Besluit van de Minister voor Klimaat en Energie van 20 oktober 2022, nr. WJZ/ 22484572, tot vaststelling van de correcties voor de voorschotverlening coöperatieve energieopwekking 2023 (Besluit vaststelling voorlopige correctiebedragen Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023)

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op artikel 9 van de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking;

Besluit:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In dit besluit wordt verstaan onder:

netlevering:

elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt ingevoed;

niet-netlevering:

elektriciteit die op een installatie wordt ingevoed;

openstellingsbesluit 2021:

Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2021;

openstellingsbesluit 2022:

Besluit openstelling Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2022;

regeling:

Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking;

voorlopige correctiebedrag:

bedrag als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de regeling.

Artikel 2 (vaststelling voorlopige correctiebedrag)

Voor een categorie productie-installaties als bedoeld in het in de eerste kolom van onderstaande tabel genoemde artikel, wordt het voorlopige correctiebedrag voor 2023 vastgesteld op het bedrag dat is genoemd in de derde kolom.

1

2

3

Artikel openstellingsbesluit 2021

Omschrijving categorie

Voorlopige correctiebedrag 2023 in euro/kWh

Artikel 3, onderdeel a

Zonne-energie, kleinverbruikers-aansluiting

0,152

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Netlevering: 0,152

Niet-netlevering: 0,194

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel i

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel ii

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel iii

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel iv

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel v

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel c, subonderdeel vi

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iiii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel e

Waterkracht ≥ 15 kW en ≤ 100 kW

0,225

Artikel 3, onderdeel f

Waterkracht ≥ 15 kW en ≤ 150 kW

0,225

1

2

3

Artikel openstellingsbesluit 2022

Omschrijving categorie

Voorlopige correctiebedrag 2023 in euro/kWh

Artikel 3, onderdeel a

Zonne-energie, kleinverbruikers-aansluiting

0,152

Artikel 3, onderdeel b

Zonne-energie, grootverbruikers-aansluiting

Net-levering: 0,152

Niet-netlevering: 0,194

Artikel 3, onderdeel c

Windenergie, kleinverbruikers-aansluiting

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel i

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel ii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 8,0 en < 8,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iii

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,5 en < 8,0 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel iv

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 7,0 en < 7,5 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel v

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, ≥ 6,75 en < 7,0 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel d, subonderdeel vi

Windenergie, grootverbruikers-aansluiting, < 6,75 m/s

0,188

Artikel 3, onderdeel e

Waterkracht kleinverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 100 kW

0,225

Artikel 3, onderdeel f

Waterkracht grootverbruikersaansluiting ≥ 15 kW en ≤ 150 kW

0,225

Artikel 3 (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Artikel 4 (citeertitel)

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling voorlopige correctiebedragen Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking 2023.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 oktober 2022

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

1. Inleiding

Dit besluit is een nadere uitwerking van de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (hierna: regeling). Op basis van deze regeling wordt de productie van hernieuwbare energie gestimuleerd door het verschil te subsidiëren tussen de gemiddelde kostprijs en de gemiddelde marktwaarde daarvan. De subsidie per kWh bedraagt het verschil tussen een basisbedrag (de kostprijs voor de productie van hernieuwbare elektriciteit per kWh) en een correctiebedrag per kWh dat gerelateerd is aan onder meer de elektriciteitsprijs.

De correctiebedragen worden jaarlijks opnieuw berekend om zo de ontwikkeling van de marktwaarde van elektriciteit mee te nemen in de hoogte van de subsidie. Als de correctie voor elektriciteitsprijzen lager wordt dan de basiselektriciteitsprijs zoals opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening, dan wordt die correctie gelijkgesteld aan de basiselektriciteitsprijs. De basiselektriciteitsprijs wordt jaarlijks per categorie productie-installaties gepubliceerd in het openstellingsbesluit en vastgelegd in de afgegeven beschikkingen. Deze basiselektriciteitsprijs blijft gedurende de hele subsidieperiode gelden.

2. Doel

Met dit besluit worden de voorlopige correctiebedragen voor 2023 vastgesteld. Sinds 2021 wordt met openstellingsbesluiten jaarlijks de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking opengesteld. Voor subsidies die zijn aangevraagd en verleend bij deze openstellingsbesluiten, worden met onderhavig besluit per categorie productie-installaties voor hernieuwbare energie de voorlopige correctiebedragen voor 2023 vastgesteld. Met deze bedragen wordt bij de voorschotverlening gerekend. Deze (jaarlijks vast te stellen) voorlopige correctiebedragen zijn van belang voor de berekening van de voorschotten voor 2023 bij de verschillende categorieën productie-installaties. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

3. Opzet van dit besluit

De opzet van dit besluit is als volgt. De voorlopige correctiebedragen zijn per categorie productie-installaties vastgesteld. Voor zonne-energie wordt een onderscheid gemaakt in netlevering (invoeding op het elektriciteitsnet) en niet-netlevering (invoeding op een installatie).

Dit besluit kent de volgende opbouw:

  • artikel 1: begripsbepalingen;

  • artikel 2: voorlopige correctiebedragen;

  • artikel 3: inwerkingtreding;

  • artikel 4: citeertitel.

De voorlopige correctiebedragen zijn opgebouwd uit de som van drie componenten:

  • a. de gemiddelde elektriciteitsprijs voor elektriciteit die wordt ingevoegd op het elektriciteitsnet (netlevering) of de gemiddelde elektriciteitsprijs voor elektriciteit die niet wordt ingevoegd op het net maar op een installatie (niet-netlevering),

  • b. de gemiddelde waarde van de garanties van oorsprong; en

  • c. andere correcties die een substantiële invloed hebben op het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van hernieuwbare elektriciteit en de relevante gemiddelde marktprijs van elektriciteit en die voortvloeien uit maatregelen van de overheid.

Deze som van deze drie componenten (de gemiddelde elektriciteitsprijs voor netlevering of niet-netlevering, de gemiddelde waarde van de garanties van oorsprong en de andere correcties) zijn als één voorlopig correctiebedrag weergegeven in de derde kolom van de tabel bij artikel 2 van dit besluit. De basis voor deze vaststelling ligt in artikel 9, eerste lid, van de regeling.

Bij de tabel geeft de eerste kolom het artikel aan uit de openstellingsbesluiten waarin een bepaalde categorie productie-installaties wordt aangewezen. In de tweede kolom is een verkorte omschrijving van de desbetreffende categorie productie-installaties opgenomen. Deze kolom is een hulpmiddel, voor de volledige omschrijving wordt verwezen naar het desbetreffende artikel van de openstellingsbesluiten.

Opgemerkt wordt dat de systematiek voor berekening van de voorlopige correctiebedragen steeds hetzelfde is als die van de uiteindelijk definitieve correctiebedragen voor de bevoorschotting. De definitieve voorschotbedragen over 2023 zullen na afloop van 2023 worden vastgesteld, vóór 1 april 2024 (artikel 6 van de regeling). Het enige verschil is dat bij de correctiebedragen voor de bevoorschotting gebruikt wordt gemaakt van de verwachte jaargemiddelde waarde, terwijl bij de definitieve correctiebedragen na afloop van het betreffende kalenderjaar gebruik wordt gemaakt van de daadwerkelijke gerealiseerde jaargemiddelde marktwaarde over het desbetreffende jaar.

4. Rekenwijze en uitgangspunten

Bij de vaststelling van de voorlopige correctiebedragen voor de diverse categorieën productie-installaties wordt gebruik gemaakt van de adviezen van het Planbureau voor de Leefomgeving (hierna: PBL). Voor een uitgebreide toelichting op de uitgangspunten, de berekeningswijze en de berekeningen zelf wordt verwezen naar het adviesrapport, dat openbaar is en beschikbaar wordt gesteld via de website van het PBL. Voor een toelichting op de berekeningssystematiek van de subsidiehoogte en het gebruik van correctiebedragen hierbij wordt ook verwezen naar paragraaf 2.6 van het algemeen deel van de toelichting op de regeling (Stct. 2021, 11080).

5. Regeldruk

De regeldruk voortvloeiend uit dit besluit is slechts in samenhang te zien met de bepalingen uit de regeling zelf en het openstellingsbesluit 2021. In paragraaf 4 van algemeen deel van de toelichting bij de regeling (Stct. 2021, 11080) is een uitgebreide toelichting op de regeldruk opgenomen. Dit besluit brengt geen inhoudelijke wijzigingen met zich mee en leidt dus niet tot extra regeldruk voor energiecoöperaties en verenigingen van eigenaars, de doelgroep van de regeling.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven