Regeling alternatieve voorschriften wat betreft afmetingen en massa’s van de voertuigcategorieën landbouw- en bosbouwtrekkers, landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken en mobiele machines ten behoeve van het verlenen van een ontheffing van de goedkeuringseisen

Zoetermeer, 20 januari 2022

JBZ 2022/ 22.0000841

De directie van de Dienst Wegverkeer,

Gelet op de artikelen 3.5.4, tweede lid, 3.6.2, tweede lid en 3.6.4, tweede lid, van de Regeling voertuigen;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Definities

In deze regeling zijn de definities en overige bepalingen van de Regeling voertuigen van toepassing.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Deze regeling is van toepassing op het verlenen van een nationale individuele goedkeuring voor de voertuigcategorieën landbouw- of bosbouwtrekkers, landbouw- of bosbouwaanhangwagens, verwisselbare getrokken uitrustingsstukken en mobiele machines, en een nationale typegoedkeuring voor mobiele machines voor een ontheffing van de goedkeuringseisen wat betreft afmetingen en massa’s.

§ 2. Aanvraag ontheffing goedkeuringseisen

Artikel 3. Aanvraagformulier

  • 1. De aanvraag voor een ontheffing van de goedkeuringseisen wat betreft afmetingen en massa’s wordt ingediend bij de RDW.

  • 2. Voor de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het door de RDW vastgestelde model aanvraagformulier voor ontheffing van de goedkeuring.

  • 3. Het aanvraagformulier wordt schriftelijk beschikbaar gesteld.

  • 4. Bij de aanvraag wordt een verklaring overgelegd waaruit blijkt waarom het voertuig niet aan de wettelijke afmetingen en massa’s kan voldoen.

§ 3. Beoordeling aanvraag ontheffing goedkeuringseisen

Artikel 4. Beoordeling van de aanvraag van een landbouw- en bosbouwtrekker

Voor een landbouw- of bosbouwtrekker geldt dat de breedtevermeerdering uitsluitend het gevolg is van de montage van bredere banden of dubbellucht banden en de daarvoor noodzakelijk aangebrachte wielafscherming en markering. Uitrusting breder dan 2,55 m vallende binnen het breedste punt van de banden wordt niet in aanmerking genomen, indien deze te demonteren is en niet leidt tot extra laadruimte.

Artikel 5. Beoordeling van de aanvraag van de verwisselbare getrokken uitrustingsstuk of landbouw- of bosbouwaanhangwagen.

Voor een verwisselbaar getrokken uitrustingsstuk geldt dat deze niet bestemd is om lading te vervoeren op de weg, tenzij de lading gerelateerd is aan de functie, anders dan alleen goederen vervoeren, van de aanhangwagen;

Voor landbouw- of bosbouwaanhangwagens geldt dat er geen ontheffing van de goedkeuringseisen wat betreft afmetingen en massa’s wordt verleend.

Artikel 6. Beoordeling van de aanvraag van een mobiele machine

Voor een mobiele machine geldt dat indien de breedte meer is dan 3,00 m de buitenspiegels inclusief hun steunen/houders omklapbaar zijn.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: regeling ontheffing goedkeuring afmetingen en massa’s landbouw- of bosbouwvoertuigen en mobiele machines.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerst dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De directie van de Dienst Wegverkeer, A. van Ravestein Algemeen Directeur

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de Regeling voertuigen is de RDW bevoegd alternatieve voorschriften te stellen indien ontheffing van de goedkeuringseisen van massa’s en afmetingen wordt gevraagd door fabrikanten van voertuigcategorieën landbouw- en bosbouwtrekkers, landbouw- of bosbouwaanhangwagens en verwisselbare getrokken uitrustingsstukken en mobiele machines. Dit betreft de Europese voertuigcategorieën T, C, R, S en de nationale voertuigsoort mobiele machine.

Met deze regeling wordt er in de in de praktijk bestaande behoefte voorzien om qua afmetingen en massa’s bij de goedkeuring van deze voertuigen af te kunnen wijken van de wettelijke afmetingen en massa’s, indien wordt gemotiveerd waarom men niet kan voldoen. Honorering van de aanvraag betekent dat het voertuig is goedgekeurd en alleen met een ontheffing voor gebruik, ex artikel 149 of 149a van de Wegenverkeerswet 1994 zich op de openbare weg mag bevinden. De ontheffing van de goedkeuringseisen houdt derhalve niet zonder meer in dat in Nederland gebruik kan worden gemaakt van het voertuig op de openbare weg. Hiervoor zal men de ontheffing op grond van artikel 149 dan wel 149 Wegenverkeerswet 1994 moeten aanvragen.

De alternatieve voorschriften zijn mede gebaseerd op de in Duitsland geldende voorschriften. De in Duitsland verplichte en noodzakelijke markeringen en zwaailamp, zijn reeds opgenomen in hoofdstuk 5 van de Regeling voertuigen en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Duitsland kent tevens nog een beperking van aslast bij niet-geveerde as boven 40 km/h. Deze is niet overgenomen, omdat de maximumsnelheid voor deze voertuigen in Nederland is beperkt tot 25 respectievelijk 40 km/h.

Artikelsgewijs

In artikel 1 worden de definities en bepalingen van de Regeling voertuigen van toepassing verklaard op deze regeling.

Artikel 2 geeft de reikwijdte van de regeling aan.

Artikel 3 bepaalt dat een aanvraag voor ontheffing van de goedkeuringseisen wat betreft afmetingen en massa’s op een door de RDW vastgesteld aanvraagformulier moet worden ingediend. De aanvraag moet vergezeld gaan van een motivering waarom het voertuig niet aan de wettelijke eisen wat betreft afmetingen en massa’s kan voldoen.

Artikel 4 geeft de alternatieve voorschriften waaraan voldaan moet worden voor de ontheffing van de goedkeuringseisen voor massa’s en afmetingen voor landbouw – of bosbouwtrekkers.

Artikel 5 geeft de alternatieve voorschriften waaraan voldaan moet worden voor de ontheffing van de goedkeuringseisen voor massa’s en afmetingen voor verwisselbare getrokken uitrustingsstukken.

Artikel 6 geeft de alternatieve voorschriften waaraan voldaan moet worden voor de ontheffing van de goedkeuringseisen voor massa’s en afmetingen voor mobiele machines.

Het kunnen omklappen van de spiegels is verplicht gesteld vanaf 3,00 m. Dit in tegenstelling tot Duitsland waar deze eis vanaf 3,10 m geldt. De reden is dat boven 3,00 m het voertuig speciaal gebouwd is en hier rekening mee wordt gehouden.

Artikel 7 en 8 bevatten de gebruikelijke slotbepalingen.

De directie van de Dienst Wegverkeer, A. van Ravestein Algemeen Directeur

Naar boven