Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 6 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/281823, houdende vaststelling Besluit aanwijzing toezichthouder Wet vrachtwagenheffing

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Wet vrachtwagenheffing;

BESLUIT:

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Dienst Wegverkeer:

Dienst als bedoeld in artikel 4a van de Wegenverkeerswet 1994;

wet:

Wet vrachtwagenheffing.

Artikel 2

Met het toezicht, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de wet, worden belast de door de directie van de Dienst Wegverkeer aangewezen ambtenaren belast met toezicht, voor zover het betreft het houden van toezicht met een technisch hulpmiddel als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouder Wet vrachtwagenheffing.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend.

Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2023 treedt onder andere artikel 14 van de Wet vrachtwagenheffing (hierna: de wet) in werking. Op grond van artikel 14, eerste lid, van de wet zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens die wet bepaalde, belast de daartoe bij besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen ambtenaren. Dit besluit voorziet daar in.

Dit besluit wijst de ambtenaren van de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) aan voor zover het betreft het houden van toezicht met technische hulpmiddelen, zoals bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet. Concreet gaat het hierbij om toezicht met zogenoemde Elektronische Camerabeelden (ECB)-camera’s boven de Nederlandse wegen met ANPR (Automatic Number Plate Recognition) technologie. ANPR is een techniek waarmee kentekens met behulp van camera’s automatisch worden gelezen en samen met de locatie, de datum en het tijdstip worden vastgelegd. Het gaat om, camera’s op, aan of in scanauto’s en camera’s en flitspalen langs de Nederlandse wegen. Tevens wordt gebruikt gemaakt van microgolftechnologie (Dedicated Short-Range Communication (DSRC)) om boordapparatuur uit te lezen waaronder de statusgegevens, het identificatienummer en het kenteken dat bij de boordapparatuur hoort.

Er wordt ook een uitvoeringsovereenkomst gesloten tussen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de RDW. De overeenkomst gaat over de uitvoering van de taken die de RDW tijdens de zogenaamde realisatiefase van de vrachtwagenheffing zal verrichten. Deze uitvoeringsovereenkomst is het kader voor de opdrachtverlening aan de RDW waaronder ook de aanbesteding van de genoemde technische hulpmiddelen valt. In de uitvoeringsovereenkomst worden afspraken gemaakt over de wijze van opdrachtverlening. Het gaat hierbij om afspraken over het vergoeden van de kosten door het Ministerie voor alle taken van de RDW, waaronder ook de kosten die gemaakt worden voor aanbestedingen en de verantwoording daarvan door de RDW in de realisatiefase. Hiermee worden qua opdrachtverlening, financiering en verantwoording andere afspraken gemaakt dan gebruikelijk is bij een tarief-gefinancierd bestuursorgaan als de RDW. Op grond van dit aanwijzingsbesluit kan RDW de aanbesteding van technische hulpmiddelen uitvoeren; opname van deze taken in de Regeling taken Dienst Wegverkeer is daarvoor niet nodig.

De vrachtwagenheffing start nog niet per 1 januari 2023, maar de realisatiefase wel. Daarom is het belangrijk dat de ambtenaren van de RDW ook daadwerkelijk met het toezicht op de Wet vrachtwagenheffing zullen worden belast zodat met de realisatiefase gestart kan worden. Datzelfde geldt voor het sluiten van de uitvoeringsovereenkomst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven