Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 oktober 2022, kenmerk 3428183-1034296-WJZ, houdende wijziging Alcoholregeling in verband met het doorvoeren van enkele herstelpunten

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

ARTIKEL I

De Alcoholregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3.4 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. een ambtenaar die voor 1 juli 2021 met goed gevolg het examen toezichthouder Drank- en Horecawet heeft afgelegd dat voldeed aan de eisen zoals vastgesteld door de examencommissie Drank- en Horecawet van de Stichting Exameninstelling Toezicht en Handhaving, gevestigd te Amersfoort.

B

In Model A. als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onder 7, en in Model B. als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, onder 5, wordt ‘als genoemd in het Alcoholbesluit’ telkens vervangen door ‘als genoemd in artikel 10 van de Alcoholwet en artikel 1.2 van de Alcoholregeling’.

C

In Model D-2. (vergunning) als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid vervalt ‘/het slijtersbedrijf’ en wordt ‘lokaliteiten, terrassen of slijtlokaliteiten’ vervangen door ‘lokaliteiten of terrassen’.

D

In Model D-2 (aanhangsel) Alcoholwet – Paracommerciële rechtspersoon vervalt ‘/het slijtersbedrijf’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 juli 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Van Ooijen

TOELICHTING

Met deze regeling worden verschillende verbeteringen doorgevoerd in de Alcoholregeling. Het betreffen verbeteringen in artikel 3.4 en in de modellen A, B, D-2 (vergunning) en D-2 (aanhangsel) van de Alcoholregeling.

Artikel 3.4 van de Alcoholregeling bevatte reeds overgangsrecht ten aanzien van de plicht voor toezichthoudende ambtenaren om het examen toezichthouder Alcoholwet met goed gevolg af te leggen (artikel 3.4, onder a, van de Alcoholregeling). Met deze wijzigingsregeling wordt hieraan overgangsrecht toegevoegd. Met de inwerkingtreding van de Alcoholwet is in de Alcoholregeling, in lijn met de naamswijziging van de Drank- en Horecawet in Alcoholwet, de naam van het examen voor toezichthoudende ambtenaren gewijzigd van ‘examen toezichthouder Drank- en Horecawet’ in ‘examen toezichthouder Alcoholwet’. Onbedoeld heeft dit tot gevolg gehad dat toezichthoudende ambtenaren die niet reeds onder het overgangsrecht van artikel 3.4 vallen en het examen toezichthouder Drank- en Horecawet voor inwerkingtreding van de Alcoholwet hebben behaald, formeel niet aan het wettelijk vereiste uit artikel 3.3, onder a, voldoen. Voor deze groep personen wordt met deze regeling overgangsrecht toegevoegd. Een ambtenaar die voor 1 juli 2021 (de inwerkingtredingsdatum van de Alcoholwet) met goed gevolg het examen toezichthouder Drank- en Horecawet heeft afgelegd dat voldeed aan de eisen, zoals vastgesteld door de examencommissie Drank- en Horecawet van de Stichting Exameninstelling Toezicht en Handhaving, gevestigd te Amersfoort, hoeft niet te voldoen aan artikel 3.3, onder a, van de Alcoholregeling op grond waarvan met goed gevolg het examen toezichthouder Alcoholwet afgelegd moet zijn. Om dit onbedoelde gevolg van de naamswijziging recht te zetten, treedt deze wijziging met terugwerkende kracht in werking. Hierdoor bestaan geen eventuele bevoegdheidsgebreken ten aanzien van het handelen van de betreffende ambtenaren in de periode vanaf inwerkingtreding van de Alcoholwet tot inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

In Model A, onder vraag 7, en in Model B, onder vraag 5, bij de Alcoholregeling stond dat de inrichting van een horecabedrijf, slijtersbedrijf (Model A) en paracommerciële rechtspersoon (Model B) moet voldoen aan de eisen als genoemd in het Alcoholbesluit. In het Alcoholbesluit zijn echter geen inrichtingseisen opgenomen. Deze zijn opgenomen in artikel 10 van de Alcoholwet en artikel 1.2 van de Alcoholregeling. Met deze regeling wordt de verwijzing naar het Alcoholbesluit daarom vervangen door een verwijzing naar artikel 10 van de Alcoholwet en artikel 1.2 van de Alcoholregeling.

Tot slot wordt een verbetering doorgevoerd in de Modellen D-2. De Modellen D-2 hebben betrekking op paracommerciële rechtspersonen. In de modellen staat de mogelijkheid een vergunning te verlenen voor het slijtersbedrijf. Uit de begripsbepaling van paracommerciële rechtspersoon (artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet) volgt echter dat deze zich richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Deze richt zich dus niet op het slijtersbedrijf, waardoor de mogelijkheid om een vergunning aan te verlenen voor een slijtersbedrijf aan paracommerciële rechtspersonen onterecht op de modellen is opgenomen. Met deze regeling wordt deze mogelijkheid daarom geschrapt uit de Modellen D-2.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk. Het betreffen technische wijzigingen. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, dat terugwerkt tot en met 1 juli 2021.

Bij de inwerkingtreding wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden, omdat het enkel technische wijzigingen betreffen.1 Op de reden van de afwijkende inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, is reeds ingegaan.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Van Ooijen


X Noot
1

Vgl. Kamerstukken II 2019/20, 35 526, nr. 3, artikelsgewijze toelichting op artikel X.

Naar boven