Besluit van 26 augustus 2022 nr. 2022001812 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente West Betuwe krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor project PHS Meteren-Boxtel, spoorboog Meteren, met bijkomende werken).

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ingevolge artikel 72a, eerste lid, van de onteigeningswet kan onteigening van onroerende zaken plaatsvinden onder meer voor aanleg en verbetering van wegen, bruggen, spoorwegwerken en kanalen, alsmede daarop rustende zakelijke rechten. Daaronder wordt mede begrepen werken ter uitvoering van een tracébesluit als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Tracéwet.

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

ProRail B.V. (hierna: verzoeker) heeft Ons bij brief van 10 december 2021, kenmerk Z002-003890, verzocht, om ten name van ProRail B.V. over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van onroerende zaken in de gemeente West Betuwe. De onteigening wordt verzocht voor de realisatie van het project PHS Meteren-Boxtel, spoorboog Meteren, van km 44.597 t/m km 46.286 van de Betuweroute en van km 0.000 tot km 3.819 van de verbindingsboog Zuidwestboog Meteren en km 29.125 t/m km 30.700 van de spoorlijn Utrecht – ‘s-Hertogenbosch, met bijkomende werken, in de gemeente West Betuwe.

Bij e-mailbericht van 23 mei 2022 heeft verzoeker Ons te kennen gegeven wegens minnelijke eigendomsverkrijging niet langer prijs te stellen op voortzetting van de onteigeningsprocedure voor de daarbij betrokken onroerende zaken met de grondplannummers 1036, 1043, 1066, 1082, 5020, 5021, 5023, 5025, 5033, 5044, 5045, 1074, 1118, 1119, 1005, 1038, 5000, 1006, 1102, 5003, 1059, 1061, 1064, 1068 en 1072. Omdat de noodzaak van onteigening voor deze grondplannummers hiermee is komen te vervallen, zullen Wij deze niet ter onteigening aanwijzen. In de bij dit besluit behorende lijst van te onteigenen onroerende zaken is hiermee rekening gehouden.

Planologische grondslag

De onroerende zaken waarop het verzoek betrekking heeft, liggen in de gemeente West Betuwe. De grondslag voor de planologische uitvoerbaarheid van het werk waarin de ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken zijn gelegen wordt gevormd door het Tracébesluit Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren – Boxtel 2020 (hierna: het Tracébesluit). Dit tracébesluit is op 14 mei 2020 vastgesteld door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Tegen het tracébesluit is door een aantal belanghebbenden beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 63, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 63 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 19 januari 2022 tot en met 1 maart 2022 in de gemeente West Betuwe en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft onze Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Onze Staatssecretaris) van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 18 januari 2022, nr. 605.

Verder heeft Onze Staatssecretaris het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

Het reizigers- en het goederenvervoer over het spoor zullen naar verwachting de komende jaren groeien. Uiterlijk in 2028 moet het spoor in Nederland klaar zijn voor de toenemende stroom reizigers en goederen. In de Randstad moeten reizigers dan elke 10 minuten een trein kunnen pakken. Om deze groei op het spoor in goede banen te leiden en er zorg voor te dragen dat de kwaliteit verbetert, is door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) voorbereid. Het PHS is een programma om de capaciteit van het spoor te vergroten, zodat er meer reizigerstreinen kunnen rijden op de drukste trajecten in de brede Randstad. Tegelijkertijd heeft het PHS tot doel om de verwachte groei van het goederenvervoer mogelijk te maken.

Om de groei van het aantal treinreizigers mogelijk te maken, wordt de komende jaren het spoor tussen Utrecht en Eindhoven aangepast. Een van die aanpassingen betreft het goederenvervoer. Momenteel rijdt het goederenvervoer over de Brabantroute, waarvan ook reizigerstreinen gebruikmaken. Alle daarmee samenhangende hinder drukt op de aan die route gelegen kernen (zoals Breda en Tilburg). Ook is het huidige goederenvervoer op deze route niet betrouwbaar genoeg, omdat er geen volwaardige alternatieve route voorhanden is. Het spoornet is op dit punt onvoldoende robuust. Dit geldt temeer nu er in de toekomst alleen maar meer reizigerstreinen over de Brabantroute zullen gaan rijden, waardoor er minder ruimte zal zijn op die route voor goederentreinen.

Door de aanleg van een alternatieve route kunnen goederentreinen in de toekomst in plaats van alleen over de Brabantroute, ook tot Meteren over de Betuweroute rijden en dan via een nieuwe verbindingsboog – genaamd de Zuidwestboog – hun weg in de richting ’s-Hertogenbosch en Boxtel vervolgen. Dit zorgt er voor dat de overlast die samenhangt met het goederenvervoer niet meer alleen wordt gedragen door de woonkernen aan de Brabantroute. Ook zorgt de nieuwe alternatieve route voor meer flexibiliteit en capaciteit voor het goederenvervoer, waardoor er meer mogelijkheden zijn om bij problemen bij te sturen. Dit komt de betrouwbaarheid en robuustheid van het spoornet ten goede.

Het feit dat goederentreinen in de toekomst ook over de nieuwe, alternatieve route zullen gaan, zorgt er ook voor dat er meer ruimte is om de verwachte groei van reizigerstreinen op de Brabantroute op te vangen.

Om de werken en werkzaamheden tijdig te kunnen realiseren wenst ProRail B.V. de eigendom te verkrijgen, vrij van lasten en rechten, van de onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen.

De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaken minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot (volledige) overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, heeft ProRail B.V. een verzoek ingediend tot aanwijzing ter onteigening van deze onroerende zaken, om de tijdige verwezenlijking van het plan van het werk zeker te stellen.

Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat de aanbesteding van de werkzaamheden begin 2023 is afgerond. De voorbereidende werkzaamheden starten begin 2023 en in 2024 start de uitvoering van het werk. Begin 2028 zijn de werkzaamheden afgerond. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit.

Zienswijzen

Binnen de bedoelde termijn zijn geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het overgelegde plan van het werk niet kunnen worden gemist.

Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van de verbetering van de railinfrastructuur, een vlotte en veilige doorstroming van het spoorwegverkeer en de bevordering van het openbaar vervoer noodzakelijk worden geacht dat ProRail B.V. de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt.

Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van ProRail B.V. tot het nemen van een besluit krachtens artikel 72a van de onteigeningswet gedeeltelijk toewijzen.

BESLISSING

Gelet op de onteigeningswet,

op de voordracht van Onze Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 21 april 2022, nr. RWS-2022/7777, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

gelezen het verzoek van ProRail B.V. bij brief van 10 december 2021, kenmerk Z002-003890;

gelezen het e0mailbericht van verzoeker van 23 mei 2022;

de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 6 juli 2022, no. W04.22.0066/I;

gezien het nader rapport van Onze Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat 23 augustus 2022, nr. RWS-2022/21224, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Voor de realisatie van het project PHS Meteren-Boxtel, spoorboog Meteren, van km 44.597 t/m km 46.286 van de Betuweroute en van km 0.000 tot km 3.819 van de verbindingsboog Zuidwestboog Meteren en km 29.125 t/m km 30.700 van de spoorlijn Utrecht – ’s-Hertogenbosch, met bijkomende werken, in de gemeente West Betuwe, ten name van ProRail B.V. ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken in de gemeente West Betuwe aangeduid op de grondtekeningen die ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet in de gemeente West Betuwe en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage hebben gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Den Haag, 26 augustus 2022

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

LIJST VAN DE TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN

ONTEIGENINGSPLAN: PHS Meteren Boxtel – Deelgebied Meteren

VERZOEKENDE INSTANTIE: ProRail B.V.

 

Kadastraal bekend als gemeente Geldermalsen

Grondplan

nr.

Te onteigenen

grootte (m2)

Kadastrale grootte (m2)

Sectie

en nr.

Ten name van

1017

19.596

77.680

H 3091

Johannes Marinus Keij, Geldermalsen.

         

1020

Geheel

17.420

H 3859

Railinfratrust B.V., Utrecht.

         

1021

5.063

49.190

H 3093

Evert Jan Bron, Geldermalsen;

Opstalrecht Nutsvoorzieningen op gedeelte van perceel: gemeente West Betuwe, Geldermalsen.

         

1031

5016

903

500

21.525

H 3095

½ eigendom: Evert Jan Bron, Geldermalsen;

½ eigendom: Anthonia Wellner, Geldermalsen;

Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht: Vitens N.V., Zwolle;

Opstalrecht Nutsvoorzieningen: Vitens N.V., Zwolle (2x).

         

1015

Geheel

10.379

Voorlopig

H 3766

Railinfratrust B.V., Utrecht.

Naar boven