Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid, 4 november 2022, kenmerknummer 4130241, houdende een subsidie voor de uitbreiding van capaciteit van buitengewoon opsporingsambtenaren en buitengewoon agent van politie van wie de werkzaamheden in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van onder andere natuurwetgeving (Regeling Subsidie uitbreiding capaciteit groene boa en bavpol)

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op art. 2, eerste lid onder d van de Kaderwet overige JenV-subsidies,

Besluit,

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Justitie en Veiligheid;

b. werkgever:

de werkgever van de groene boa;

c. boa:

Buitengewoon opsporingsambtenaar;

d. BavPol:

buitengewoon agent van politie zoals bedoeld in het Besluit buitengewone agenten van politie BES;

e. groene boa:

personen die:

  • 1°. in Europees Nederland:

    • I. in het bezit zijn van een geldige akte in domein II zoals bedoeld in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar, dan wel in opleiding zijn voor boa in domein II;

    • II. werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst of vrijwilligersovereenkomst of daarmee gelijk te stellen rechtsverhouding, en

    • III. werkzaamheden in Europees Nederland verrichten die in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van onder andere natuurwetgeving, niet zijnde milieu-, natuur- of omgevingsvergunning gebonden toezicht, in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom.

  • 2°. op Bonaire, Sint Eustatius of Saba:

    werkzaam zijn als buitengewoon agent van politie van wie de werkzaamheden als BavPol in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van onder andere natuurwetgeving en de lokale regelgeving, niet zijnde milieu-, natuur- of omgevingsvergunning gebonden toezicht, in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom van de drie genoemde openbare lichamen.

Artikel 2

  • 1. De minister kan subsidie verlenen aan werkgevers van groene boa’s en werkgevers van vrijwillige groene boa’s voor het uitbreiden van de groene boa-capaciteit en voor het behouden van bestaande groene boa-capaciteit in het jaar 2022.

  • 2. Het aan te vragen subsidiebedrag bedraagt maximaal € 8.000 per groene boa in dienst bij een werkgever. Ten aanzien van de vrijwillige groene boa bedraagt het maximaal aan te vragen subsidiebedrag € 4.000 per vrijwillige groene boa.

§ 2. Aanvraag en subsidieverlening

Artikel 3

  • 1. Aanvragen in het kader van deze regeling kunnen worden ingediend tot 18 november 2022.

  • 2. Een werkgever kan subsidie aanvragen bij de minister met gebruikmaking van het formulier op de beschikbaar gestelde website.

Artikel 4

Het in artikel 6 genoemde subsidieplafond minus de uitvoeringskosten wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 5

  • 1. De minister beslist binnen 13 weken op de aanvragen.

  • 2. Indien het aanvraagformulier zoals bedoeld in artikel 3, tweede lid, van deze regeling, niet volledig is ingevuld, wordt de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld binnen een week alsnog het formulier volledig in te vullen.

§ 3. Subsidiabele kosten

Artikel 6

Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt jaarlijks € 5,5 miljoen. Dit omvat mede de uitvoeringskosten.

Artikel 7

Voor de subsidie komen aanmerking de in redelijkheid gemaakte kosten:

  • a. voor capaciteitsuitbreiding door indienstneming van nieuwe boa’s en het aannemen van nieuwe vrijwillige groene boa’s;

  • b. voor het betalen van loon of vrijwilligersvergoeding van bestaande boa’s of bestaande vrijwillige groene boa’s;

  • c. voor het opleiden van boa’s of vrijwillige groene boa’s ten behoeve van hun werkzaamheden;

  • d. voor de uitrusting van boa’s of vrijwillige groene boa’s ten behoeve van hun werkzaamheden;

Artikel 8

Niet in aanmerking voor subsidie komen de kosten:

  • a. die zijn gemaakt vóór 1 januari 2022;

  • b. die zijn gemaakt na 31 december 2022;

  • c. waarvoor reeds aan een werkgever subsidie is verstrekt door een bestuursorgaan of de Europese Commissie voor het geheel of een gedeelte van de aangevraagde subsidiekosten. In dat geval wordt slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat het totale bedrag aan subsidies niet meer bedraagt dan maximaal 100 procent van de werkelijk gemaakte kosten.

§ 4. Eindrapportage en subsidievaststelling

Artikel 9

  • 1. De aanvrager dient vóór 1 april 2023 bij de minister een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling van de subsidie bevat in ieder geval een activiteitenverslag en een financiële verantwoording die is gerelateerd aan de in het aanvraagformulier opgestelde begroting en de facturen waaruit de voor subsidie in aanmerking komende gemaakte kosten blijken te zijn gemaakt.

  • 3. Indien het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld € 125.000 of meer bedraagt, dient het eindverslag vergezeld te gaan van een controleverklaring door een accountant.

  • 4. De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 10

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 november 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz – Zegerius

TOELICHTING

1. Algemeen

Aan het in dienst nemen van buitengewoon opsporingsambtenaren (hierna: boa’s), hun opleiding en het verkrijgen en behouden van opsporingsbevoegdheden zijn voor de werkgever kosten verbonden. Sinds de invoering van aanvullende opleidings- en bijscholingseisen zijn de kosten voor her- en bijscholing voor boa’s substantieel toegenomen. Er is, naar aanleiding van de motie-Hermans1 waarin onder meer geld is vrijgemaakt voor handhaving en veiligheid, € 5.500.000,– (minus de uitvoeringskosten) structureel beschikbaar voor zowel publieke als particuliere werkgevers als tegemoetkoming in de kosten die zij moeten maken voor hun groene boa’s. Deze subsidie zal jaarlijks beschikbaar worden gesteld door de Minister van Justitie en Veiligheid. Bij brief 23 juni 20222 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van boa’s en van deze subsidie.

Voor deze regeling wordt aansluiting gezocht bij de definitie van de groene coalitie3, die onder het begrip groene boa’s verstaat:

  • personen met een geldige akte in domein II;

  • in dienst van een particuliere of publieke werkgever, op basis van een arbeids- of vrijwilligersovereenkomst of een daarmee gelijk te stellen rechtsverhouding;

  • van wie de werkzaamheden als boa in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van o.a. natuurwetgeving in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom.

Deze definitie betreft het zogenaamde ‘vrije veld toezicht’ en toezicht op jachtaktes, en betreft niet het milieu-, natuur- of omgevingsvergunning gebonden toezicht.

Ook werkgevers van buitengewoon agenten van politie (Bavpol) op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba van wie de werkzaamheden als Bavpol in hoofdzaak gericht zijn op handhaving en toezicht van o.a. natuurwetgeving en de lokale regelgeving in het landelijk gebied buiten de bebouwde kom van de drie genoemde openbare lichamen, kunnen onder deze regeling in aanmerking komen voor subsidie.

2. Doelstelling

Groene boa-werkgevers geven aan last te hebben van een krimp in hun boa-bestand doordat veel boa’s de functie neerleggen of elders aan de slag gaan. Het doel van deze subsidieregeling is het versterken van de veiligheid en handhaving door het aantal groene boa’s te vergroten en het tegengaan van krimp (capaciteitsbehoud). De kostenverlichting die door deze subsidie wordt gerealiseerd moet het voor werkgevers aantrekkelijk maken hun boa-bestand uit te breiden, dan wel hun huidige boa’s voorziening te bieden met het doel hen als boa te behouden. Hierdoor wordt bijgedragen aan het behoud en de uitbreiding van boa-capaciteit in het groene domein.

3. Maximale subsidie per boa en werkgever

Om de subsidieregeling optimaal te kunnen inzetten wordt ervoor gekozen om alleen bestaande boa-werkgevers voor subsidie in aanmerking te laten komen. Groene boa’s maken onderdeel uit van domein II (milieu, welzijn en infrastructuur). Het is niet precies bekend hoeveel groene boa’s er zijn en voor hoeveel werkgevers zij werken. Naar schatting zijn er op dit moment 700–1.000 groene boa’s binnen het koninkrijk, verdeeld over ongeveer 100 werkgevers. Als deze 700 groene boa’s in gelijke mate zouden meedelen in de subsidie van 5,5 miljoen euro dan zou dat leiden tot een bedrag van ongeveer 8.000 euro per groene boa. Kosten die worden gemaakt voor vrijwillige groene boa’s zijn een stuk lager dan voor boa’s in loondienst. Daarom wordt gekozen voor een maximum van 4.000 euro per vrijwillige groene boa.

Van het totale subsidiebedrag gaan nog de uitvoeringskosten af.

De kosten die voor subsidie in aanmerking komen moeten in redelijkheid samenhangen met het doel van de subsidie: capaciteitsuitbreiding- en behoud. Denk hierbij bijvoorbeeld kosten voor uitrusting die de werkgever maakt zodat de groene boa veilig zijn werk kan doen of opleidingskosten voor een werk gerelateerde opleiding omdat de boa zichzelf binnen het vak wenst te ontwikkelen.

4. Aanvraag en voorlopige beschikking

Werkgevers van de groene boa’s, die in het jaar 2022 kosten kunnen maken en hebben gemaakt voor groene boa’s als bedoeld in paragraaf 4 van deze regeling en voldoen aan de in paragraaf 1 gestelde voorwaarden, kunnen zich tot 18 november 2022 melden via de website die door de Minister van Justitie en Veiligheid ter beschikking wordt gesteld. Aanmeldingen die na deze datum binnenkomen zullen niet in behandeling worden genomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid zal binnen dertien weken nadat een aanvraag is ingediend, beslissen op de aanvragen. Het besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid waarin subsidie wordt verleend wordt aan de werkgever gestuurd.

De verstrekte subsidies zullen aan de hand van de daadwerkelijk door de subsidieaanvragers gemaakte en door een factuur aangetoonde kosten worden vastgesteld. Uiterlijk 1 april 2023 dienen de subsidieaanvragers bij de Minister van Justitie en Veiligheid de bewijsstukken aan te leveren waarmee zij aantonen dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt zijn, ten behoeve van de subsidievaststelling. De Minister van Justitie en Veiligheid stelt binnen 22 weken na ontvangst van de bewijsstukken de subsidie vast.

5. Subsidiabele kosten

Kosten die voor subsidie in aanmerking komen zijn kosten die de werkgever vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 heeft gemaakt met betrekking tot het aan de boa te betalen loon en/of vrijwilligersvergoeding, de uitrusting van de nieuwe- en bestaande boa ten behoeve van zijn werkzaamheden en kosten voor werk gerelateerde opleidingen.

Door LNV en JenV is in 2022 subsidie beschikbaar gesteld ten behoeve van de opleiding van groene boa’s: de Aanvraag subsidie voor opleidingskosten van groene buitengewoon opsporingsambtenaren 2022, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Stcrt. 2022, 14865). De kosten die reeds onder de subsidieregeling opleidingskosten groene boa, of enige andere regeling worden gesubsidieerd, komen niet tevens in aanmerking voor subsidie onder deze regeling. Wanneer enige andere regeling reeds voorziet in de subsidie voor een deel van de gemaakte kosten ten aanzien van capaciteitsuitbreiding of behoud van groene boa’s, dan kan het resterende deel van de kosten onder deze regeling in aanmerking komen voor subsidie. Het ligt in dat geval op de weg van de werkgever aan te tonen welke opleidingskosten buiten een eerder aangevraagde subsidie vallen. De subsidieregeling opleidingskosten groene boa van LNV zal per 1 januari 2023 komen te vervallen en per die datum zal één gezamenlijke subsidieregeling worden gemaakt.

’s-Gravenhage, 4 november 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz – Zegerius


X Noot
1

Motie Hermans d.d. 23 september 2021, kamerstuk 35 925, nr. 13.

X Noot
2

Kamerbrief d.d. 23 juni 2022 meerjarige beleidsagenda boa’s, kamerstuk 29 628, nr. 1099.

X Noot
3

Provincie Noord-Brabant namens alle provincies, Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren en Staatsbosbeheer.

Naar boven