Wijziging Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Gehoord het Huis voor klokkenluiders;

besluit

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, van het Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders, komt te luiden:

De commissie heeft tot taak:

  • a. de minister een advies te geven over het aanvaarden of vervullen door een kandidaat-voorzitter of een kandidaat-lid van het Huis van nevenfuncties met het oog op een goede vervulling van hun voorziene functie in het bestuur van het Huis of de handhaving van hun onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin;

  • b. zittende leden van het Huis een bindend advies te geven over het aanvaarden van nevenfuncties met het oog op een goede vervulling van hun functie in het bestuur van het Huis of de handhaving van hun onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin – een afschrift van dit advies wordt onverwijld aan de minister ter beschikking gesteld.

De artikelen 4 en 5 van het Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders komen te luiden:

Artikel 4 Benoeming

  • 1. Met ingang van 1 november 2022 worden tot leden van de commissie benoemd:

    • a. de heer J.G. Pot, tevens voorzitter;

    • b. mevrouw D.J.M. Corbey;

    • c. de heer T. Koklu; en

    • d. mevrouw W. Slingerland.

  • 2. De leden worden benoemd voor de duur van vier jaar.

Artikel 5 Vergoeding

  • 1. Aan de leden van de commissie wordt, met uitzondering van de voorzitter, een vergoeding per vergadering toegekend ter hoogte van 3% van het maximum van salarisschaal 18 conform de laatstelijk afgesloten CAO Rijk.

  • 2. Het lid dat optreedt als voorzitter van de commissie ontvangt een vergoeding per vergadering van 130% van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

TOELICHTING

Artikel 2, tweede lid, onderdeel b van het Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders wordt gewijzigd, in die zin dat wordt verduidelijkt dat de commissie zowel positieve als negatieve adviezen uitbrengt èn dat -ongeacht de inhoud van het advies – het advies (onderdeel a) aan de minister wordt afgegeven dan wel (onderdeel b) een afschrift van dit advies onverwijld aan de minister ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 4 van het Instellingsbesluit commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders wordt gewijzigd vanwege de benoeming van vier nieuwe leden van de commissie incompatibiliteiten Huis voor klokkenluiders (hierna: de commissie). De benoemingstermijn van de huidige vier leden van de commissie is, na een periode van vier jaar en een herbenoemingstermijn van twee jaar, op 1 juli 2022 verlopen. De huidige leden van de commissie hebben hun taak sinds de instelling van de commissie op 1 juli 2016 vervuld en hebben aangegeven deze werkzaamheden te willen beëindigen.

Daarnaast wordt artikel 5 van dit besluit gewijzigd, omdat aan de nieuwe leden wel een vergoeding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, wordt toegekend. De huidige leden hebben eerder afgezien van een vergoeding.

De in artikel 5 bedoelde vergoeding per vergadering bedraagt per 1 juli 2022:

  • Voor de voorzitter: € 411,58;

  • Voor de overige leden: € 316,60.

Per 1 april 2023 bedraagt de in artikel 5 bedoelde vergoeding per vergadering:

  • Voor de voorzitter: € 423,93;

  • Voor de overige leden: € 326,10.

Per 1 januari 2024 bedraagt de in artikel 5 bedoelde vergoeding per vergadering:

  • Voor de voorzitter: € 430,29;

  • Voor de overige leden: € 330,99.

De leden van de commissie, met inbegrip van de voorzitter, ontvangen hiernaast een vergoeding van reis- en verblijfskosten conform de laatstelijk afgesloten CAO Rijk, zie www.caorijk.nl. Dit vloeit voort uit artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

Naar boven