Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2022, 28230 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Justitie en Veiligheid | Staatscourant 2022, 28230 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gelet op artikel 4, derde lid, van de Wet griffierechten burgerlijke zaken;
Besluit:
Van een ouder als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang die als gedupeerde is aangemerkt in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen wordt geen griffierecht geheven voor de indiening van een verzoek- of verweerschrift in het kader van een procedure in verband met het herstel van het gezag als bedoeld in de artikelen 1:277, 1:278 en 1:274, tweede en derde lid, van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek.
1. Om als gedupeerde ouder, als bedoeld in artikel 1, te worden aangemerkt legt de ouder een kopie van de beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen over waaruit dit blijkt.
2. Indien de ouder op het moment van heffing van griffierecht nog geen beschikking als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen, legt de ouder een kopie van de bevestiging van de aanmelding bij de Belastingdienst/Toeslagen over. In dat geval wordt geen griffierecht geheven mits de beschikking alsnog wordt overgelegd voordat de rechter einduitspraak heeft gedaan.
3. Indien in een procedure als bedoeld in artikel 1 reeds griffierecht is geheven en de ouder legt alsnog de beschikking als bedoeld in het eerste lid over, dan wordt het griffierecht met terugwerkende kracht op nihil gesteld en teruggestort.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 17 oktober 2022
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
In het najaar van 2021 is bekend geworden dat een aantal ouders die gedupeerd zijn in de zogenoemde kinderopvangtoeslagaffaire ook te maken hebben (gehad) met een uithuisplaatsing van een minderjarige of met gezagsbeëindiging. De inzet van het kabinet bij het herstel van de problemen met de kinderopvangtoeslag is gericht op het bieden van hulp en ondersteuning aan alle ouders en kinderen die gedupeerd zijn. Dat is ook de inzet voor de gedupeerde ouders en kinderen waarbij een uithuisplaatsing of gezagsbeëindiging aan de orde is.
Een uithuisplaatsing of gezagsbeëindiging is in alle gevallen een ingrijpend besluit voor kinderen en ouders en het is tragisch als de problemen met de kinderopvangtoeslag daar op welke manier dan ook een rol bij hebben gespeeld. Het Rijk en de betrokken instanties, zoals gemeenten, Gecertificeerde Instellingen en de Raad voor de Kinderbescherming, hebben daarom een gezamenlijke aanpak ontwikkeld om gedupeerde ouders en kinderen die hiermee te maken hebben (gehad) extra hulp en ondersteuning te bieden.
Gezien de bijzondere aard van de kinderopvangtoeslagaffaire en de door de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag geconstateerde steken die de overheid hierbij heeft laten vallen en daarnaast de ingrijpende gevolgen van een uithuisplaatsing of gezagsbeëindiging, is het van groot belang dat gedupeerde ouders zo min mogelijk drempels ervaren wanneer zij hierover willen procederen.
Met de bestaande Regeling griffierechten burgerlijke zaken was al geregeld dat – kort gezegd – geen griffierecht wordt geheven voor de indiening van een verzoekschrift of verweerschrift in verband met de ondertoezichtstelling en in verband met de beëindiging van het gezag. Voor de procedures over het herstel van het gezag als bedoeld in de artikelen 1:277, 1:278 en 1:274, tweede en derde lid, van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek is in de Regeling griffierechten burgerlijke zaken geen vrijstelling voor griffierechten opgenomen.
Om de drempel om een procedure te starten te verlagen, wordt met deze regeling bepaald dat gedupeerde ouders van de problemen met de kinderopvangtoeslag eveneens geen griffierechten zijn verschuldigd in de voorgenoemde procedures over herstel van het gezag.
Voor een ouder die aanspraak op deze regeling wil maken, dient er door de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), onderdeel van Belastingdienst/Toeslagen, te zijn vastgesteld dat de betreffende ouder gedupeerd is door de kinderopvangtoeslagaffaire.
In de brede hersteloperatie kunnen gemeenten en ouders een verzoek indienen voor urgentie bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen voor de eerste toets of integrale beoordeling. Het Ondersteuningsteam UHP KOT kan ouders hierbij begeleiden.
Met de bevestiging van de aanmelding bij de UHT kan de griffier vaststellen dat er sprake is van een mogelijk gedupeerde aanvrager van kinderopvangtoeslag en wordt het griffierecht voorlopig op nihil gesteld. Na overlegging van de beschikking van de UHT, waarin wordt vastgesteld dat er daadwerkelijk sprake is van een gedupeerde ouder, wordt geen griffierecht geheven in de genoemde procedures. Als op het moment dat de rechter einduitspraak heeft gedaan, nog geen kopie van de beschikking is overgelegd dan wordt alsnog griffierecht geheven.
Is er al wel griffierecht geheven, omdat bij het aanbrengen geen beschikking en ook geen bevestiging van de aanmelding is overgelegd of omdat de beschikking pas na de einduitspraak wordt overgelegd, dan wordt het griffierecht alsnog op nihil gesteld en teruggestort indien de beschikking alsnog wordt overgelegd.
’s-Gravenhage, 17 oktober 2022
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-28230.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.