Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2022, 32562 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2022, 32562 | ander besluit van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 4 van het Besluit op het specifiek cultuurbeleid;
Besluit:
In artikel 3, eerste lid, van de Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2016 wordt ‘€ 300 miljoen’ vervangen door ‘€ 450 miljoen’.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Het organiseren van tijdelijke tentoonstellingen is voor musea, zowel in Nederland als daarbuiten, één van de belangrijkste mogelijkheden om hun publieke functie vorm te geven en daarmee cultuurparticipatie te stimuleren. Dit heeft extra aan belang gewonnen nu musea na de coronacrisis het publiek weer terug moeten winnen. Het organiseren van deze tentoonstellingen, waarbij ook andere voorwerpen dan die uit een eventuele eigen museale collectie betrokken zijn, is echter ook een kostbare opgave, met name door hoge verzekeringspremies.
De Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2016 (hierna: de indemniteitsregeling) regelt een gedeeltelijke garantstelling bij schade of verlies van bruiklenen: het Rijk staat garant tot de eerste 30% van de verzekerde waarde (indemniteitsgarantie). Hierdoor kunnen verzekeraars korting geven op de verzekeringspremies voor tentoonstellingen, waardoor die makkelijker financieel rondkomen. Het plafond in de indemniteitsregeling bepaalt het maximale totale indemniteitsbedrag waarvoor het Rijk op enig moment garant kan staan. De hoogte van het totale plafond was € 300 miljoen en wordt met deze regeling verhoogd naar € 450 miljoen. Dankzij verhoging van het plafond is er ruimte om voor meer tentoonstellingen een indemniteitsgarantie te verlenen.
De belangrijkste overwegingen om nu over te gaan tot een verhoging van het plafond zijn de langdurige wens uit de sector om meer ruimte te creëren voor indemniteitsgaranties, alsmede de motie Werner c.s. om te onderzoeken of het plafond van de indemniteitsregeling verhoogd kan worden.1 Met deze verhoging wordt hier gehoor aan gegeven. Juist nu de museale sector herstelt na de coronacrisis is het van belang meer instellingen in staat te stellen gebruik te maken van indemniteitsgaranties om zo grotere tentoonstellingen te kunnen organiseren die meer publiek trekken. Dit kan bijdragen aan duurzaam herstel van de sector.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) voert de indemniteitsregeling uit. Op 10 november 2022 is door de RCE een uitvoeringstoets gedaan, waarin de uitvoerbaarheid van de wijziging getoetst is. Uitkomst van deze uitvoeringstoets is dat de wijziging uitvoerbaar en handhaafbaar is.
Deze conclusie is getrokken op basis van onderstaande overwegingen:
– het risico op schade blijft ook bij voorgestelde plafondverhoging van € 300 miljoen naar € 450 miljoen laag; en
– de plafondverhoging brengt mogelijk een hogere uitvoeringslast met zich mee in verband met meer garantieverklaringen. Deze uitvoeringslast kan worden opgevangen door het borgen van voldoende capaciteit binnen de betrokken afdelingen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-32562.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.