Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 14 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/277695, houdende wijziging Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU verkeer en vervoer

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, derde lid, van het Besluit BDU verkeer en vervoer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 3 van de Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU verkeer en vervoer komt te luiden:

Artikel 3

Het absolute aandeel bedraagt voor het uitkeringsjaar 2023 het bij de uitkeringsontvanger genoemde bedrag in onderstaande tabel:

Uitkeringsontvanger

Bedrag (x 1.000 euro)

Openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, onderdeel a, Besluit personenvervoer 2000

11.997

Openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, onderdeel b, Besluit personenvervoer 2000

29.895

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

Algemeen

Achtergrond, doel en aanleiding

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat verschaft financiële middelen voor regionaal verkeer- en vervoerbeleid, de Brede Doeluitkering (BDU), op grond van de Wet BDU verkeer en vervoer. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van die wet vindt de verdeling van het voor het totaal van de brede doeluitkeringen beschikbare bedrag plaats op grond van gebiedsgerichte structuurkenmerken en andere kenmerken. Voor iedere ontvanger van de uitkering wordt op basis van deze structuurkenmerken het percentuele aandeel en op basis van de andere kenmerken het absolute aandeel berekend van het voor het totaal van de uitkeringen beschikbare bedrag.

Openbare lichamen als bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 – de twee vervoerregio’s die als zodanig zijn aangewezen – ontvangen per uitkeringsjaar een uitkering op basis van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoerbeleid (hierna: de brede doeluitkering). De twee als zodanig aangewezen vervoerregio’s zijn de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Vervoerregio Amsterdam.

De onderhavige regeling wijzigt artikel 3 van de Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU verkeer en vervoer. De wijziging strekt tot vervanging van de absolute aandelen voor de ontvangers van de brede doeluitkering voor het uitkeringsjaar 2022. De wijziging van de absolute aandelen vindt jaarlijks plaats, na overleg met de twee ontvangers.

Administratieve lasten

De onderhavige wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burgers en het bedrijfsleven. Ook heeft de wijzigingsregeling geen gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van de twee vervoerregio’s. Omdat er geen verzwaring van de administratieve lasten voor de betrokken partijen wordt verwacht, kon internetconsultatie op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie achterwege blijven1.

Vaste verandermomenten

De brede doeluitkering voor het uitkeringsjaar 2023 wordt uiterlijk in december 2022 verstrekt (artikel 2, eerste lid, van het Besluit BDU verkeer en vervoer). Gezien de vaste verandermomenten zou de wijziging uiterlijk op 1 oktober 2022 in werking moeten zijn getreden (artikel 4.17, tweede lid, Aanwijzingen voor de regelgeving). De hoogte van de absolute aandelen houdt verband met het ter beschikking stellen van middelen in de Rijksbegroting 2022. De middelen zijn echter pas na 1 oktober 2022 ter beschikking gesteld. In verband hiermee is inwerkingtreding van de wijzigingsregeling per 1 oktober 2022 niet haalbaar gebleken.

De ontvangers van de brede doeluitkering zijn gebaat bij spoedige inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling. Deze wijzigingsregeling heeft een directe relatie met het uitkeringsjaar van de brede doeluitkering. Ter voorkoming van grote publieke nadelen is besloten om af te wijken van de toepassing van de vaste verandermomenten van wet- en regelgeving.

Artikelsgewijs

Artikel I

De nieuwe tabel in artikel 3 bevat de absolute aandelen voor de twee uitkeringsontvangers voor het uitkeringsjaar 2023. In verband met afspraken met de beide vervoerregio’s zijn de absolute aandelen gestegen. Voor beide vervoerregio’s geldt dat de brede doeluitkering van 2023 hoger is dan die van 2022.

Artikel II

De wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven