Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 23 november 2022, kenmerk 3468514-1039718-LZ houdende wijziging van de Subsidieregeling ADL-assistentie

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 7.1.1, vierde lid, van het Besluit langdurige zorg;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling ADL-assistentie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 vervalt de begripsbepaling Covid-19.

B

In artikel 1.3 vervallen het derde, vierde en vijfde lid.

C

In artikel 1.5 vervalt ‘, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid,’.

D

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

2. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 110.556.000’ vervangen door € 118.715.000.

3. In het tweede lid, onder 1°, wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.

4. Het vijfde lid vervalt

E

Artikel 1.7 vervalt.

F

In artikel 4.5, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

G

In artikel 5.5 wordt ‘€ 70,81’ vervangen door ‘€ 76,04.

H

Hoofdstuk 5a vervalt.

ARTIKEL II

Op aanvragen om subsidie die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend, op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend en op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld blijft het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

I. Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt het subsidieplafond en het uurtarief voor de ADL-assistentie voor 2023 geïndexeerd met 7,38% voor loon- en prijsbijstelling.

Ook vervalt met ingang van deze wijzigingsregeling de subsidie voor kosten als gevolg van (de bestrijding van) Covid-19.

Financiële gevolgen

Het totale subsidiebedrag voor ADL-assistentie is met deze wijziging met 7,38% verhoogd, op basis van de indices uit de macro-economische verkenningen.

Regeldruk

Deze wijzigingen leiden niet tot administratieve gevolgen.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdelen A, B, C, E en F (Covid-19 bepalingen)

In artikel 1.1 vervalt de begripsbepaling Covid-19. In artikel 1.3, lid 3 tot en met 5, werd geregeld dat in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020 en in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 extra subsidie mogelijk was voor compensatie van kosten als gevolg van Covid-19. De periode waarin deze subsidie beschikbaar is gesteld is afgelopen. Ook is er geen noodzaak gebleken tot verlenging van de maatregelen. Hierbij sluiten we aan bij de maatwerkregelingen voor Covid-19 in de Zvw en Wlz die, voor zover nog intact, per 1 januari 2023 worden beëindigd. Het uitgangspunt hierbij is dat de financiering van kosten die gemoeid gaan met Covid-19 onderdeel wordt van de normale bedrijfsvoering van zorgaanbieders. Uiteraard kan dit in een nieuwe pandemische crisissituatie worden herzien.

Met het schrappen van artikel 1.3, lid 3 tot en met 5, kan ook de notie ‘, bedoeld in artikel 1.3, eerste lid,’ in artikel 1.5 komen te vervallen. Artikel 1.7 regelde dat de Covid-19 subsidies onder de werking van Hoofdstuk 5a van deze regeling vallen. In Hoofdstuk 5a werd de subsidieregeling uitgewerkt. Artikel 1.7 en Hoofdstuk 5a komen hiermee ook te vervallen. Tot slot komt artikel 4.5, eerste lid onderdeel d te vervallen, waarin werd geregeld dat niet-geleverde ADL uren die voor compensatie in aanmerking kwamen in de administratie moesten worden opgenomen.

Onderdeel D (Indexatie subsidiebedragen)

Artikel 1.6 wordt zodanig gewijzigd dat het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op grond van deze subsidieregeling op basis van een indexatie voor loon- en prijsbijstelling met 7,38% wordt verhoogd naar € 118.715.000 in het jaar 2023. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2023 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen.

Onderdeel G (Indexatie uurtarief)

In artikel 5.5, eerste lid, wordt het jaartal aangepast en is het uurtarief geïndexeerd met 7,38% tot een bedrag van € 76,04. De bijstelling tot het loon- en prijspeil voor 2023 is gebaseerd op de indices uit de macro-economische verkenningen.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven