Besluit van de directeur-generaal Ketenregie van het Ministerie van Financiën van 13 oktober 2022, nr. 2022-204741, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de Stichting Sociale Banken Nederland in het kader van reeds afgeloste publieke schulden (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging SBN reeds afgeloste publieke schulden)

De directeur-generaal Ketenregie,

Gelet op het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag (Stcrt. 2021, 28304);

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, 10:9 en 10: 12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging van Belastingdienst/Toeslagen aan de directeur-generaal Ketenregie in het kader van afgeloste publieke schulden (Stcrt. 2022, 18356);

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

b. Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag:

Besluit uitbreiding Casthuisregeling Kinderopvangtoeslag (Stcrt. 2021, nr. 28304).

Artikel 2. Ondermandaat, volmacht en machtiging

Tenzij anders is bepaald, omvat de verlening van 011dermandaat mede de verlening van:

  • a. volmacht: de bevoegdheid om namens Belastingdienst/Toeslagen privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b. machtiging: de bevoegdheid om in naam van Belastingdienst/Toeslagen handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 3. Mandaatverlening

  • 1. Aan de voorzitter van het bestuur van de Stichting Sociale Banken Nederland wordt een ondermandaat verleend voor hetgeen nodig is in verband met (en beperkt tot) de uitvoering van artikel 4 en 4.1 van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag, waaronder:

    • a. het ontvangen van een aanvraag met alle gegevens;

    • b. het behandelen en ambtshalve aanvullen van een aanvraag;

    • c. het verwerken van (persoons)gegevens, inclusief het BSN;

    • d. het nemen van besluiten op aanvraag tot het verlenen van compensatie voor de reeds afgeloste publieke schulden die zijn gedaan in het kader van artikel 4 en 4.1 van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag;

    • e. het uitwisselen van (persoons)gegevens, inclusief het BSN, met derde partijen, daar waar het noodzakelijk is.

  • 2. Het verleende mandaat omvat niet de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaar.

Artikel 4. Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden, afzonderlijk van elkaar, ondermandateren.

  • 2. De gemandateerde kan het mandaat slechts ondermandateren aan medewerkers van SBN die de gemandateerde geschikt acht tot het uitvoeren van de werkzaamheden die verband houden met de uitvoering van artikel 4 en 4.1 van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag.

  • 3. Degene die krachtens ondermandaat handelt, handelt in overeenstemming met hetgeen in dit besluit is bepaald.

  • 4. De gemandateerde houdt een mandaatregister bij dat bij elke wijziging opnieuw wordt gedeeld met de directeur-generaal Ketenregie.

  • 5. Het mandaatregister, bedoeld in het vorige lid, omvat in ieder geval de functieomschrijving van de gemandateerde functionarissen alsmede de aan deze functionarissen in ondermandaat toegekende bevoegdheden.

Artikel 5. Voorschriften en instructies

  • 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht.

  • 2. Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Awb, van de directeur-generaal Ketenregie toe.

  • 3. De directeur-generaal Ketenregie zorgt ervoor dat de gemandateerden over de informatie beschikken die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie bedoeld in de eerste volzin.

  • 4. De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van çle Awb.

Artikel 6. Informatie- en overlegplicht

  • 1. De gemandateerde treedt in overleg met de directeur-generaal Ketenregie alvorens de bevoegdheden uit te oefenen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming over de uitoefening van die bevoegdheden door de directeur-generaal Ketenregie gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of indien een besluit naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de Staat aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken.

  • 2. De gemandateerde draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in ondermandaat en door onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondermandaat genomen besluiten, één en ander in overleg met de directeur-generaal Ketenregie.

  • 3. Periodiek wordt door de gemandateerde in samenspraak met de directeur-generaal Ketenregie de mandaatverlening en de informatieverstrekking geëvalueerd.

Artikel 7. Ondertekening

De ondertekening in mandaat en ondermandaat luidt:

De Belastingdienst/Toeslagen, namens deze,

<handtekening van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker> [naam van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker],

(functie van de gemandateerde functionaris of ondergemandateerde medewerker].

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 28 september 2022.

Artikel 9. Intrekking

Het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging pilot reeds afgeloste publieke schulden wordt ingetrokken.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging SBN reeds afgeloste publieke schulden.

C.H.L.M. van de Louw Directeur-generaal Ketenregie

TOELICHTING

Algemeen

Voor het compenseren van reeds afgeloste private en publieke schulden van gedupeerde ouders is een regeling getroffen in het Besluit betalen private schulden (Stcrt. 2021, 44723) en het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag (Stcrt. 2021, 28304). Beide regelingen beleggen de bevoeg_dheden voor de uitvoering hiervan bij de Belastingdienst/Toeslagen. Per 1 januari 2022 heeft het programmadirectoraat-generaal Herstel het opdrachtgeverschap in de hersteloperatie kinderopvangtoeslagaffaire overgenomen en heeft de directeur-generaal Ketenregie van de Belastingdienst/Toeslagen reeds het mandaat gekregen om het Besluit betalen private schulden uit te voeren. Daarvan maakt ook de compensatie van reeds afgeloste private schulden onderdeel uit.

Ook voor de compensatie van de reed,s afgeloste publieke schulden heeft de directeur-generaal Ketenregie inmiddels een mandaat verleend gekregen door de Belastingdienst/Toeslagen middels het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging van Belastingdienst/Toeslagen aan de directeur-generaal Ketenregie in het kader van afgeloste publieke schulden.

Nadat hiervoor een pilot is uitgevoerd, zal de compensatie van de reeds afgeloste private en publieke schulden ook worden uitgevoerd door de Stichting Sociale Banken Nederland (SBN). Zij wordt daarbij ondersteund door een aantal kredietbanken. Voor de uitvoering daarvan, voor zover het de private schulden betreft, hebben SBN en de kredietbanken al een mandaat' en met dit besluit wordt aan SBN ook het mandaat verleend voor de artikelen 4 en 4.1 van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslagaffaire. SBN en de kredietbanken zullen daarmee uitvoering geven aan de compensatie van zowel de reeds afgeloste private als 'publieke schulden.

Artikelsgewijs

Artikel 3

De directeur-generaal Ketenregie ondermandateert in dit artikel de bevoegdheden die voor SBN nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan de artikelen 4 en 4.1 van het Besluit uitbreiding Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag. De ondermandatering geschiedt aan de voorzitter van het bestuur van SBN.

Artikel 4

Ondermandaat kan worden verleend aan ondergeschikte medewerkers waarvan de voorzitter acht dat zij geschikt zijn om het werk te kunnen uitvoeren. De voorzitter dient wel een mandaatregister bij te houden waarin het volgende is aangegeven: de functieomschrijving en de in ondermandaat verleende bevoegdheden.

Artikel 5

De uitoefening van het mandaat geschiedt met inachtneming van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De directeur-generaal Ketenregie kan specifieke en algemene instructies geven voor de uitoefening van het mandaat. Onder deze instructies valt onder meer de overeenkomst tussen SBN, de kredietbanken en de Staat. Daarnaast zal de directeur-generaal Ketenregie ervoor zorgen dat SBN beschikt over alle informatie die relevant is voor de uitvoering van haar werk.

Artikel 6

Daar waar het volgens SBN nodig is, treedt zij in overleg met het programmadirectoraat-generaal Herstel. Dat geldt in ieder geval voor de situaties zoals die beschreven staan in het eerste lid. Het niet voldoen aan het eerste lid doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing. Een houder van een ondermandaat dient in overleg te treden met de voorzitter van SBN wanneer dat nodig is.

De voorzitter van SBN zorgt voor een periodieke verslaglegging van de uitoefening van het mandaat en zorgt ervoor dat de uitoefening van het mandaat eens in de zoveel tijd wordt geëvalueerd.

' Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor SBN van de directeur-generaal ketenregie 2022 en Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor kredietbanken van de directeur-generaal ketenregie 2022.

Artikel 9

Omdat de pilot voor de compensatie van reeds afgeloste schulden inmiddels is afgerond, zal het besluit waarmee voor die pilot aan SBN en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg een ondermandaat is verleend, worden ingetrokken.

Naar boven