Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 4 november 2022, nr. WJZ/22522902 tot wijziging van de Financiële regeling handelsregister 2019 en de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 in verband met de indexering per 1 januari 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 34, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel en de artikelen 1, tweede lid, en 2 van het Financieel besluit handelsregister 2014;

Besluit:

ARTIKEL I

De Financiële regeling handelsregister 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘€ 2,40 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 2,60 per uittreksel’.

2. In onderdeel c wordt ‘€ 2,75 per concernrelatie’ telkens vervangen door ‘€ 3,– per concernrelatie’.

3. In onderdeel d wordt ‘€ 4,35 per inzage’ vervangen door ‘€ 4,75 per inzage’.

4. In onderdeel e wordt: ‘€ 3,15 per document’ vervangen door ‘€ 3,45 per document’.

5. In onderdeel f wordt ‘€ 7,80 per document’ vervangen door ‘€ 8,45 per document’.

6. In onderdeel g wordt ‘minimaal € 2,75 en ten hoogste € 9,85 per inzage’ vervangen door ‘minimaal € 3,– en ten hoogste € 10,75 per inzage’ en wordt ‘onderdelen d en e’ vervangen door ‘onderdelen c en d’.

7. In onderdeel h wordt ‘€ 7,80 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 8,45 per uittreksel’.

8. In onderdeel i wordt ‘€ 2,55’ vervangen door ‘€ 2,75’.

9. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel i door een punt vervalt onderdeel j.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 14,00 per document’ vervangen door ‘€ 15,20 per document’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 15,60 per uittreksel’ vervangen door ‘€ 16,90 per uittreksel’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 15,60 per dossier’ vervangen door ‘€ 16,90 per dossier’.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 7,80’ vervangen door ‘€ 8,45’.

b. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 0,09’ vervangen door ‘€ 0,10’.

c. Onderdeel c wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 0,04 per record’ vervangen door ‘€ 0,05 per record’.

d. Onderdeel d wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 0,04 per record’ vervangen door ‘€ 0,05 per record’.

e. Onderdeel e wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 3,15 per jaarrekening’ vervangen door ‘€ 3,45 per jaarrekening’.

f. Onderdeel f wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 260 per opdracht’ vervangen door ‘€ 282,– per opdracht’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

3°. Het derde gedachtestreepje komt te luiden:

  • per aangeboden record: € 0,028.

4°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 0,04 per verstrekt adres’ vervangen door ‘€ 0,05 per verstrekt adres’.

5°. In het zesde gedachtestreepje wordt ‘€ 155, 90 per levering per rubriek’ vervangen door ‘€ 169,– per levering per rubriek’.

g. Onderdeel g wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,– per aanvraag’ vervangen door ‘€ 1.128,– per aanvraag’.

2°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 0,01 per 10 verstrekte gegevens’ vervangen door ‘€ 0,0001 per verstrekt gegeven’.

3°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1.128,– per abonnement’.

4°. In het zesde gedachtestreepje wordt ‘€ 0,01 per 10 verstrekte gegevens’ vervangen door ‘€ 0,0001 per verstrekt gegeven’.

5°. In het zevende gedachtestreepje wordt ‘€ 1.560,– per abonnement’ vervangen door ‘€ 1.692,– per abonnement’.

6°. In het achtste gedachtestreepje wordt ‘€ 260,– per verzoek’ vervangen door ‘€ 282,– per verzoek’.

7°. In het negende gedachtestreepje wordt ‘€ 155,90 per levering per rubriek’ vervangen door ‘€ 169,– per levering per rubriek’.

h. Onderdeel h wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 260,–’ vervangen door ‘€ 282,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 0,04 per verstrekt adres’ vervangen door ‘€ 0,05 per verstrekt adres’.

3°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 155,90 per levering per rubriek’ vervangen door ‘€ 169,– per levering per rubriek’.

i. Onderdeel i wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 260,–’ vervangen door ‘€ 282,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 0,10’ vervangen door ‘€ 0,11’.

3°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 0,04 per verstrekt KVK-nummer’ vervangen door ‘€ 0,05 per verstrekt KVK-nummer’.

j. Onderdeel j wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040,–’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 2,40 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 2,60 per gegevenslevering’.

3°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 1,80 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 1,95 per gegevenslevering’.

4°. In het vierde gedachtestreepje wordt ‘€ 7,80 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 8,45 per gegevenslevering’.

5°. In het vijfde gedachtestreepje wordt ‘€ 2,55 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 2,75 per gegevenslevering’.

6°. In het zesde gedachtestreepje wordt ‘€ 1,35 per gegevenslevering’ vervangen door ‘€ 1,45 per gegevenslevering’.

7°. In het zevende gedachtestreepje wordt ‘€ 3,15 per jaarrekening’ vervangen door ‘€ 3,45 per jaarrekening’.

8°. In het achtste gedachtestreepje wordt ‘€ 2,40 per overzicht’ vervangen door ‘€ 2,60 per overzicht’.

k. Onderdeel k wordt als volgt gewijzigd:

1°. In de aanhef wordt ‘€ 5,20 per maand per aansluiting’ vervangen door ‘€ 5,65 per maand per aansluiting’.

2°. In het eerste, tweede en derde gedachtestreepje wordt telkens ‘€ 0,016 per aanvraag’ vervangen door ‘€ 0,018 per aanvraag’.

l. Onderdeel l wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 83,15’ vervangen door ‘€ 90,15’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 260,–’ vervangen door ‘€ 282,–’.

3°. In het derde gedachtestreepje wordt ‘€ 1.040’ vervangen door ‘€ 1.128,–’.

2. In het derde lid wordt ‘€ 11,45 per download’ vervangen door ‘€ 12,40 per download’.

D

In artikel 4 wordt ‘€ 15.000,–’ vervangen door ‘€ 25.000,–’.

E

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het eerste gedachtestreepje wordt ‘€ 65,–’ vervangen door ‘€ 70,45’.

2°. In het tweede gedachtestreepje wordt ‘€ 40,–’ vervangen door ‘€ 43,35’.

F

In artikel 5 wordt ‘€ 51,95’ vervangen door ‘€ 75,–’.

ARTIKEL II

Artikel 2, eerste lid, van de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 50,65 per deelnemer’ vervangen door ‘€ 54,90 per deelnemer’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 50,65 per deelnemer’ vervangen door ‘€ 54,90 per deelnemer’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 20,10’ vervangen door ‘€ 21,80’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 14,40’ vervangen door ‘€ 15,60’.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 222,85 per carnet’ vervangen door ‘€ 242,– per carnet’.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 11,80’ vervangen door ‘€ 12,80’.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 9,70’ vervangen door ‘€ 10,55’.

8. In onderdeel h wordt ‘€ 18,25 per jaar’ vervangen door ‘€ 19,75 per jaar’.

9. In onderdeel i wordt ‘€ 1,– per kopie’ vervangen door ‘€ 1,05 per kopie’.

10. In onderdeel j wordt ‘€ 28,35 per vergunning’ vervangen door ‘€ 30,75 per vergunning’.

11. In onderdeel k wordt ‘€ 81,05 per EU-Verklaring’ vervangen door ‘€ 87,85 per EU-Verklaring’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 november 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 en de Financiële regeling handelsregister 2019. De wijzigingen houden verband met de voorgenomen indexering van de tarieven in beide regelingen per 1 januari 2023. Daarnaast wordt de inschrijfvergoeding, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Financieel besluit handelsregister 2014, verhoogd. Tot slot vervallen de producten KVK Handelsregister inschrijving basis en KVK Handelsregister vestiging basis, indien het raadplegen geschiedt via een internetapplicatie die bedoeld is voor mobiele kanalen.

In de Financiële regeling handelsregister 2019 zijn de vergoedingen vastgesteld die verschuldigd zijn aan de Kamer van Koophandel voor het inzien of verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of krachtens wettelijk voorschrift daarbij is gedeponeerd. Met de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015 worden vergoedingen vastgesteld die ondernemingen of rechtspersonen op uniforme wijze verschuldigd zijn voor het afnemen van niet-handelsregistergerelateerde producten die geleverd worden door de Kamer van Koophandel. Artikel 34, eerste lid, van de Wet op de Kamer van Koophandel geeft hier een wettelijke basis voor.

2. Inhoud

a. Indexering

De Kamer van Koophandel indexeert jaarlijks de vergoeding voor de producten en diensten volgens de consumentenprijsindex (CPI) van het verleden jaar. De jaarmutatie CPI wordt gebruikt, omdat het een stabiele weergave is van de prijsontwikkeling is. Echter, in de eerste maanden van 2022 is de CPI fors gestegen. De geschatte jaarmutatie van CPI 2022 bedraagt ruim 10 procent. Als de Kamer van Koophandel vasthoudt aan de jaarmutatie van CPI in 2021 (2,7 procent), dan zal worden geïndexeerd met een sterk afwijkend percentage van de recente ontwikkelingen. Bovendien zal er dan in 2024 met een fors hoger percentage (gebaseerd op CPI 2022) geïndexeerd worden. Om sterke schommeling in indexatie te voorkomen, is besloten om te indexeren met een actueler CPI percentage gebaseerd op de gemiddelde (jaar op jaar) prijsstijging over de maanden oktober 2021 tot en met september 2022. Door het gemiddelde te nemen over meerdere maanden (8,4 procent) worden uitschieters afgevlakt.

b. Verhoging van de inschrijfvergoeding

De inschrijfvergoeding die een onderneming of rechtspersoon die een opgave doet tot eerste inschrijving in het handelsregister, eenmalig is verschuldigd, wordt verhoogd van € 51,95 naar € 75,– (artikel 5 van de Financiële regeling handelsregister 2019). De verhoging is een uitvloeisel van de in eind 2020 gemaakte financieringsafspraken tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Kamer van Koophandel. De verhoging was de afgelopen twee jaar wel voorzien in de begroting van de Kamer van Koophandel om verliezen op te vangen, maar uitgesteld vanwege de financiële realiteit van ondernemers door de economische gevolgen van de corona pandemie én de komst van de datavisie.

c. Vervallen van de producten KVK Handelsregister inschrijving basis en KVK Handelsregister vestiging basis voor mobiele kanalen

In artikel 1, onderdeel j, van de Financiële regeling handelsregister 2019 waren handelsregisterproducten KVK Handelsregister inschrijving basis en KVK Handelsregister vestiging basis opgenomen. Het betrof het door middel van een internetapplicatie die bedoeld is voor mobiele kanalen, raadplegen van basisgegevens van ondernemingen, rechtspersonen en vestigingen die zijn ingeschreven in het handelsregister. Deze applicatie is technisch verouderd waardoor de betrouwbaarheid en stabiliteit niet meer kon worden gegarandeerd. De applicatie is sinds 15 juni 2022 niet meer beschikbaar. Bestaande klanten worden op een alternatieve wijze geholpen met hun aanvragen. De Kamer van Koophandel is bezig met het ontwikkelen van een structurele vervanging voor de applicatie.

3. Regeldruk

De onderhavige actualisatie van beide regelingen brengt geen verandering in de administratieve lasten bij de gebruikers van dit product. Tarieven vallen bovendien niet onder de definitie van regeldruk. Derhalve is hier geen sprake van administratieve lasten voor bedrijven of burgers, en evenmin van inhoudelijke nalevingskosten.

4. Notificatie

De regeling wordt conform Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (de Dienstenrichtlijn, PbEU 2006, L 376/36) voorgelegd aan de Europese Commissie. Het gaat om de kennisgeving van het vaststellen van vaste minimum- en maximumtarieven in de zin van artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van de Dienstenrichtlijn. Voor die kennisgeving geldt dat de notificatie uiterlijk na de vaststelling van de regeling dient te geschieden. De notificatie betreft overigens alleen de wijzigingen doorgevoerd in de Regeling vergoedingen Kamer van Koophandel 2015; de tarieven in de Financiële regeling handelsregister 2019 worden gekwalificeerd als retributies en de wijziging daarvan is daarom uitgezonderd van de notificatie.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Met de bekendmaking en inwerkingtreding van deze regeling wordt aangesloten bij de systematiek van de vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, R.A.A. Jetten

Naar boven