bestuursrecht met de volgende aandachtsgebieden belast:

    Team 1: Omgevingsrecht, sociale verzekeringen en lokale belastingen

    Team 2: Vreemdelingenzaken, sociale voorzieningen, kleine wetten en ambtenarenzaken

    Team 3: Vreemdelingenzaken, varia (inclusief studiefinanciering), toeslagen

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team / werkeenheid dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de/het team(s) of de werkeenhe(i)d(en) verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechters toegedeeld: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De zaken uit de navolgende zaakstromen vergen toedeling op maat:

    • Sociale voorzieningen;

    • Sociale verzekeringen;

    • Bijstand;

    • Ambtenaren;

    • Studiefinanciering;

    • Varia (inclusief toeslagen);

    • Omgevingsrecht;

    • Vreemdelingen;

    • Lokale belastingen. Binnen de zaakstroom worden de zaken in beginsel aselect toegedeeld.

    In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;

    • specialistische zaken;

    • opleidingszaken, dit zijn zaken die door bijvoorbeeld rechters in opleiding worden behandeld en specifiek daartoe worden geselecteerd;

    • spoedeisende zaken.

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor raadsheren in opleiding, rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • prioritering van zaakstromen;

    • doelmatigheidsoverwegingen.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen;

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedzaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.

    Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van rechtbank Midden-Nederland op 4 januari 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Familie & Jeugd, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van zaken in het rechtsgebied Familie en Jeugd in de rechtbank Midden-Nederland, waaronder

    • i. verdelingszaken die worden ingeleid met een dagvaarding,

    • ii. erfrechtzaken die worden ingeleid met een dagvaarding, en

    • iii. kort gedingen voor zover die familierechtelijke kwesties betreffen of betrekking hebben op de hiervoor bedoelde categorieën.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen rechtbank Midden-Nederland zijn aan de teams met de behandeling van zaken in het rechtsgebied Familie en Jeugd geen aandachtsgebieden toegekend. De zaken worden evenredig over de teams verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechters toegedeeld:

    • Verstekken, refertes, meldbriefbeschikkingen, kindbrieven, gemeenschappelijke verzoeken echtscheiding en overige familie- en jeugdzaken waarin geen behandeling op zitting wordt bepaald worden rechtstreeks aan (een) rechter(s) toegedeeld.

    • Spoedzaken worden rechtstreeks op basis van beschikbaarheid aan (een) rechter(s) toegedeeld.

    • Overige zaken: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • samenhangende dan wel vervolgzaken daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;

    • zaken waarin het uitgangspunt “één gezin, één rechter” van toepassing is.

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters in opleiding, raadsheren in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • doelmatigheidsoverwegingen;

    • regievoering.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan er aanleiding zijn dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak van of naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen;

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren;

    • indien een zaak niet binnen een redelijke termijn door dezelfde rechter (op zitting) kan worden behandeld.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de behandeling van de zaak op zitting, wordt/worden de naam/namen van de rechter(s) die de zaak behandelt/behandelen, bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.

    Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van rechtbank Midden-Nederland op 4 januari 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Strafrecht, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van strafzaken, waaronder kanton- en jeugdstrafzaken en Mulderzaken, in de rechtbank Midden-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de rechtbank Midden-Nederland zijn de volgende teams belast met de behandeling van strafzaken, waaronder kanton- en jeugdzaken. De teams zijn in beginsel belast met de volgende aandachtsgebieden:

    Team 1:

    • regulier strafrecht tegen meerder- en minderjarigen

    • alle overige zaken m.u.v. Economische delicten en Wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar (‘blauwe kamer’)

    • WOTS

    Team 2:

    • regulier strafrecht tegen meerderjarigen

    • strafrecht tegen minderjarigen

    • kanton leerplicht

    Team 3:

    • regulier strafrecht tegen meerderjarigen

    • art. 6 WvW

    • mensenhandel

    • economische delicten

    • Wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar (‘blauwe kamer’)

    Team 4:

    • regulier strafrecht tegen meerderjarigen

    • specialistische Fraude

    • Economische delicten

    Kabinet rechter-commissaris:

    • supersnelrecht

    Team 1 t/m 4:

    • Mulder, kanton, rekesten, verlenging TBS, zorgmachtiging, toetsing ISD en raadkamer.

    Met regulier strafrecht wordt bedoeld alle meervoudige strafkamerzittingen en politierechterzittingen van zowel gedetineerde als niet gedetineerde verdachten en niet vallend onder een van de andere aandachtsgebieden.

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9, vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3 genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter en/of het hoofd van de Verkeerstoren onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter en/of het hoofd van de Verkeerstoren verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechter(s) toegedeeld: door plaatsing van de zaak door de Verkeerstoren op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. In algemene zin vergen de volgende zaken vergen toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn.

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. Genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor raadsheren in opleiding, rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van procesdeelnemers;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • doelmatigheidsoverwegingen.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft / hebben gedaan.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter zijn:

    • indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter(s) die de zaak behandelt/en bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.

    Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 januari 2023.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Midden-Nederland op 2 november 2022.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Kanton, Handel en Kort geding

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van Kanton- en Handelszaken in het Civiele rechtsgebied (exclusief Familie, Curatele/Bewind/Mentorschap, Wsnp en Insolventiezaken) in de rechtbank Midden-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de rechtbank Midden-Nederland zijn de teams in het Civiele rechtsgebied Kanton, Handel en Kort geding als volgt belast met de behandeling van zaken:

    Team 1 (Lelystad), Teams 3 en 4 (Utrecht): Kantonzaken;

    Teams 2 en 5 (Utrecht) en Team 6 (Lelystad): Handelszaken.

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen naast de teams kleinere werkeenheden worden ingericht met rechters uit verschillende teams en locaties. Dit ziet in het bijzonder op Aanbestedingsrecht, Mededingingsrecht en Intellectuele eigendomsrecht.

    Zaken die onder een specifiek aandachtsgebied vallen, worden aan het team of de werkeenheid toegedeeld dat/die met de behandeling van dat specifieke aandachtsgebied is belast. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld. Aan de leden van ieder team kunnen ook zaken van een andere locatie worden toebedeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken plaats:

    • aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams door of namens de teamvoorzitter; en

    • aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde werkeenheden door de teamvoorzitter van team 3;

    onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect als volgt aan de rechters toegedeeld:

    • via een geautomatiseerd systeem of,

    • verdeling op basis van beschikbaarheid of,

    • door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De volgende zaken vergen toedeling op maat:

    • Aanbestedings- en Mededingingsrecht;

    • Arbeidszaken (complex);

    • Bank- en effectenrecht;

    • Beslag en Executierecht;

    • Bouwrecht;

    • Erfrecht;

    • Financiering en zekerheden;

    • Huurrecht (complex: oa huur bedrijfsruimte, huurkoop, lease);

    • Intellectuele eigendomsrecht (IE);

    • Letselschade (inclusief arbeidsongevallen en deelgeschillen);

    • Onteigening en ruilverkaveling;

    • Ontslag statutair bestuurder met arbeidsovereenkomst;

    • Overgang onderneming;

    • Pacht;

    • Pensioenrecht;

    • Vervoersrecht;

    • Verzekeringsrecht;

    • VVE- zaken;

    • WAMCA-zaken (Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie).

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

    In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • meervoudige kamer;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;

    • incidenten, die voor de toedeling van de zaak zijn aangebracht.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk;

    • zittingslocatie.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters- en raadheren in opleiding, rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, en rechters-plaatsvervanger kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • doelmatigheidsoverwegingen.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt in handels- en kantonzaken de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking gebeurt per brief dan wel op elektronische wijze. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.

    Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 januari 2022.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Midden-Nederland op 25 augustus 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Toezicht, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van faillissementszaken, schuldsaneringszaken, moratoria, dwangakkoorden, voorlopige voorzieningen, de Betalingsuitstelwet en zaken betreffende de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (hierna: insolventiezaken), curatele, bewind en mentorschap zaken (hierna: CBM-zaken) en erfrechtzaken in de rechtbank Midden-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervanger verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de rechtbank Midden-Nederland is team Toezicht belast met de behandeling van alle insolventiezaken en CBM-zaken, en voor wat betreft erfrechtzaken met de volgende aandachtsgebieden:

    • 1. Alle erfrechtverzoekschriftprocedures die hun grondslag vinden in boek 4 BW (zowel verzoekschriftprocedures bij de kantonrechter als bij de rechtbank)

    • 2. Verzoekschriftprocedures gebaseerd op artikel 672 Rv, die tot de beslissingsbevoegdheid van de kantonrechter behoort.

    • 3. Toezicht op het vermogen van minderjarigen (uit hoofde van voogdij of nalatenschap, dan wel losse verzoeken machtiging kantonrechter)

    • 4. Toezicht in geval van een afwezigheids- of vermissingsbewind

    • 5. Toezicht uit hoofde van een door de rechtbank benoemde testamentair bewindvoerder.

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen het team kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan een werkeenheid die deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over het team verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van het hiervoor in artikel 3. genoemde team plaats door of namens de teamvoorzitter van het inhoudelijke team (hierna: de teamvoorzitter), onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

    Voor insolventiezaken geldt dat de hoedanigheid van rechter-commissaris in een zaak in de weg staat aan vervolgens fungeren als rechter in de rechtbank in diezelfde zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem aan de rechters toegedeeld.

    Voor insolventiezaken geldt:

    • door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

      Het betreft de navolgende insolventiezaken:

      • behandeling verzoeken tot faillietverklaring;

      • behandeling verzoeken tot toelating WSNP;

      • zittingen moratorium, dwangakkoord, voorlopige voorziening;

      • (tussentijdse) beëindigingszittingen schuldsanering.

    Voor CBM-zaken geldt:

    • zaken die daarvoor op grond van in het gerecht door de CBM kantonrechters en de teamvoorzitter/rechter van het CBM team vastgestelde criteria lenen voor toewijzing zonder zitting, worden uitgesproken door de CBM kantonrechter die op grond van het rooster is aangewezen (hierna: de CBM kantonrechter van dienst);

    • overige CBM-zaken: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van kantonrechters die zich met CBM-zaken bezig houden (hierna: CBM kantonrechters).

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De volgende zaken vergen toedeling op maat:

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • specialistische zaken;

    • spoedverzoeken;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

    Voor insolventiezaken geldt bovendien:

    • zaken betrekking hebbend op de Wet Homologatie Onderhands Akkoord;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn, bijvoorbeeld in geval van clusters van faillissementen;

    • surseances van betaling.

    Voor CBM-zaken geldt bovendien:

    • aansprakelijkheidszaken met grote schade;

    • ontslag van een professionele bewindvoerder/curator/mentor in alle zaken;

    • (potentieel) geruchtmakende zaken.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk;

    • specialisme.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. De professionele standaarden insolventie en CBM worden hierbij gevolgd. Voor rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • doelmatigheidsoverwegingen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen;

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

    Voor insolventiezaken geldt bovendien:

    • indien de behandeling van een verzoek tot toelating tot de WSNP, of een verzoek tot faillietverklaring wordt aangehouden op verzoek van één of meer partijen, zolang een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de (CBM kanton)rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.

    Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een (CBM kanton)rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een (CBM kanton)rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de (CBM kanton)rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de (CBM kanton)rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de (CBM kanton)rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de (CBM kanton)rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere (CBM kanton)rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de (CBM kanton)rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit zaakstoedelingsregeling

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Midden-Nederland op 4 januari 2021.

Naar boven