Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 oktober 2022, kenmerk 3447912-1037419-VGP, houdende wijziging van de Regeling heroïnebehandeling in verband met aanpassingen van de specifieke uitkeringen voor het jaar 2023

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling heroïnebehandeling wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De Minister kan ten behoeve van het jaar 2023 aan de volgende gemeenten een specifieke uitkering verstrekken voor de kosten van het exploiteren van het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandeleenheden, van ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde bedrag, met in totaal ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandelplaatsen:

    Amsterdam

    2

    98

    2.066.522

    Apeldoorn

    1

    20

    604.252

    Arnhem

    1

    23

    669.510

    Den Haag

    1

    65

    1.305.171

    Deventer

    1

    20

    604.252

    Eindhoven

    1

    20

    604.252

    Enschede

    1

    30

    809.696

    Groningen

    1

    29

    790.360

    Heerlen

    1

    34

    877.370

    ‘s-Hertogenbosch

    1

    20

    604.252

    Leeuwarden

    1

    28

    771.024

    Maastricht

    1

    20

    604.252

    Nijmegen

    1

    20

    604.252

    Rotterdam

    1

    89

    1.595.200

    Tilburg

    1

    22

    647.757

    Utrecht

    1

    45

    1.051.392

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

In de Regeling heroïnebehandeling zijn de uitkeringen aan gemeenten met een of meer heroïnebehandeleenheden opgenomen. Met de onderhavige wijzigingsregeling zijn de bedragen voor 2023 aangepast in verband met de ontwikkeling van het prijspeil en arbeidsvoorwaarden (OVA 2022). Bovendien is op grond van een meerjarig bezettingsoverzicht voor sommige gemeenten het maximum aantal behandelplaatsen waarvoor een specifieke uitkering wordt verleend gewijzigd ten opzichte van het aantal behandelplaatsen in 2022. De daarop gebaseerde specifieke uitkering voor 2023 is aangepast.

Volgens het huidige beleid worden uitkeringen verleend ter hoogte van de maximumbedragen die in de regeling staan. Zoals aangegeven in mijn besluit van 29 november 2012 (Stcrt. 2012, 24497) is uit bezettingsoverzichten van voorgaande jaren gebleken dat in enkele gemeenten sprake is van onderbezetting. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de populatie heroïneverslaafden kleiner geworden is en bestaat bovendien de verwachting dat het aantal heroïneverslaafden zal blijven afnemen.

Gelet op deze ontwikkelingen wordt vanaf 2015 bij de verlening van de uitkering rekening gehouden met de afnemende populatie. De betrokken colleges van burgemeester en wethouders leveren jaarlijks een overzicht van de bezetting van de behandelplaatsen, de screening en de wachtlijst over voorgaande jaren aan. Deze overzichten vormen de basis voor vaststelling van het maximale aantal behandelplaatsen waarvoor een gemeente een specifieke uitkering ontvangt. Daarbij wordt een ondergrens van 20 behandelplaatsen aangehouden.

Gelet op de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM) treedt deze regeling in werking met ingang van 1 januari 2023.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven