Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 10 oktober 2022, nr. VO/F/34203866 houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering inhalen COVID-19 gerelateerde onderwijsvertragingen in verband met het verlengen van de bestedingstermijn

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering inhalen COVID-19 gerelateerde onderwijsvertragingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, wordt ’31 juli 2023’ vervangen door ’31 juli 2025’.

B

Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

De Minister stelt de specifieke uitkering vast nadat de gemeente de eindverantwoording, namelijk de jaarverslaggeving over uiterlijk het jaar 2026, zoals bedoeld in het eerste lid, aan de Minister heeft verstrekt.

C

In artikel 8, tweede lid, wordt ‘1 juli 2026’ vervangen door ‘1 juli 2028’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Algemeen deel

In de Kamerbrief van 25 februari 20221 heeft de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs aangekondigd de bestedingstermijn van de middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs met twee jaar te verlengen. Dit betekent dat de middelen nu besteed kunnen worden van 1 juli 2021 tot en met 31 juli 2025. Hierdoor krijgen scholen en gemeenten meer tijd om weloverwogen interventies te treffen in plaats van snelle keuzes om het geld op tijd uit te geven.

Om dit voor gemeenten mogelijk te maken, wordt de Regeling specifieke uitkering inhalen COVID-19 gerelateerde onderwijsvertragingen aangepast. In deze aanpassing is alleen de bestedingstermijn verlengd, hiermee verplaatst ook de uiterlijke datum voor de eindverantwoording naar verslagjaar 2026. Gemeenten kunnen wel eerder eindverantwoording afleggen als zij de middelen van de specifieke uitkering eerder volledig hebben besteed. De hoogte van de uitkering en de betalingsmomenten blijven hetzelfde. Gemeenten kunnen daarvoor dus uitgaan van de eerdere beschikking die zij hebben ontvangen van DUO en zullen tot en met juli 2023 middelen ontvangen. Ook de bestedingsdoelen blijven ongewijzigd.

Artikelsgewijs

Artikel I

In artikel I wordt de bestedingstermijn met twee jaar verlengd, hiermee verplaatst ook de uiterlijke datum voor de eindverantwoording naar verslagjaar 2026. De vervaldatum van de regeling komt ook twee jaar later te liggen (onderdeel C).

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 35 925 VIII, nr. 155

Naar boven