Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 12 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/280469, tot wijziging van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport in verband met de aanwijzing van de Inspectie Leefomgeving en Transport voor enkele taken uit Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PbEU 2019, L152/1)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 1.5 van de Wet luchtvaart en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Aan artikel 2, tweede lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport worden, onder vervanging van de punt aan het slot van de onderdelen g en h door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • i. het uitvoeren van de taken van de aanmeldende autoriteit als bedoeld in artikel 19 van Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PbEU 2019, L152/1);

  • j. de taken van de markttoezichtautoriteit als bedoeld in artikel 35 van Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PbEU 2019, L152/1).

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

Het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport geeft onder meer aan welke taken bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn belegd. Met het onderhavige wijzigingsbesluit wordt de ILT aangewezen voor het uitvoeren van de taken van de aanmeldende autoriteit, als bedoeld in artikel 19 van Gedelegeerde verordening (EU) 2019/9451 inzake onbemande luchtvaartuigen (hierna: verordening), en aangewezen als markttoezichtautoriteit, als bedoeld in artikel 35 van deze verordening. Beide taken hebben betrekking op producten zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de verordening. Het gaat hierbij om:

  • onbemande luchtvaartuigen die bestemd zijn om te worden geëxploiteerd in de open categorie of onder bepaalde operationele verklaringen in het kader van de specifieke categorie;

  • toebehorenkits, en;

  • add-ons voor identificatie op afstand.

Aanmeldende autoriteit

Producten zoals bedoel in artikel 2, eerste lid, van de verordening moeten voldoen aan de eisen zoals deze zijn vastgesteld in de bijlagen bij deze verordening. Om te bepalen of deze producten ook daadwerkelijk voldoen aan deze eisen, moeten deze worden onderworpen aan een conformiteitsbeoordeling. Deze beoordeling kan worden uitgevoerd door gebruik te maken van een conformiteitsbeoordelingsinstantie (hierna: CBI). Een CBI mag pas conformiteitsbeoordelingen uitvoeren als de betreffende CBI is aangemeld bij de Europese Commissie door de aanmeldende autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie. Op grond van artikel 24 van het Besluit luchtvaartuigen 2008 is de Minister van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen als aanmeldende autoriteit.

Met het onderhavige besluit wordt de uitvoering van de taken die horen bij de aanmeldende autoriteit belegd bij de ILT. Deze taken bestaan uit het opstellen en uitvoeren van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van CBI’s en het toezicht op de aangemelde instanties. Wanneer een CBI is aangemeld, mag zij als aangemelde instantie de conformiteitsbeoordelingen uitvoeren waarvoor zij is aangewezen.

Markttoezichtautoriteit

Op grond van artikel 35, eerste lid, van de verordening, moeten de lidstaten zorgen voor de organisatie en uitoefening van het toezicht op producten die op de Europese markt worden gebracht. Met het onderhavige besluit worden deze taken bij de ILT neergelegd voor de producten zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de verordening.

Wanneer uit onderzoek blijkt dat een onbemand luchtvaartuig, een toebehorenkit of een add-on voor identificatie op afstand niet voldoet aan de producteisen uit de verordening (EU) en de markttoezichtautoriteit van mening is dat er onveilige of anderszins schadelijke of risicovolle producten op de markt zijn, moeten deze worden opgespoord en van de markt gehaald of gehouden. Tevens kan de markttoezichtautoriteit tegen overtredende marktdeelnemers handhavend optreden. Ten slotte draagt markttoezicht bij aan het tegengaan van oneerlijke concurrentie, zodat een gelijk speelveld binnen de Europese Unie wordt gecreëerd. Op het markttoezicht zijn Verordening (EU) nr. 765/20082 en Verordening (EU) nr. 2019/10203 van toepassing.

Uitvoering en handhaving

Dit besluit is aan de Inspecteur-Generaal (hierna: IG) van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de bepalingen van het besluit. De IG heeft geconcludeerd dat hij op grond van ervaring met CBI’s bij andere vormen van transport de beoordeling, de aanmelding van en het toezicht op CBI’s kan uitvoeren. Dit met uitzondering van het accrediteren van CBI’s waartoe de Raad voor Accreditatie, als nationale accreditatie-instantie, op grond van de verordening (EU) verplicht is. Ook concludeert de IG dat hij als markttoezichtautoriteit kan optreden en ervanuit gaat dat het toezicht op speelgoeddrones onder zijn verantwoordelijkheid valt. Vanwege het sterke ontwikkelingskarakter van de Europese dronemarkt vraagt de IG om een evaluatie te houden drie jaar na inwerkingtreding van de aanwijzing.

Inwerkingtreding

Met het onderhavige besluit wordt aangesloten bij een van de vaste verandermomenten, te weten 1 januari 2023.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Gedelegeerde verordening (EU) 2019/945 van de Commissie van 12 maart 2019 inzake onbemande luchtvaartuigsystemen en uit derde landen afkomstige exploitanten van onbemande luchtvaartuigsystemen (PbEU 2019, L152/1).

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218).

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169).

Naar boven