Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 10 oktober 2022, nr. WJZ/ 22251031, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering MIT 2021 in verband met de openstelling voor de uitvoeringsperiode 2022–2026 en enkele technische wijzigingen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkeringen MIT 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de begripsbepaling ‘uitvoeringsactiviteit’ als volgt te luiden:

uitvoeringsactiviteit:

activiteit die wordt uitgevoerd in het kader van de regionale MIT-regeling.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘eenmalig’.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervallen.

C

Artikel 4, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2. De aanvraag tot verlening van een specifieke uitkering wordt op zijn vroegst elf weken en uiterlijk tien weken voor het einde van het boekjaar ingediend voor de uitvoeringsperiode die in hetzelfde boekjaar aanvangt.

D

In artikel 10 wordt ‘Regeling specifieke uitkering MIT 2021’ vervangen door ‘Regeling specifieke uitkering MKB-innovatiestimulering topsectoren (MIT)’.

E

Bijlage 1 komt te luiden:

Bijlage 1. behorende bij artikel 1

1. Regionale MIT-regeling voor uitvoeringsperiode 2021–2025

Provincie

Titel regeling

Flevoland

Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

Gelderland

Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Groningen / Friesland / Drenthe

MIT haalbaarheid Noord-Nederland 2021;

MIT R&D samenwerking Noord-Nederland 2021

Limburg / Noord-Brabant / Zeeland

Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021–2025

Noord-Holland

Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2021

Overijssel

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

Utrecht

Uitvoeringsverordening MKB Innovatiestimulering Topsectoren provincie Utrecht

Zuid-Holland

Besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland houdende regels omtrent innovatiestimulering Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Holland

2. Regionale MIT-regeling voor uitvoeringsperiode 2022–2026

Provincie

Titel regeling

Flevoland

Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

Gelderland

Regels Ruimte voor Gelderland 2016

Groningen / Friesland / Drenthe

Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering R&D samenwerking Noord-Nederland 2022;

Subsidieregeling Mkb innovatiestimulering haalbaarheid Noord-Nederland 2022

Limburg / Noord-Brabant / Zeeland

Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021–2025

Noord-Holland

Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2022

Overijssel

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017

Utrecht

Uitvoeringsverordening MKB Innovatiestimulering Topsectoren provincie Utrecht

Zuid-Holland

Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Holland

F

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2. behorende bij artikel 3

1. Maximale Rijksbijdrage per provincie voor de uitvoeringsperiode 2021–2025

Provincie

Maximale bijdrage aan MIT-regeling 2021–2025

Flevoland

€ 808.000

Gelderland

€ 3.200.000

Groningen / Friesland / Drenthe

€ 3.488.000

Limburg/Noord-Brabant/Zeeland

€ 7.154.000

Noord-Holland

€ 4.463.000

Overijssel

€ 2.395.000

Utrecht

€ 1.956.000

Zuid-Holland

€ 9.281.000

2. Maximale Rijksbijdrage per provincie voor de uitvoeringsperiode 2022–2026

Provincie

Maximale bijdrage aan MIT-regeling 2022–2026

Flevoland

€ 978.000

Gelderland

€ 3.300.000

Groningen / Friesland / Drenthe

€ 4.094.000

Limburg/Noord-Brabant/Zeeland

€ 6.539.000

Noord-Holland

€ 5.454.000

Overijssel

€ 2.567.000

Utrecht

€ 1.894.000

Zuid-Holland

€ 8.067.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 oktober 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Op grond van de Regeling specifieke uitkering MIT 2021 (hierna: SPUK regeling) worden door de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) financiële middelen ten behoeve van de regionale MKB-innovatiestimulering topsectoren (hierna: MIT) regelingen beschikbaar gesteld aan de provincies. De provincies voeren de MIT uit volgens hun regionale MIT-regelingen.

Het doel van de MIT is om de maatschappelijke uitdagingen die voortkomen uit het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid aan te pakken. Voor een succesvolle aanpak van maatschappelijke uitdagingen en het versterken van het verdienvermogen, zijn technologische doorbraken en sleuteltechnologieën van groot belang. De economische kansen die maatschappelijke uitdagingen bieden en de ambitie om ook internationaal een vooraanstaande rol te spelen bij een aantal sleutel-technologieën, staan centraal in de topsectorenaanpak. De innovatiekracht van het midden- en kleinbedrijf (hierna: MKB) speelt daarbij een belangrijke rol.

De Rijksbijdrage aan de provincies voor de regionale MIT-regelingen wordt verleend via specifieke uitkeringen. De in 2021 gepubliceerde SPUK regeling bood de basis voor het verlenen van specifieke uitkeringen voor het openstellingsjaar 2021. Met de onderhavige regeling wordt de SPUK regeling gewijzigd zodat deze regeling als basis kan dienen voor jaarlijkse specifieke uitkeringen voor de regionale MIT-regelingen. De citeertitel van de SPUK regeling wordt ook gewijzigd om dit jaarlijkse karakter duidelijk te maken. Met de onderhavige wijzigingen wordt de regeling toekomstbestendig en is in het vervolg alleen het vaststellen van de openstellingen nodig.

Daarnaast worden met de onderhavige regeling de opstellingen voor de aanvraag van de specifieke uitkeringen voor de regionale MIT-regelingen van 2022 geregeld. In bijlage 1 en 2 staan tabellen met respectievelijk de titels van de regionale MIT-regelingen en de maximale Rijksbijdrage voor de betreffende uitvoeringsperiodes. Met de onderhavige regeling worden aan deze bijlage de titels van de regionale MIT-regelingen en maximale Rijksbijdrage voor de uitvoeringsperiodes 2022–2026 per provincie toegevoegd.

2. Uitkeringsvorm

EZK heeft in overleg met betrokken departementen verkend welke uitkeringsvorm vanuit de rijksoverheden richting provincies het beste aansluit bij de MIT. Gezien het bestaande instrumentarium is gekozen voor een specifieke uitkering met lichte verantwoording.

De uitvoering vindt plaats in samenwerking tussen de twee overheden, namelijk het Rijk en provincie(s). Omdat de Minister van EZK op deze manier nauw betrokken is, is ervoor gekozen om in deze regeling de verantwoordingsvereisten te beperken tot de in artikel 8 van de SPUK regeling beschreven financiële verantwoording.

3. Financiële bijdrage en de wijze van aanvragen

De Minister van EZK heeft in totaal 32,89 miljoen beschikbaar gesteld om bij te dragen aan de uitvoering van de regionale MIT 2022. Dit is net als in 2021 meer dan de ‘traditionele’ bijdrage van 1 euro bij elke provinciale euro die EZK aan de regionale MIT-regelingen deed. Dit is mogelijk doordat alle provincies het gehele EZK-innovatiebeleid ondersteunen waardoor er bijna geen landelijk vangnet meer nodig is. De bespaarde middelen zijn opnieuw extra gedecentraliseerd richting provincies. EZK en de provincies hebben afgesproken met elkaar in gesprek te blijven over de structurele cofinanciering van de MIT-regeling, gezien de oorspronkelijke afspraak waarbij EZK en provincies de MIT 50/50 financieren.

Op grond van dit totaalbedrag is per provincie in de gewijzigde bijlage 2 van de SPUK regeling de maximale bijdrage vastgelegd die de Minister van EZK zal verstrekken. Deze financiële bijdrage is bedoeld als maximale financiële bijdrage voor de regionale MIT-regelingen.

Conform artikel 2, eerste lid, van de SPUK regeling mag deze bijdrage worden ingezet voor zogenaamde uitvoeringsactiviteiten. Dit zijn activiteiten in het kader van de openstellingen en uitvoering van de regionale MIT-regelingen voor 2022. De uitvoering omvat onder andere werkzaamheden ten behoeve van de voorbereiding van, de administratie van en het toezicht op de activiteiten van de regionale MIT-regelingen, tot een maximum van 4 procent van de beschikbaar gestelde middelen.

De aanvraag van de betreffende provincie bevat in ieder geval de hoogte van de gevraagde specifieke uitkering en de periode waarin de gevraagde specifieke uitkering besteed zal worden.

In de beschikking zal de periode waarin de bijdrage moeten worden besteed, worden opgenomen, te weten uiterlijk op 31 december 2026. Een eventueel verzoek tot een verlenging van deze periode dient uiterlijk 31 december 2025 ingediend te worden bij de Minister van EZK.

Op de financiële verantwoording van de besteding van de specifieke uitkering is artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet van toepassing.

4. Regeldruk

Deze regeling bevat slechts technische wijzigingen en heeft geen gevolgen voor de regeldruk.

5. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van de regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven