Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 14 november 2022, 2022-0000226601, tot instelling van het monitoringcomité ESF+ 2021–2027

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op de artikelen 38 tot en met 40 van de Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

monitoringcomité ESF+ 2021–2027:

monitoringcomité als bedoeld in artikel 38 van de verordening;

Minister:

Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen;

verordening:

Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231).

Artikel 2. Instelling en taak

  • 1. Er is een monitoringcomité ESF+ 2021–2027.

  • 2. Het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 heeft de taak om toe te zien op een goede voortgang en uitvoering van het programma ESF+ 2021–2027, zoals nader uitgewerkt in artikel 40 van de verordening, en wordt ingesteld tot en met 30 december 2031.

Artikel 3. Samenstelling en benoeming

  • 1. Het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 bestaat uit een voorzitter en 15 leden.

  • 2. De voorzitter en leden, door de Minister te benoemen, bestaan uit een afvaardiging van de volgende partijen:

    • a. drie leden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waaronder de voorzitter;

    • b. een lid op voordracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • c. een lid op voordracht van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

    • d. een lid op voordracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

    • e. een lid op voordacht van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten;

    • f. twee leden op voordracht van de in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde organisaties van werkgevers;

    • g. twee leden op voordracht van de in de Stichting van de Arbeid vertegenwoordigde organisaties van werknemers;

    • h. een lid op voordracht van het College voor de Rechten van de Mens;

    • i. een lid op voordracht van de G4 gemeenten in Nederland;

    • j. een lid op voordracht van de G40 gemeenten in Nederland;

    • k. een lid op voordacht van Movisie.

  • 3. De benoeming geldt voor de instellingsduur van het monitoringcomité ESF+ 2021–2027.

  • 4. Voor ieder lid kan de Minister een plaatsvervanger benoemen, voor zover van toepassing op voordracht van de partij die het te vervangen lid heeft voorgedragen.

  • 5. Bij tussentijds vertrek van de voorzitter of een lid kan de Minister een andere voorzitter of ander lid benoemen.

  • 6. Op eigen initiatief of op verzoek van het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 kan een vertegenwoordiger van de Europese Commissie met raadgevende stem zitting nemen in het monitoringcomité ESF+ 2021–2027.

Artikel 4. Secretariaat

Het secretariaat van het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 berust bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 5. Vergadering en besluitvorming

In aanvulling op artikel 38 van de verordening:

  • a. kan het monitoringscomité ESF+ 2021–2027 gebruik maken van een schriftelijke vergaderprocedure;

  • b. kunnen leden van het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 zich ter vergadering laten bijstaan door een of meer adviseurs;

  • c. besluit het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 met meerderheid van ter vergadering aanwezige stemmen en bij staking van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 7. Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 worden vervaardigd of vergaard, maakt het monitoringcomité ESF+ 2021–2027 openbaar in overeenstemming met artikel 38, vierde lid van de verordening.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2031.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling monitoringcomité ESF+ 2021–2027.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Deze regeling voorziet in de instelling van een monitoringcomité dat toezicht houdt op de uitvoering van het programma ESF+ 2021–2027. Kern van de taak is dat het monitoringcomité toe ziet op de doeltreffendheid en de kwaliteit van de uitvoering van het programma ESF+ 2021–2027. De taken van het monitoringcomité zijn nader gespecificeerd in de artikelen 38, 39 en 40 van verordening (EU) 2021/10601:

1.1 Taken van het monitoringcomité

  • 1. Het monitoringcomité onderzoekt:

    • de vooruitgang van het programma en het behalen van de doelen;

    • alles wat de prestaties van het programma beïnvloedt en de verschillende maatregelen die hiervoor genomen worden;

    • hoe het programma een rol kan spelen in de landspecifieke aanbevelingen;

    • een beoordeling bij eventueel gebruik van financieringsinstrumenten;

    • de evaluaties van de programmaonderdelen;

    • de acties gericht op de communicatie-uitingen en de zichtbaarheid;

    • de voortgang van de uitvoering van acties met strategisch belang;

    • of het programma zich aan de randvoorwaarden houdt gedurende de uitvoering;

    • de vorderingen met de opbouw van administratieve capaciteit bij overheidsinstanties, partners en begunstigden, indien van toepassing;

    • informatie over een eventuele bijdrage aan het InvestEU-programma.

  • 2. Het monitoringcomité hecht zijn goedkeuring aan:

    • de methode en de criteria voor de selectie van concrete acties;

    • het eindverslag;

    • het evaluatieplan en wijzigingen daarvan;

    • voorstellen van de beheerautoriteit om het programma te wijzigen.

  • 3. Het monitoringcomité kan aanbevelingen doen aan de beheerautoriteit.

1.2 Werkwijze van het monitoringcomité

  • 1. Het monitoringcomité komt minimaal één keer per jaar bijeen voor vergadering.

  • 2. Het monitoringcomité stelt een reglement van orde vast waarin de regels over de gang van zaken bij de vergaderingen wordt beschreven.

  • 3. Elk lid van het monitoringcomité heeft een stem. Bij een gelijk aantal stemmen heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.

  • 4. Het monitoringcomité wordt voorgezeten door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

  • 5. Vertegenwoordigers van de Commissie nemen als toezichthouder met een raadgevende stem deel aan het monitoringcomité.

De artikelen 38, 39 en 40 van de verordening bevatten rechtstreeks werkende bepalingen over de werkwijze van het monitoringscomité. Die bepalingen zijn daarom niet in deze regeling opgenomen. Wel bevat de regeling met artikel 5 enkele aanvullende procedurevoorschriften die niet in de verordening staan.

De regeling treedt in werking met ingang van de dag publicatie in de Staatscourant en vervalt op 31 december 2031, het jaar waarin het programma ESF+ formeel moet worden afgesloten. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn voor regelgeving, zoals neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De reden daarvoor is dat het monitoringscomité moet zijn opgericht binnen drie maanden na de datum waarop Nederland in kennis is gesteld van het besluit tot goedkeuring van het programma ESF+ 2021–2027. Dit is gebeurd op 16 augustus 2022.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PbEU 2021, L 231).

Naar boven