Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport van 8 november 2022, kenmerk 3456119-1034780-MEVA, houdende wijziging van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 in verband met onder andere het actualiseren van de subsidieplafonds van 2022 en 2023

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op artikel 3 en artikel 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

In het onderdeel financieel verslag wordt in subonderdeel d ’controleverklaring’ vervangen door ‘beoordelingsverklaring’.

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 7, derde en vijfde lid, wordt ‘€ 167.969.208’ telkens vervangen door ‘€ 173.908.599’.

2. In artikel 7, vierde en zesde lid, wordt ‘€ 41.100.438’ telkens vervangen door ‘€ 42.553.749’.

C

In artikel 15 wordt ‘2022’ vervangen door ‘2023’.

ARTIKEL II

Artikel 1 van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2023 wordt als volgt gewijzigd:

In het onderdeel financieel verslag wordt in subonderdeel d ’beoordelingsverklaring’ vervangen door ‘controleverklaring’.

ARTIKEL III

Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt voor wat betreft onderdeel A terug tot en met 1 juli 2022.

Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020–2022 (hierna: de Subsidieregeling) worden subsidies verstrekt aan diverse instellingen (algemene en categorale ziekenhuizen, universitair medisch centra, revalidatiecentra, dialysecentra, epilepsiecentra, radiotherapeutische instellingen, audiologische centra en de zelfstandige behandelcentra) om de nodige investeringen in de ontwikkeling van hun personeel te stimuleren.

Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt de ingangsdatum voor de definitie van het financieel verslag aangepast, zodat de regeling luidt zoals steeds de bedoeling is geweest. Pas met ingang van 1 januari 2023 is een financieel verslag met een controleverklaring van de accountant vereist. Bij de vorige wijzigingsregeling is deze voor 1 januari 2013 voorziene wijziging opgenomen en is bij de inwerkingtreding van die wijziging abusievelijk bepaald dat de regeling – ook voor wat betreft dit onderdeel – inwerking treedt met ingang van 1 juli 2022. Dit is nu hersteld. De beoordelingsverklaring volstaat voor het subsidiejaar 2022. De wijziging van beoordelingsverklaring naar controleverklaring wordt tegelijkertijd opnieuw opgenomen en treedt met ingang van 1 januari 2023 in werking.

Daarnaast wordt met de onderhavige wijzigingsregeling het subsidieplafond voor 2022 en 2023 gewijzigd. Het plafond is geactualiseerd in verband met de jaarlijkse ontwikkeling van de arbeidskosten. De indexering van de loongevoelige kosten gebeurt op basis van een percentage dat de overheid vaststelt: de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA). In 2022 is het OVA-percentage vastgesteld op 4,42%. Het aangepaste plafond voor 2022 leidt ertoe dat de verleningen voor 2022 ambtshalve worden herzien. Het aangepaste plafond voor 2023 wordt gehanteerd voor de verdeling van de subsidiegelden voor het subsidiejaar 2023.

Met de wijziging in onderdeel C wordt de citeertitel van de subsidieregeling aangepast aan de vervaldatum van de regeling.

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving en van de publicatietermijn, treedt artikel I van deze wijzigingsregeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Spoedige inwerkingtreding is van belang, om aanvragers van de regeling duidelijkheid te bieden over de wijze van verantwoording. Dit heeft louter begunstigende werking. De regeling werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 juli 2022, om de redenen zoals hiervoor genoemd. Artikel II treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven