Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 11 november 2022, nummer WBV 2022/27, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf A3/5 Vreemdelingencirculaire 2000 is gewijzigd en komt te luiden:

5. Ondersteuning bij vertrek

5.1 Vertrek met behulp van de IOM

Om in aanmerking te komen voor het REAN-programma moet een vreemdeling alle volgende handelingen verrichten:

  • een aanvraag voor vrijwillig vertrek indienen bij de IOM;

  • een aanvraagformulier ondertekenen waarin de vreemdeling verklaart geen bezwaar te hebben tegen:

    • het uitwisselen van informatie tussen de IOM, de IND en de DT&V ten behoeve van (toetsing aan de voorwaarden voor) vrijwillige terugkeer;

    • het uitwisselen van persoonsgegevens, datum aanvraag vrijwillige terugkeer, datum beëindiging aanvraag, (geplande) vertrekdatum en kopie reisdocument die na vertrek kunnen worden gedeeld met instanties in de migratieketen (IND, DT&V, COA, AVIM, KMar).

Een vreemdeling komt niet in aanmerking voor het REAN-programma als hij de nationaliteit heeft van, of in het bezit is van een geldig (tijdelijke) reguliere verblijfsvergunning, of een asielvergunning voor onbepaalde tijd, van:

  • een lidstaat van de EU;

  • landen die deel uitmaken van de EER en/of EVA;

  • een van de Europese microstaten (Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en Vaticaanstad);

  • een land dat behoort tot de top 35 van de hoogste inkomens per hoofd van de bevolking volgens de Wereldbank, inclusief Taiwan.

Een vreemdeling komt ook niet in aanmerking voor het REAN-programma als hij de afgelopen vijf jaar de EU heeft verlaten, zelfstandig of gedwongen, met ondersteuning van de DT&V, Frontex, of de IOM.

De IOM kan in afwijking van het voorgaande (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel en alleenstaande minderjarige vreemdelingen, of in andere schrijnende gevallen, ongeacht de nationaliteit of land van bestemming van de vreemdeling, assistentie verlenen bij het vertrek.

De IOM moet ten aanzien van het REAN-programma alle volgende handelingen verrichten:

  • bij de IND nagaan of de vreemdeling voldoet aan bovengenoemde voorwaarden om in aanmerking te komen voor het REAN-programma; en

  • de IND vragen of er bezwaar is tegen het vertrek van de vreemdeling via de IOM.

De IND heeft bezwaar tegen vertrek via de IOM, als de vreemdeling gesignaleerd staat vanwege opsporing.

De IND informeert de DT&V over de omstandigheid dat bezwaar is geuit tegen vertrek via de IOM.

De DT&V heeft bezwaar tegen vertrek via de IOM van een vreemdeling vanwege een geplande uitzetting of overdracht in het kader van de verordening (EU) nr. 604/2013.

Als door de DT&V al handelingen zijn gestart om het vertrek van de vreemdeling mogelijk te maken, kan de DT&V tenminste één van de volgende beslissingen nemen:

  • er is bezwaar tegen het vertrek via de IOM: het vertrek vindt via de DT&V plaats; of

  • er is geen bezwaar tegen vrijwillig vertrek van de vreemdeling via de IOM: de DT&V staakt de eigen vertrekmaatregelen.

Als er geen bezwaar is tegen het vrijwillig vertrek zal de vreemdeling door de IOM worden geïnformeerd dat hij via het REAN-programma mag vertrekken.

De DT&V kan intussen doorgaan met de voorbereidingen voor een eventueel gedwongen vertrek, mocht de vreemdeling uiteindelijk toch niet met de IOM vertrekken.

De vreemdeling moet zorg dragen voor het verkrijgen van een geldig document voor grensoverschrijding. Als de DT&V, de (zeehaven)politie, de KMar of de IND in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding van de vreemdeling, wordt dit document gebruikt bij het zelfstandige vertrek van de vreemdeling dat wordt gefaciliteerd door de IOM. De vreemdeling die in het bezit is van een W-document moet het W-document voorafgaand aan zijn vertrek uit Nederland bij de politie inleveren.

De vreemdeling tekent bij vertrek een verklaring voor de IND, waarin staat dat de vreemdeling ermee instemt dat:

  • openstaande vreemdelingrechtelijke procedures worden beëindigd dan wel dat een al toegekende verblijfsvergunning wordt ingetrokken;

  • het vertrek van de vreemdeling op basis van informatie van de IND wordt verwerkt in de BRP.

De IOM verstrekt de vreemdeling zijn vliegticket en een eventuele eenmalige financiële bijdrage op de luchthaven van vertrek. Hiervoor tekent de vreemdeling een vertrekverklaring van de IOM. De IOM moet de uitreisformaliteiten op de luchthaven afhandelen.

De vreemdeling aan wie een vrijheidsbeperkende of vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd, moet door de KMar worden overgedragen aan de IOM. Voor de overdracht van de vreemdeling aan de IOM, heft de ambtenaar belast met de grensbewaking de vrijheidsbeperkende of de vrijheidsontnemende maatregel op.

De IOM moet de IND en de DT&V door middel van een vertrekverklaring berichten dat de vreemdeling is vertrokken met ondersteuning van de IOM.

5.2 Remigratiebeleid derdelanders uit Oekraïne

Het remigratiebeleid beschreven in deze paragraaf is gericht op het ondersteunen van personen uit derde landen die verblijfsrecht hadden in Oekraïne en die als gevolg van de inval van Rusland in Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht en op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) in de Gemeentelijke opvang voor Ontheemden uit Oekraïne (GOO) of de Particuliere Opvang voor ontheemden uit Oekraïne (POO) verblijven.

5.2.1 Doelgroep

De doelgroep van het remigratiebeleid beschreven in paragraaf A3/5.2 Vc is de vreemdeling uit een derde land met een (tijdelijk) verblijfsrecht in Oekraïne die voor 19 juli 2022 is ingeschreven in de BRP en in beginsel tot 4 maart 2023 onder de RTB valt.

5.2.2 Voorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor ondersteuning onder het remigratiebeleid, moet de vreemdeling aan alle volgende voorwaarden voldoen:

  • a) de vreemdeling bezit de nationaliteit van een derde land, niet zijnde Oekraïne;

  • b) de vreemdeling heeft/had een (tijdelijk) verblijfsrecht in Oekraïne;

  • c) de vreemdeling is voor 19 juli 2022 ingeschreven in de BRP;

  • d) de vreemdeling verleent medewerking aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) door het (laten) verstrekken van benodigde informatie en het opvolgen van instructies met het oog op zijn vertrek;

  • e) de vreemdeling ondertekent een intrekkingsverklaring en verklaart daarbij eventuele nog aanhangige verblijfsmatige procedures – en als daar sprake van is een verblijfsvergunning – in te trekken dan wel daarvan afstand te doen;

  • f) het vertrek uit Nederland van de vreemdeling betekent geen doorkruising van een strafrechtelijk vervolgings- of uitleveringstraject waar hij bij betrokken is;

  • g) het vertrek van de vreemdeling kan feitelijk worden gerealiseerd;

  • h) het vertrek vindt plaats naar een land waarvan de vreemdeling de nationaliteit bezit dan wel een ander land buiten de Europese Unie waar zijn verblijf duurzaam is geborgd.

Ad a)

Een vreemdeling afkomstig uit een lidstaat van de Europese Unie, Australië, Canada, IJsland, Japan, Korea, Mexico, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten of Zwitserland komt niet in aanmerking voor deze regeling.

Ad e)

Deze verklaring op schrift gebeurt door het invullen en ondertekenen van de Verklaring vrijwillig vertrek uit Nederland, te vinden op de website van de IND.

Contra-indicaties

Een verzoek om ondersteuning kan worden geweigerd dan wel de aanspraak op ondersteuning kan vervallen en kan worden teruggevorderd, als:

  • de vreemdeling na vertrek niet rechtmatig in Nederland of de EU wordt aangetroffen;

  • blijkt dat de aanspraken op de RTB verkregen zijn op basis van onjuiste informatie, terwijl de vreemdeling wist of behoorde te weten dat deze informatie onjuist was; of

  • de tijdelijke bescherming is of wordt beëindigd om redenen van openbare orde of nationale veiligheid.

5.2.3 Voorzieningen en remigratiebijdrage

De DT&V biedt aan de vreemdeling die in aanmerking komt voor dit remigratiebeleid de volgende ondersteuning:

  • advies en informatie over remigratie;

  • een vliegticket enkele reis naar het land van bestemming;

  • begeleiding bij vertrek op Schiphol;

  • een financiële remigratiebijdrage zoals hieronder beschreven.

De remigratiebijdrage is afhankelijk van het moment waarop de vreemdeling een schriftelijke aanvraag doet en uitreist onder dit remigratiebeleid:

  • € 5.000 per persoon wanneer de vreemdeling tussen 15 november 2022 en 31 december 2022 een schriftelijke aanvraag indient voor ondersteuning bij de DT&V en binnen 1 maand na indienen van de aanvraag Nederland uitreist;

  • € 2.000 per persoon wanneer de vreemdeling tussen 1 januari 2023 en 1 februari 2023 een schriftelijke aanvraag indient voor ondersteuning bij de DT&V en binnen 1 maand na indienen van de aanvraag Nederland uitreist.

Het algemene uitgangspunt is dat binnen 1 maand na aanvraag de uitreis plaatsvindt. Mocht het om zwaarwegende redenen noodzakelijk zijn om van deze periode af te wijken dan kan de DT&V hiertoe besluiten.

De vreemdeling die na 1 februari 2023 een aanvraag indient komt niet meer in aanmerking voor dit beleid.

5.2.4 Aanvraag en procedure

De vreemdeling dient de aanvraag voor ondersteuning op basis van het remigratiebeleid schriftelijk in via de website van de DT&V. De DT&V behandelt de aanvraag en zoekt ten behoeve van de beslissing op de aanvraag afstemming met ketenpartners. De DT&V zoekt altijd afstemming met de IND met de vraag of er bezwaren zijn tegen het vertrek van de vreemdeling.

Na het vertrek van een vreemdeling stelt de DT&V de IND op de hoogte van het vertrek van de vreemdeling.

Het remigratiebeleid zal worden uitgevoerd door de DT&V. De DT&V kan besluiten om de IOM een rol te geven in de uitvoering van deze beleidsregels.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 november 2022.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 november 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, H. Paul waarnemend directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

Het remigratiebeleid dat is opgenomen in paragraaf A3/5.2 Vc is gericht op het ondersteunen van personen uit derde landen die verblijfsrecht hadden in Oekraïne en die als gevolg van de inval van Rusland in Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht en op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) in de Gemeentelijke opvang voor Ontheemden uit Oekraïne (GOO) of de Particuliere Opvang voor ontheemden uit Oekraïne (POO) verblijven.

Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van vrijdag 4 november 2022 (kenmerk 427938) aan de Tweede Kamer.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, H. Paul waarnemend directeur-generaal Migratie

Naar boven