Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 24 november 2022, nr. 4307172, houdende wijziging van de Regeling politielegitimatiebewijs

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 51 van het Besluit beheer politie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling politielegitimatiebewijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in bijlage 1 bij deze regeling’ vervangen door: ‘bedoeld in de bijlage bij deze regeling’.

3. Na het eerste lid (nieuw) wordt een artikellid toegevoegd, luidende:

  • 2. De korpschef kan ambtenaren, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012 die niet over opsporingsbevoegdheden beschikken, opdragen een politielegitimatiebewijs bij zich te dragen.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De korpschef draagt er zorg voor dat het politielegitimatiebewijs wordt vervaardigd overeenkomstig het model en met inachtneming van de eisen, vermeld in de bijlage bij deze regeling.

2. In het tweede lid vervallen de woorden ‘na ondertekening’.

3. In het derde lid wordt na ‘de ambtenaar, bedoeld in artikel 1,’ ingevoegd: ‘de datum van uitgifte’.

C

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE

Het politielegitimatiebewijs bevat:

Aan de voorzijde:

  • a. het politielogo en het politiemonogram;

  • b. de aanduiding ‘legitimatiebewijs’;

  • c. een goed gelijkende foto van de ambtenaar aan wie het politielegitimatiebewijs wordt uitgereikt;

  • d. het dienstnummer van de ambtenaar;

  • e. de aanduiding ‘uitvoerend’ of ‘ondersteunend’;

  • f. de datum van uitreiking.

    Aan de achterzijde:

  • g. het politiemonogram;

  • h. de naam van de ambtenaar aan wie het politielegitimatiebewijs wordt uitgereikt;

  • i. de naam en de hoedanigheid van degene die het politielegitimatiebewijs uitreikt;

  • j. het documentnummer;

  • k. de vermelding van het eigendomsrecht;

  • l. het retouradres.

D

Bijlage 2 vervalt.

ARTIKEL II

Politielegitimatiebewijzen die aan de in artikel 1, eerste lid, onder a, bedoelde ambtenaren zijn uitgereikt voor 1 januari 2023, zullen gefaseerd doch uiterlijk op 1 januari 2025 worden ingenomen en vervangen door een nieuw politielegitimatiebewijs en behouden tot dat moment hun geldigheid.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatcourant worden gepubliceerd.

’s-Gravenhage, 24 november 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

De Regeling politielegitimatiebewijs, daterend uit 1994 en technisch aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Politiewet 2012, is op een aantal punten toe aan een inhoudelijke herziening. Daarnaast bestaat de behoefte om het politielegitimatiebewijs een nieuw uiterlijk te geven dat beter aansluit bij de eisen van deze tijd.

Verruiming kring van dragers

Ingevolge artikel 1 wordt het politielegitimatiebewijs tijdens de uitoefening van de dienst gedragen door (a.) ambtenaren van politie (waaronder ook de vrijwillige ambtenaren), aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, alsmede (b.) door de korpschef aangewezen ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van administratieve, technische en andere taken ten dienste van de politie die tevens beschikken over opsporingsbevoegdheden (de zogeheten politie-boa’s). De bepaling voorziet niet in het uitreiken van een politielegitimatiebewijs aan ambtenaren van politie zónder opsporingsbevoegdheid. Doch ook deze ambtenaren kunnen in het kader van hun werkzaamheden in contact komen met burgers. Te denken valt aan politiemedewerkers belast met de woordvoering of met technische ondersteuning op een plaats delict. Op grond van artikel 2 van de Ambtsinstructie rust ook op hen de verplichting zich desgevraagd, dan wel ongevraagd als zij optreden in burgerkleding (hetgeen doorgaans het geval zal zijn), te legitimeren aan de hand van het aan hen verstrekte politielegitimatiebewijs. Aangezien het omwille van de herkenbaarheid wenselijk is dat bij de politie slechts één uniform legitimatiebewijs in gebruik is, ligt het voor de hand dat ook aan ambtenaren van politie zonder opsporingsbevoegdheid in voorkomende gevallen een politielegitimatiebewijs in de zin van deze regeling wordt uitgereikt. Het nieuwe tweede lid voorziet in deze mogelijkheid. Daarmee wordt het toepassingsbereik van deze regeling verruimd tot alle ambtenaren van politie, genoemd in artikel 2, onderdelen a tot en met c, van de Politiewet 2012. (Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat ambtenaren van de rijksrecherche, genoemd in artikel 2, onderdeel d, van de wet, vallen onder een andere regeling, te weten de Vaststelling politielegitimatiebewijs). De korpschef wordt daarmee bevoegd ook ambtenaren van politie zonder opsporingsbevoegdheden op te dragen een politielegitimatiebewijs bij zich te dragen, indien deze ambtenaren werkzaamheden verrichten waarbij de kans bestaat dat zij zich – al dan niet gevraagd – dienen te legitimeren. Dit kan het geval zijn bij het – hierboven al genoemde – optreden als politiewoordvoerder of het verrichten van ondersteunende werkzaamheden, mede ten behoeve van andere instanties waarmee de politie samenwerkt (brandweer, buitengewone opsporingsdiensten, douane en dergelijke), en ook als het bijvoorbeeld gaat om het transport of de afgifte van inbeslaggenomen goederen, zoals geld of wapens. Deze politieambtenaren zullen een politielegitimatiebewijs met de aanduiding 'ondersteuning' als bedoeld in de bijlage onder e. uitgereikt krijgen.

Nieuwe vormgeving politielegitimatiebewijs

Het bestaande legitimatiebewijs toont aan de voorzijde alle informatie over de drager, ook de naam en de foto. Als politieambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie worden gefilmd of gefotografeerd, hetgeen steeds vaker gebeurt, worden al deze persoonsgegevens overgenomen als zij zich legitimeren. Vervolgens is de kans reëel dat deze gegevens via bijvoorbeeld de sociale media hun weg naar de openbaarheid vinden. Hiermee kan de veiligheid van de drager nodeloos in het gedrang komen, bijvoorbeeld in geval van ‘doxing’ (het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden). Dit vraagt om een andere vormgeving van het politielegitimatiebewijs. Het nieuwe legitimatiebewijs zal aan de voorzijde alleen nog het politielogo, de foto, het dienstnummer en de hoedanigheid van de drager tonen; de naam van de drager is op de achterzijde vermeld. Hierdoor is het de drager mogelijk zich deugdelijk te legitimeren als ambtenaar van politie, zonder op voorhand ook zijn naam kenbaar te hoeven maken. Primaire functie van de legitimatieplicht is immers het aantonen van de bevoegdheid van de desbetreffende ambtenaar c.q. de rechtmatigheid van het politieoptreden. Het gaat niet zozeer om wie de persoon is als wel om in welke hoedanigheid hij optreedt. Dit neemt niet weg dat het onder omstandigheden van belang kan zijn om langs andere weg de identiteit van de desbetreffende persoon te kunnen vaststellen. Indien de drager niet bereid is om desgevraagd ook zijn naam kenbaar te maken, kan diens identiteit via het aan de voorzijde van het legitimatiebewijs vermelde dienstnummer worden achterhaald door eenieder die daartoe een gerechtvaardigd belang heeft en geen zwaarwegend belang voor de uitoefening van de politietaak dit belet.

Bijlage

De twee uit 1994 daterende bijlagen, die deel uitmaken van de regeling, zijn achterhaald. Zo verwijst Bijlage 1 voor een model van het legitimatiebewijs naar het Handboek politielogo en huisstijl 1993. Destijds werd met dit handboek beoogd een uniforme huisstijl te verzekeren bij alle 26 korpsen uit het toenmalige regionale politiebestel. Met de invoering van één landelijk politiekorps in 2013 verloor het handboek aan betekenis. Het is niet meer aangepast aan het huidige politiebestel en de noodzaak ontbreekt om dat alsnog te doen. Om die reden wordt het model van het politielegitimatiebewijs (met een afbeelding van de voor- en achterzijde) opgenomen in een nieuwe bijlage, die voorts een opsomming bevat van elementen die op het politielegitimatiebewijs moeten voorkomen. Daarmee kan tevens Bijlage 2 vervallen. De daarin vermelde productiespecificaties zijn achterhaald en worden niet overgenomen in de nieuwe bijlage. Weliswaar zal het nieuwe politielegitimatiebewijs worden voorzien van technische en grafische voorzieningen die het ongeoorloofd reproduceren ervan beogen tegen te gaan. Aangezien echter de voorkeur uitgaat naar een techniekonafhankelijke regeling, worden deze voorzieningen niet nader gespecificeerd.

Ook het voorschrift uit Bijlage 2 dat het politielegitimatiebewijs wordt ondertekend door de drager en de uitreiker, keert niet terug in de nieuwe bijlage. In het huidige politiebestel worden alle legitimatiebewijzen uitgereikt door de korpschef van politie. Diens (digitale) handtekening op het bewijs heeft geen meerwaarde. Ook identiteitsbewijzen als het paspoort, de identiteitskaart en het rijbewijs, zijn niet ondertekend door degene die het document uitreikt.

Het in de opsomming van deze Regeling genoemde element 'politielogo' ziet op het gecombineerde woordbeeldmerk en het monogram op het enkele beeldmerk met vlam en wetboek.

Overgangsperiode

Vanaf het moment waarop deze wijzigingsregeling in werking treedt, zullen uitsluitend nieuw vormgegeven politielegitimatiebewijzen worden vervaardigd en uitgereikt. De thans in gebruik zijnde legitimatiebewijzen zullen worden ingenomen en vervangen. Het is echter technisch en organisatorisch niet mogelijk om dit binnen een zeer korte tijdsspanne te hebben verwezenlijkt. Gelet op de aantallen – het gaat om tienduizenden legitimatiebewijzen – zal dit proces naar verwachting na twee jaar kunnen zijn afgerond. Om die reden wordt in artikel II bepaald dat de thans in gebruik zijnde ‘oude’ politielegitimatiebewijzen tot het moment van omwisseling hun geldigheid behouden, doch niet langer dan twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven