Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 november 2022, kenmerk 3429519-1034106-GMT, houdende intrekking van de Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp 2015 en de Regeling vaststelling beleidskader subsidiering farmaceutische ANZ-dienstverlening

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. de Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp 2015;

  • b. de Regeling vaststelling beleidskader subsidiering farmaceutische ANZ-dienstverlening.

ARTIKEL II

De regelingen onder artikel I blijven van toepassing op subsidies die voor inwerkingtreding van deze intrekkingsregeling zijn verleend of vastgesteld.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

Met de onderhavige regeling worden twee subsidieregelingen ingetrokken.

De twee regelingen gelden formeel nog, maar zijn materieel uitgewerkt. Destijds is geen einddatum opgenomen in de betreffende regelingen waardoor het noodzakelijk is de regelingen in te trekken op het moment dat ze uitgewerkt zijn.

De Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp 2015 is voor de periode 2016 tot en met 2020 opgevolgd door de Subsidieregeling huisvestingslasten gesloten jeugdhulp. Deze laatste regeling is met ingang van 1 januari 2021 vervallen.

De Regeling vaststelling beleidskader subsidiering farmaceutische ANZ-dienstverlening, op 1 januari 2017 in werking getreden, is met ingang van 1 januari 2018 opgevolgd door het Besluit vaststelling beleidskader subsidiëring farmaceutische ANZ-dienstverlening 2018. Dit laatste besluit is met ingang van 1 januari 2020 vervallen.

Op grond van de twee ingetrokken regelingen kunnen nog rechten en plichten met betrekking tot in het verleden gelegen periodes gelden. De intrekking van de regelingen waar deze rechten en plichten uit voortvloeien laat die rechten en plichten onverlet. Die hebben immers betrekking op een periode waarover/waarin die regeling wel gold. Hoewel het opnemen van overgangsrecht in principe niet noodzakelijk is, is daar in deze regeling toch voor gekozen. Reden hiervoor is dat het gewenst is mogelijke twijfel over de toepasbaarheid van regelingen waaruit rechten en verplichtingen over het verleden voortvloeien weg te nemen.

Bij de inwerkingtreding wordt afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten. Nu met de intrekkingsregeling feitelijk niets verandert – de regelingen die worden ingetrokken zijn materieel al uitgewerkt – is het gerechtvaardigd van deze vaste verandermomenten af te wijken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven