Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 november 2022, kenmerk 3456138-1038442-VGP houdende instelling van en regels voor de taakuitoefening van de Nationaal Rapporteur Verslavingen (Instellingsbesluit Nationaal Rapporteur Verslavingen)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bewindspersonen:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming;

b. Nationaal Rapporteur Verslavingen:

Nationaal Rapporteur Verslavingen als bedoeld in artikel 2;

c. Staatssecretaris:

de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 2

  • 1. Er is een Nationaal Rapporteur Verslavingen.

  • 2. De Nationaal Rapporteur Verslavingen heeft tot taak:

    • a. het adviseren van de bewindspersonen over de aanpak van verslavingen, waarbij het gaat om een brede definitie van verslavingen die een impact hebben op de (volks)gezondheid en maatschappij, zowel aan (psychoactieve) stoffen zoals tabak, alcohol en drugs, als ook gedragingen zoals het onmatig deelnemen aan kansspelen;

    • b. het signaleren van ontwikkelingen in de aard en de omvang van verslavingsproblematiek;

    • c. het adviseren over preventiemaatregelen en het evalueren van genomen maatregelen in de aanpak van verslavingsproblematiek;

    • d. het samenbrengen van kennis over de maatschappelijke impact van verslavingsproblematiek en het identificeren van hiaten hierin; en

    • e. het rapporteren aan de Staatssecretaris door toezending van zijn rapporten ten aanzien van de aanpak van verslavingen.

Artikel 3

  • 1. De Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt, in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad, door de Staatssecretaris benoemd.

  • 2. De Nationaal Rapporteur Verslavingen heeft zitting op persoonlijke titel en oefent zijn functie uit zonder last of ruggespraak.

  • 3. De Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk voor een periode van ten hoogste vier jaar.

  • 4. De bezoldiging van de Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt vastgesteld volgens het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor rijksambtenaren, rekening houdend met een arbeidsduur van gemiddeld 4 uren per week.

  • 5. De Nationaal Rapporteur Verslavingen kan op eigen verzoek of wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de Staatssecretaris.

Artikel 4

  • 1. De Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door een bureau.

  • 2. Het bureau en de Nationaal Rapporteur Verslavingen vormen samen het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen.

  • 3. De medewerkers van het bureau leggen voor hun werkzaamheden uitsluitend verantwoording af aan de Nationaal Rapporteur Verslavingen.

  • 4. De Staatssecretaris sluit, wijzigt en beëindigt arbeidsovereenkomsten met de medewerkers van het bureau op verzoek van de Nationaal Rapporteur Verslavingen.

  • 5. De Staatssecretaris draagt, na overleg met de Nationaal Rapporteur Verslavingen, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen.

Artikel 5

  • 1. De Nationaal Rapporteur Verslavingen stelt zijn eigen werkwijze en die van het instituut vast.

  • 2. De Nationaal Rapporteur Verslavingen kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van zijn taak nodig is.

Artikel 6

De Nationaal Rapporteur Verslavingen vervult zijn taak in onafhankelijkheid.

Artikel 7

  • 1. Een aanwijzing die betrekking heeft op de Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt schriftelijk gegeven door de Staatssecretaris.

  • 2. Een algemene aanwijzing wordt in de Staatscourant geplaatst.

  • 3. De Staatssecretaris geeft aan de Nationaal Rapporteur Verslavingen geen bijzondere aanwijzingen die zien op:

    • a. wijze waarop onderzoek wordt verricht; en

    • b. de bevindingen, oordelen en adviezen.

  • 4. Indien de Staatssecretaris een bijzondere aanwijzing geeft, doet hij daarvan onverwijld mededeling aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

  • 5. De bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen aan de Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt niet gemandateerd.

  • 6. Het tweede, derde en vierde lid zijn niet van toepassing op aanwijzingen die betrekking hebben op de bedrijfsmatige aspecten van het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen.

Artikel 8

  • 1. De rapporten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder e, bevatten in ieder geval:

    • a. een verantwoording van de wijze van onderzoek;

    • b. de resultaten van het verrichte onderzoek en de daarop gebaseerde conclusies;

    • c. aanbevelingen ter verbetering van de aanpak van verslavingen.

  • 2. De aanbevelingen, bedoeld in het eerste lid, onder c, kunnen zich richten tot de bewindspersonen, de centrale overheid, lokale overheid en andere bestuursorganen en tot andere betrokkenen zoals verslavingszorginstellingen.

  • 3. De Staatssecretaris zendt de rapporten naar de betreffende bewindspersoon en ter kennisneming aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Artikel 9

  • 1. De Nationaal Rapporteur Verslavingen stelt ieder jaar een jaarverslag en financiële verantwoording op en zendt deze aan de Staatssecretaris.

  • 2. Het jaarverslag en de financiële verantwoording, bedoeld in het eerste lid, worden openbaar gemaakt.

Artikel 10

De Nationaal Rapporteur Verslavingen verstrekt aan de Staatssecretaris desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.

Artikel 11

  • 1. In het eerste kwartaal van 2025 vindt een eerste evaluatie plaats van de start van het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen.

  • 2. Elke vier jaar wordt het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen geëvalueerd. Aan de hand van de evaluatie wordt bezien of wijziging van de taken van Nationaal Rapporteur Verslavingen gewenst is.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2022.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Nationaal Rapporteur Verslavingen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, M. van Ooijen

TOELICHTING

Algemeen

In het Coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ van 15 december 2021 hebben de coalitiepartijen afgesproken een Nationaal Rapporteur Verslavingen in te stellen om beter zicht te krijgen op de impact van verslavingen op de (volks)gezondheid en maatschappij. Daarbij dient de Nationaal Rapporteur Verslavingen periodiek te rapporteren over de omvang en ontwikkeling van verslavingsproblematiek. In de budgettaire bijlage bij het Coalitieakkoord hebben de partijen opgenomen tussen 2022 en 2026 jaarlijks € 500.000,– beschikbaar te stellen voor de Nationaal Rapporteur Verslavingen. In navolging van het Coalitieakkoord stelt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) een ‘Nationaal Rapporteur Verslavingen’ aan.

Voor de vervulling van de functie Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt gedacht aan een persoon met groot persoonlijk gezag die beschikt over toepasselijke deskundigheid en affiniteit met het thema ‘verslavingen’. Het gaat daarbij om een brede definitie van ‘verslavingen’, zowel aan (psychoactieve) stoffen als alcohol, tabak en drugs, als ook om gedragingen zoals het onmatig deelnemen aan kansspelen. De Nationaal Rapporteur Verslavingen is een onafhankelijke functionaris die rapporteert aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de Staatssecretaris) over verslavingen en adviseert over de aanpak ervan.

Artikelsgewijs

Artikel 2

De Nationaal Rapporteur Verslavingen presenteert jaarlijks een rapportage over de ontwikkelingen op het terrein van de aanpak en omvang van verslavingen, gevolgd door conclusies over en aanbevelingen voor de aanpak van de verslavingsproblematiek in Nederland. In de rapportage kan de Nationaal Rapporteur Verslavingen onder andere aandacht besteden aan het evalueren van reeds genomen maatregelen, het samenbrengen van kennis over de maatschappelijke impact en het identificeren van hiaten.

De Nationaal Rapporteur Verslavingen richt zich primair tot organen en instellingen die beschikken over relevante informatie, maar hoeft zich niet te beperken tot het verzamelen van reeds bestaande informatie. Het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen (hierna: het instituut) kan – binnen de budgettaire en capacitaire mogelijkheden -zelf onderzoek initiëren.

Artikel 3

De Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad benoemd door de Staatssecretaris. De benoeming vindt plaats voor de duur van vier jaar. Na deze vier jaar is een eenmalige herbenoeming mogelijk voor een periode van ten hoogste vier jaar. De Nationaal Rapporteur Verslavingen wordt organisatorisch ondergebracht bij het Ministerie van VWS. Dit doet echter niet af aan de onafhankelijke status van de Nationaal Rapporteur Verslavingen door de waarborgen die zijn ingebouwd in artikel 5, 6 en 7.

Artikel 4

De positionering van het instituut dat de Nationaal Rapporteur Verslavingen in zijn of haar werkzaamheden ondersteunt, dient eveneens borg te staan voor de onafhankelijkheid van de Nationaal Rapporteur Verslavingen. Beheersmatig is het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen ondergebracht bij VWS (meer specifiek bij de directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie). VWS is aanspreekpunt voor de logistieke ondersteuning van het instituut en zorgt voor huisvesting.

Artikel 5

De Nationaal Rapporteur Verslavingen is verantwoordelijk voor het opstellen van een eigen werkwijze en die van het instituut. Deze werkwijze wordt openbaar gemaakt op de eigen website van het instituut. Daarbij staat het de Nationaal Rapporteur Verslavingen vrij om binnen het budgettaire kader zich te laten bijstaan door andere personen. Een voorwaarde is dat derden op een open, transparante, non-discriminatoire wijze dienen te worden ingehuurd tegen marktconforme tarieven.

Artikel 6

De Nationaal Rapporteur Verslavingen is een onafhankelijk instituut. Het instituut is beheersmatig ondergebracht bij VWS, maar ondanks dat de Nationaal Rapporteur Verslavingen onder de Ministeriële verantwoordelijkheid van VWS valt, heeft VWS geen invloed op de manier waarop de Nationaal Rapporteur Verslaving zijn taak uitvoert.

Artikel 7

De Nationaal Rapporteur Verslavingen voert zijn of haar werkzaamheden uit onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris. De Nationaal Rapporteur Verslavingen is derhalve gehouden om ‘aanwijzingen’ (instructies) van de Staatssecretaris op te volgen. Dit volgt in algemene zin uit de artikelen 10:22 en 10:23 van de Algemene wet bestuursrecht. Met dit besluit doet de Staatssecretaris aan zelfbinding met betrekking tot de aanwending van de wettelijke bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen om zo de onafhankelijkheid van de Nationaal Rapporteur Verslavingen te waarborgen.

Een aanwijzing kan alleen door de Staatssecretaris zelf worden gegeven, dus niet in mandaat door een ambtenaar, en moet altijd schriftelijk worden gedaan. Een algemene aanwijzing is voor herhaalde toepassing vatbaar en ziet niet specifiek op één geval. Voor bijzondere aanwijzingen gelden de beperkingen in het derde lid. Hiermee is beoogd te waarborgen dat de aanwijzingsbevoegdheid van de Staatssecretaris niet in de weg staat aan onpartijdig en onafhankelijk onderzoek door de Nationaal Rapporteur Verslavingen. Aan beide aanwijzingen moet kenbaarheid worden gegeven, hetzij door plaatsing ervan in de Staatscourant dan wel door mededeling ervan te doen aan de Staten-Generaal. Van voormelde regels zijn uitgezonderd de aanwijzingen die louter betrekking hebben op bedrijfsmatige aspecten.

De Staatssecretaris kan geen bijzondere aanwijzingen geven die zien op de wijze waarop onderzoek wordt verricht en de bevindingen, oordelen en adviezen van de Nationaal Rapporteur Verslavingen.

Artikel 8

De Nationaal Rapporteur Verslavingen rapporteert over de ontwikkelingen op het terrein van de aanpak en omvang van verslavingen. In deze rapporten is in ieder geval aandacht voor de wijze van onderzoek, de resultaten en daarop gebaseerde conclusies en aanbevelingen ter verbetering van de aanpak van verslavingen. De Staatssecretaris stuurt de rapporten naar de betreffende bewindspersoon. Wanneer het rapport bijvoorbeeld ziet op kansspelen stuurt de Staatssecretaris het rapport naar de Minister voor Rechtsbescherming.

De Nationaal Rapporteur Verslavingen heeft de opdracht om beter zicht te bieden op de impact van verslavingen, op (volks)gezondheid en maatschappij. Het gaat daarbij om een brede definitie van ‘verslavingen’, zowel aan (psychoactieve) stoffen als alcohol, tabak en drugs, als ook om gedragingen zoals het onmatig deelnemen aan kansspelen. Vanwege deze brede definitie is het wenselijk dat de Nationaal Rapporteur Verslavingen zijn aanbevelingen kan richten tot verschillende bewindspersonen, de centrale overheid, lokale overheden en andere bestuursorganen, maar ook tot andere betrokkenen zoals verslavingszorginstellingen.

Artikel 11

In het eerste kwartaal van 2025 zal een eerste evaluatie plaatsvinden van het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen. Bij de evaluatie is aandacht voor de checks and balances bij de benoemingsprocedure en de taakopdracht van de Nationaal Rapporteur Verslavingen. Na 2025 zal elke vier jaar aan de hand van een evaluatie van het instituut Nationaal Rapporteur Verslavingen worden bezien of een wijziging van de taken van de Nationaal Rapporteur Verslavingen gewenst is. De evaluatie wordt door een onafhankelijke instantie uitgevoerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven