Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2022, kenmerk 3466366-1038790, Jeugd, houdende de wijziging van Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg in verband met het verlengen van de regeling en het wegvallen van het Ondersteuningsteam Zorg en Jeugd

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies,

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘2022’ ‘en 2023’ ingevoegd.

B

In artikel 4 wordt onder vernummering van het derde tot het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2023 € 10.000.000.

C

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘31 december 2022’ vervangen door ‘31 december 2023’.

D

In artikel 10, tweede lid, wordt ‘1 oktober 2023’ vervangen door ‘1 oktober 2024’.

E

In artikel 10a wordt ‘1 januari 2022’ vervangen door ‘1 januari 2023’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport M. van Ooijen

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt de duur van de Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg (hierna: de subsidieregeling) wederom met de duur van één jaar verlengd.

Verlenging van de subsidieregeling

In het Bestuurlijk Overleg Rijk-VNG van 11 juli 2019 werd besloten om een bedrag ter beschikking te stellen om – in geval van acute liquiditeitsproblemen – de continuïteit van cruciale jeugdzorg te waarborgen. Aan dat besluit is met de Subsidieregeling continuïteit cruciale jeugdzorg uitvoering gegeven. Deze regeling had oorspronkelijk een looptijd tot en met 31 december 2021 en werd nadien al verlengd tot en met 31 december 2022. Nu wordt de werking van de regeling nogmaals met één jaar verlengd tot 31 december 2023.

Verlenging van de regeling wordt noodzakelijk geacht, aangezien de Jeugdautoriteit (JA) op dit moment betrokken is bij 16 organisaties met een hoog risico op discontinuïteit van zorg. Dit aantal is met 2 gegroeid ten opzichte van vorig jaar. De risicoanalyse o.g.v. financiële ratio’s wijst uit dat 40 aanbieders van de ruim 230 een risico op financiële problemen hebben.

De JA voert periodiek gesprekken met aanbieders met een hoog risico op financiële problemen. Uit die gesprekken blijkt dat op dit moment bij één een zeer acuut continuïteitsrisico bestaat. De JA acteert volgens het Draaiboek met betrekking tot deze aanbieder. Daarnaast zijn bij ook bij andere aanbieders zorgen over de continuïteit van de organisatie op middellange termijn. Ook hierin acteert de JA volgens het Draaiboek. In totaal heeft de JA daarom nu 16 organisaties in casuïstiek.

Ofschoon bij de vorige wijziging nog de hoop werd uitgesproken dat het steunbedrag kon worden afgebouwd, is het toch wenselijk gebleken om de regeling te verlengen. Dit vanwege een langer dan voorziene doorlooptijd van de Hervormingsagenda en bijbehorende wetgeving, waarmee beoogd wordt de financiële positie van de jeugdzorg structureel te verbeteren.

Concluderend is de financiële positie van jeugdhulpaanbieders ook op dit moment dus nog precair. De huidige stand van ontwikkeling van het jeugdhulpstelsel maakt een verlenging van de subsidieregeling met één jaar daarom wenselijk.

Gevolgen voor regeldruk

Er zijn geen gevolgen voor de regeldruk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

De wijzigingen A, C, D en E dienen tot de verlenging in tijd van de regeling.

Met wijziging B wordt het voor 2023 gereserveerde bedrag in de regeling opgenomen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport M. van Ooijen

Naar boven