Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 15 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/275984, tot wijziging van de Subsidieregeling Circulaire Economie in verband met de vaststelling van het subsidieplafond en de aanvraagperiode voor 2023

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 4, eerste lid, en 10, tweede lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Circulaire Economie wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2.6, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. voor 2023: € 4.000.000.

B

In artikel 2.8 wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid een lid ingevoegd, luidende

  • 4. Voor het kalenderjaar 2023 kan met ingang van 23 maart, 09.00 uur tot en met 29 september, 12.00 uur Nederlandse tijd een aanvraag tot subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3 worden ingediend.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Subsidieregeling Circulaire Economie. Op grond van deze subsidieregeling kunnen subsidies worden verstrekt voor circulaire ketenprojecten. Dit zijn projecten waarbij bedrijven in samenwerking een product, proces, dienst of businessmodel meer circulair ontwerpen, produceren of organiseren, zodat minder grondstoffen worden verbruikt en minder CO2 wordt uitgestoten. Met deze wijziging van de subsidieregeling wordt voorzien in een subsidieplafond en aanvraagperiode in het jaar 2023.

2. Inhoud en noodzaak tot wijziging

Zonder deze wijziging kunnen in 2023 geen subsidies worden verstrekt voor circulaire ketenprojecten.

3. Gevolgen van de wijziging

De wijzigingsregeling betreft enkel de vaststelling en wijziging van openstellingsperiodes en subsidieplafonds. Dit type wijzigingen is uitgezonderd van voorafgaande toetsing door het Adviescollege toetsing regeldruk.

De wijzigingen van de subsidieregelingen hebben naar hun aard geen gevolgen voor de administratieve lasten voor ondernemers en burgers en ook geen andere noemenswaardige gevolgen voor burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie1, kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.

De financiële gevolgen voor de rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de subsidieregeling vallen binnen de kaders van de rijksbegroting.

4. Inwerkingtreding van de regeling

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. De wijzigingen hebben betrekking op nog komende aanvraagperiodes en niet op al eerder ingediende aanvragen. Daarom kan overgangsrecht achterwege blijven.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven