Bouw & Infra 2023

Verbindendverklaring gewijzigde cao-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2022 tot wijziging van het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bouw en Infra

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van Technisch Bureau Bouw en Infra namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeenverbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partijen ter ener zijde: Bouwend Nederland, de vereniging van bedrijven in de sectoren Bouw en infrastructuur, Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland (Bovatin), Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven (VSB), Vereniging van Infrabedrijven MKB INFRA, Boorinfo Branche Vereniging, Ondernemersorganisatie MKB Bouw, Vereniging Wapeningsstaal Nederland (VWN), Vereniging voor aannemers in de sloop (VERAS), Noordelijke Vereniging Burgerlijke- en Utiliteitsbouw (NVBU), Straatwerk Nederland, Vereniging Gebouwschil Nederland, secties Metselen en Voegen en WoningBouwersNL;

Partijen ter andere zijde: FNV en CNV Vakmensen.nl.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeenverbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bouw en Infra1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 komt te luiden:

‘1.1 Intredekeuring

1.1.1 Waar gaat het om?

  • Een intredekeuring is bedoeld om vast te stellen of een kandidaat-werknemer medisch geschikt is voor de functie die hij wil gaan vervullen.

  • De keuring wordt uitgevoerd door een gecertificeerde arbodienst die een samenwerkingsovereenkomst heeft met Volandis.

  • Bij de intredekeuring maakt de arbodienst gebruik van de uitvoeringsprocedures, beroepsbeschrijvingen en beoordelingsrichtlijnen van Volandis.

1.1.2 Wanneer verplicht?

  • De intredekeuring is verplicht voor functies die bijzondere eisen stellen aan de medische geschiktheid van de kandidaat-werknemer. Dit zijn de functies waar in bijlage 1.1, bijlage 1.2 of bijlage 1.3 een asterisk (*) bij staat.

1.1.3 Uitzondering

  • De intredekeuring is niet verplicht als de kandidaat-werknemer de afgelopen drie jaar als werknemer in de bouw & infra heeft gewerkt en in deze periode voor een vergelijkbare functie reeds een intredekeuring heeft plaatsgevonden.

  • De intredekeuring is niet verplicht als het gaat om een kandidaat-werknemer die wordt begeleid door een arbodienst of een uitvoeringsinstelling zoals een gemeente of UWV.

  • De werkgever en de arbodienst/uitvoeringsinstelling leggen hun afspraken over de inzet van deze kandidaat-werknemer schriftelijk vast. Dit doen zij vóór het afsluiten van de arbeidsovereenkomst.

1.1.4 Uitslag van de keuring

  • De uitslag is: 'geschikt', 'geschikt onder voorwaarden' of 'ongeschikt'.

  • De arbodienst maakt de uitslag bekend aan de kandidaat-werknemer. Als de werknemer daarmee expliciet instemt, informeert de arbodienst ook de werkgever over de uitslag.

  • Is de uitslag 'geschikt'? Dan mag de werkgever een arbeidsovereenkomst met de kandidaat-werknemer sluiten.

  • Is de uitslag ‘geschikt onder voorwaarden’? Dan mag de werkgever met de kandidaat-werknemer een arbeidsovereenkomst sluiten, nadat hij schriftelijk met de arbodienst/uitvoeringsinstelling heeft afgesproken hoe de gestelde voorwaarden worden vervuld.

  • Is de uitslag 'ongeschikt'? Dan mag de werkgever voor die functie geen arbeidsovereenkomst met de kandidaat-werknemer sluiten.

1.1.5 Herkeuring

  • Is de kandidaat-werknemer het oneens met de keuringsuitslag? Dan kan hij Volandis vragen om een herkeuring. Hij geeft daarbij aan om welke reden hij dit wil.

  • De uitvoering van de herkeuring gebeurt door een andere bedrijfsarts dan bij de eerste keuring.

1.1.6 Vrijwillig intredeonderzoek

  • Geldt voor de werknemer geen verplichte intredekeuring? Dan kan hij vrijwillig deelnemen aan een intredeonderzoek. De werknemer maakt hier zelf een afspraak voor met de arbodienst.’

Artikel 4.5 komt te luiden:

‘4.5 Starttabel bouwplaatswerknemer

Tabel 4.5 Starttabel bouwplaatswerknemer (euro per uur)

leeftijd

max. duur

1/1/2023

(periode 1)

1/7/20231

(periode 7)

16

1e halfjaar

2e halfjaar

4,42

4,99

nntb

nntb

17

1e halfjaar

2e halfjaar

5,04

5,66

nntb

nntb

18

1e halfjaar

2e halfjaar

6,29

7,01

nntb

nntb

19

1e halfjaar

2e halfjaar

7,52

8,33

nntb

nntb

20

1e halfjaar

2e halfjaar

9,57

10,22

nntb

nntb

21 of ouder

1e halfjaar

2e halfjaar

12,21

13,25

nntb

nntb

X Noot
1

Bedragen zijn afhankelijk van het wettelijk minimum(jeugd)loon (Wml). Het Wml per 1 juli 2023 is nog niet bekend.

4.5.1 Voor wie geldt tabel 4.5?

  • In tabel 4.5 staat het garantieloon voor de bouwplaatswerknemer die nog niet eerder in de bouw & infra heeft gewerkt. De starttabel geldt maximaal een jaar.

  • Uitzondering: de starttabel geldt niet tijdens een opleiding bbl 2 of 3 en ook niet na het behalen van een diploma voor die opleiding.

4.5.2 Hoe wordt dit garantieloon berekend?

  • Het eerste halfjaar is het garantieloon gelijk aan het wettelijk minimum(jeugd)loon (Wml) plus 25% van het verschil tussen het garantieloon van:

    • tabel 4.2, functiegroep A (21 jaar of ouder) of

    • tabel 4.3, geen diploma (16 tot en met 20 jaar)

    en dit Wml.

  • Het tweede halfjaar is het garantieloon gelijk aan het wettelijk minimum(jeugd)loon (Wml) plus 50% van het genoemde verschil.’

Artikel 4.11 komt te luiden:

‘4.11 Starttabel uta-werknemer

Tabel 4.11 Starttabel uta-werknemer (euro per maand)

leeftijd

1/1/2023

(periode 1)

1/7/2023

(periode 7)

16

694,54

711,90

17

793,78

813,62

18

992,22

1.017,03

19

1.240,25

1.271,26

20

1.488,31

1.525,52

 

1e halfjaar

2e halfjaar

1e halfjaar1

2e halfjaar1

21 of ouder

2.002,03

2.069,66

nntb

nntb

X Noot
1

Bedragen zijn afhankelijk van het wettelijk minimum(jeugd)loon (Wml). Het Wml per 1 juli 2023 is nog niet bekend.

4.11.1 Voor wie geldt tabel 4.11?

  • In tabel 4.11 staat het salaris voor de uta-werknemer die nog niet eerder in de bouw & infra heeft gewerkt. De starttabel geldt maximaal een jaar.

4.11.2 Berekening salaris starttabel 21 jaar of ouder

  • Het salaris volgens de starttabel wordt voor de uta-werknemer van 21 jaar of ouder als volgt berekend:

    • het eerste halfjaar is het maandsalaris gelijk aan het wettelijk minimumloon (Wml) plus 25% van het verschil tussen het minimum van functieniveau 1 in tabel 4.9 en dit Wml en

    • het tweede halfjaar is het maandsalaris gelijk aan het wettelijk minimumloon (Wml) plus 50% van het genoemde verschil.’

Artikel 10.1, onderdeel I, komt te luiden:

‘I

  • Individueel budget: zie 4.14.

  • Individueel leerbedrijf: een werkgever die met een leerlingwerknemer een bpvo en een arbeidsovereenkomst sluit en daarbij optreedt als leerbedrijf overeenkomstig de Web.

  • Instructeur: de werknemer van een opleidingsbedrijf die verantwoordelijk is voor de opleiding, scholing, beoordeling en begeleiding van de deelnemer binnen de opleidingswerkplaats.

  • Intredekeuring: aanstellingskeuring in de zin van de Wet op de medische keuringen (Wmk).’

Bijlage 4.1, artikelen 5 en 6 komen te luiden:

‘Artikel 5 - Bestuur

  • 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tien natuurlijke personen.

  • 2. Bouwend Nederland benoemt, schorst en ontslaat vijf bestuursleden. Deze vijf bestuursleden worden aangeduid als de ’wg-bestuursleden’.

  • 3. FNV benoemt, schorst en ontslaat drie bestuursleden. CNV Vakmensen benoemt, schorst en ontslaat twee bestuursleden. Deze vijf bestuursleden worden aangeduid als de ’wn-bestuursleden’.

  • 4. Van nieuw te benoemen bestuursleden dient door de benoemende organisatie een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) overgelegd te worden aan het bestuur.

  • 5. Het bestuur benoemt uit zijn midden twee voorzitters: één van werkgeverszijde en één van werknemerszijde. Om beurten treden de voorzitters voor de tijd van een kalenderjaar als voorzitter en als tweede voorzitter op.

  • 6. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar en zijn onbeperkt herbenoembaar. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. In onvoorziene omstandigheden kan hiervan worden afgeweken.

  • 7. In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 8. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuursleden zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie.

  • 9. De organisatie die een bestuurslid overeenkomstig dit artikel heeft benoemd, kan het door hem benoemde bestuurslid te allen tijde schorsen en ontslaan.

    Het lidmaatschap van het bestuur eindigt tevens:

    • a. door overlijden van het bestuurslid;

    • b. ingeval het bestuurslid het vrije beheer en de vrije beschikking over zijn vermogen verliest;

    • c. door vrijwillig aftreden (bedanken) van het bestuurslid;

    • d. door ontslag door de rechtbank.

  • 10. Voor zover uit de wet niet anders voortvloeit, worden aan het bestuurslid vergoed:

    • a. de redelijke kosten van het voeren van verdediging tegen aanspraken wegens handelen of nalaten in de uitoefening van zijn functie als lid van het bestuur;

    • b. eventuele schadevergoedingen of boetes die hij verschuldigd is wegens een hierboven onder a. vermeld handelen of nalaten;

    • c. de redelijke kosten van het optreden in andere rechtsgedingen waarin het bestuurslid als lid of als voormalig lid van het bestuur is betrokken met uitzondering van de gedingen waarin de bestuurder hoofdzakelijk een eigen vordering geldend maakt.

  • 11. Het bestuurslid heeft geen aanspraak op de vergoeding als hiervoor bedoeld indien en voor zover:

    • a. door de Nederlandse rechter bij gewijsde is of wordt vastgesteld dat het handelen of nalaten van het bestuurslid kan worden gekenschetst als opzettelijk of bewust roekeloos tenzij uit de wet anders voortvloeit of zulks in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn; of

    • b. hij de stichting niet zo spoedig als praktisch mogelijk schriftelijk in kennis heeft gesteld van de omstandigheid die tot de kosten of het vermogensverlies kan leiden respectievelijk van de kosten of het vermogensverlies; of

    • c. de kosten of het vermogensverlies van het bestuurslid is gedekt door een verzekering en de verzekeraar deze kosten of dit vermogensverlies heeft uitbetaald.

  • 12. Redelijke kosten en vermogensverlies worden door de stichting vergoed terstond na ontvangst van facturen of enig ander document waaruit de redelijke kosten of het vermogensverlies van het bestuurslid blijkt. Indien en voor zover door de Nederlandse rechter bij gewijsde is vastgesteld dat het bestuurslid geen aanspraak heeft op de vergoeding als hiervoor bedoeld, is hij gehouden de door de stichting vergoede bedragen terstond terug te betalen. De stichting kan van het bestuurslid adequate zekerheid verlangen voor deze terugbetalingsverplichting.

  • 13. Het bestuurslid dient instructies van de stichting in verband met de wijze van verdediging op te volgen en de wijze van verdediging vooraf af te stemmen met de stichting. Deze afstemming door het bestuurslid met de stichting ziet onder andere, maar niet uitsluitend, op de kosten van de juridische vertegenwoordiging van het bestuurslid en de vraag tot aan welke rechtsinstantie een eventueel rechtsgeding wordt voorgelegd. Het bestuurslid zal niet: (i) persoonlijke aansprakelijkheid erkennen, (ii) afzien van verweer en (iii) een schikking aangaan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting.

  • 14. De stichting kan ten behoeve van het bestuurslid verzekeringen tegen aansprakelijkheid afsluiten.

  • 15. Bestuursleden genieten geen bezoldiging ten laste van de stichting. Het bestuur treft een regeling inzake vacatiegelden en vergoeding van reis- en verblijfkosten.

Artikel 6 - Bestuursvergaderingen

  • 1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats als bij de oproeping is bepaald. De oproeping tot een vergadering geschiedt met inachtneming van een oproeptermijn van ten minste vijf werkdagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. De agenda voor de vergaderingen van het bestuur wordt met eventuele bijlagen door het bestuurssecretariaat aan de leden toegezonden.

  • 2. Vergaderingen van het bestuur kunnen ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.

  • 3. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is, wordt de vergadering geleid door de tweede voorzitter. Indien deze afwezig is, voorzien de aanwezige bestuursleden in de leiding van de vergadering.

    Van de beraadslagingen en besluiten in de vergadering van het bestuur worden notulen gehouden, welke notulen worden vastgesteld door de volgende vergadering.

  • 4. In een vergadering van het bestuur mogen geen besluiten worden genomen, als niet ten minste vier bestuursleden aanwezig zijn, waarvan twee wg-bestuursleden en twee wn-bestuursleden.

  • 5. In de vergaderingen van het bestuur heeft ieder bestuurslid één stem. Een besluit komt slechts tot stand indien zowel binnen de categorie van wg-bestuursleden als binnen de categorie van wn-bestuursleden de meerderheid van de uitgebrachte stemmen ten gunste van het betreffende voorstel is uitgebracht.

  • 6. Indien de stemmen staken, wordt de beslissing tot de volgende vergadering uitgesteld. Indien op die vergadering opnieuw de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn afgewezen.

  • 7. Het bestuur kan besluiten over de aanwezigheid van derden tijdens de bestuursvergaderingen.

  • 8. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij/zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de met haar verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit desalniettemin genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.

  • 9. In geval van ontstentenis of belet van één of meer bestuursleden is het (zijn de) overblijvende bestuurslid (bestuursleden) met het gehele bestuur belast. In geval van ontstentenis of belet van alle bestuursleden of van het enige bestuurslid wordt de stichting tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door het bestuur steeds moet zijn aangewezen. Van ontstentenis is sprake wanneer een bestuurslid niet langer in functie is. Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval verstaan de omstandigheid dat een bestuurslid gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken.

  • 10. Bij uitzondering kunnen, in spoedeisende gevallen ofwel in gevallen waarin geen twijfel mogelijk is, door beide voorzitters gezamenlijk voorlopige beslissingen en maatregelen worden genomen, die in de eerstvolgende vergadering van het bestuur ter bekrachtiging worden voorgedragen.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023 en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 12 december 2022

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven