Buiten toepassing laten rijkscoördinatieregeling zonnepark ‘de Drentse Zonneroute A37’

Datum 20 januari 2022

Nummer DGKE-WO /21287982

De Minister voor Klimaat en Energie,

overwegende:

  • Dat de provincie Drenthe het voornemen heeft met behulp van de provinciale coördinatieregeling het zonnepark ‘de Drentse Zonneroute A37’ te realiseren, een langgerekt zonnepark langs de snelweg A37 in de gemeente Coevorden, gemeente Emmen en de gemeente Hoogeveen van tenminste 50MW;

  • dat dit initiatief op grond van artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Elektriciteitswet 1998, onder de rijkscoördinatieregeling valt, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening;

  • dat de rijkscoördinatieregeling, voor zover hier van belang, gelet op artikel 3.35, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening met zich brengt dat voor het hiervoor bedoelde project een inpassingsplan wordt vastgesteld door de Minister van Economische Zaken (hierna: EZK), (Minister voor Klimaat en Energie, hierna: K&E), Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) (Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, hierna: VRO), en dat de voorbereiding en bekendmaking van het inpassingsplan door de Minister van EZK (Minister voor K&E) worden gecoördineerd met de voorbereiding en bekendmaking met andere voor de uitvoering van het project benodigde besluiten;

  • dat de Minister van EZK (Minister voor K&E), in afwijking van het voorgaande, op grond van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 kan bepalen dat voor een bepaald project geen Rijksinpassingsplan wordt voorbereid en de voorbereiding en bekendmaking van andere besluiten niet door hem worden gecoördineerd;

  • dat deze bevoegdheid kan worden toegepast indien, in aanmerking genomen de omvang, aard en ligging van het desbetreffende zonnepark, alsmede het aantal voor de aanleg of uitbreiding van het zonnepark ‘de Drentse Zonneroute A37’ benodigde besluiten, redelijkerwijze niet valt te verwachten dat toepassing van de rijkscoördinatieregeling, als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, de besluitvorming in betekenende mate zal versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden;

  • dat deze situatie zich bij dit project voordoet, omdat met het zonnepark ‘de Drentse Zonneroute A37’ invulling wordt gegeven aan regionale en nationale klimaatambities en de samenwerking tussen partijen sinds 2017 positief en constructief verloopt, het plan zich in zijn geheel bevindt binnen de Drentse provinciegrenzen en er met een Provinciaal inpassingsplan hetzelfde resultaat kan worden behaald als met een Rijksinpassingsplan;

  • dat er ook geen bijzondere belemmeringen zijn die in de weg staan aan een voorspoedig verloop van de benodigde procedures, zonder dat de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast;

  • dat, gelet op het voorgaande, provincie Drenthe bij brief van 30 november 2021 formeel heeft verzocht de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat ter voorbereiding van de beslissing hierop de bij het project betrokken bestuursorganen – de gemeenten Coevorden, Emmen en Hoogeveen – zijn gehoord over het voornemen de rijkscoördinatieregeling buiten toepassing te laten;

  • dat de (betrokken bestuursorganen van de) gemeente Coevorden bij brief van 20 september 2021 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de (betrokken bestuursorganen van de) gemeente Emmen bij brief van 21 september 2021 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen;

  • dat de (betrokken bestuursorganen van de) gemeente Hoogeveen bij brief van 21 september 2021 heeft aangegeven te kunnen instemmen met het voornemen.

Gelet op:

Artikel 9b, vierde lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Geen van de procedures, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de besluitvorming inzake het in ontwikkeling zijnde zonnepark ‘de Drentse Zonneroute A37’, voorzien in de gemeente Coevorden, de gemeente Emmen en de gemeente Hoogeveen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt. Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister voor Klimaat en Energie, namens deze: M. Hetem MT-lid directie Warmte en Ondergrond

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van hoofdstuk 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet)

Naar boven