Besluit van 13 september 2022, nr. 2022001920 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Breda krachtens artikel 78 van de onteigeningswet (onteigeningsplan Ulvenhoutse bos)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ingevolge de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan worden onteigend voor de uitvoering van een inpassingsplan.

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

Provinciale Staten van Noord-Brabant (hierna verzoeker) hebben Ons bij besluit van 17 december 2021, Besluit 69/21, verzocht, om ten name van de Provincie Noord-Brabant over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van de onroerende zaken in de gemeente Breda, begrepen in het onteigeningsplan Ulvenhoutse bos. De onroerende zaken zijn nodig voor de uitvoering van het inpassingsplan Ulvenhoutse bos.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben bij brief van 23 december 2021, kenmerk C2277701/4977894, het verzoek aan Ons ter besluitvorming voorgedragen.

Bij brieven van 15 maart 2022 met kenmerk C2277701/5047192 en 1 april 2022 met kenmerk C2277701/5054872 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de onteigeningsstukken aangevuld en geactualiseerd.

Planologische grondslag

De onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen, zijn gelegen in het inpassingsplan Ulvenhoutse bos, verder te noemen: het inpassingsplan.

Het inpassingsplan is op 3 juli 2020 vastgesteld door Provinciale Staten van Noord-Brabant. Tegen het inpassingsplan is beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Omdat het inpassingsplan ten tijde van dit aanwijzingsbesluit nog niet onherroepelijk is, zullen Wij aan dit besluit voorwaarden verbinden die zien op het tijdstip waarop een dagvaarding ingevolge artikel 18 van de onteigeningswet kan worden uitgebracht en op het tijdstip van het vervallen van dit besluit.

Aan de onroerende zaken zijn de onderscheiden bestemmingen Groen en Natuur en de dubbelbestemmingen Leiding en Waarde – Archeologie 1 toegekend.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 19 april 2022 tot en met 30 mei 2022 in de gemeente Breda en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft de burgemeester van Breda van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken op 15 april 2022 openbaar kennis gegeven in het Gemeenteblad.

Verder heeft Onze Minister het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

Het inpassingsplan voorziet in de realisatie van natuurherstelmaatregelen in het Natura-2000 gebied Ulvenhoutse bos. Het Ulvenhoutse bos ligt ten zuidoosten van Breda, ten oosten van de kern Ulvenhout. Dit gebied heeft, naast depositie van stikstof, last van verdroging als gevolg van de drainerende werking van waterlopen die in het verleden zijn aangelegd voor de ontwatering en afwatering van de land- en bosbouw. Hierdoor is er een te lage grondwaterspiegel ontstaan waardoor er een verminderde toestroming van regionaal en schoon kwelwater naar het bos plaats vindt en een versnelde afvoer van water uit het bos. Dit heeft geleid tot verdroging van de vochtige bossen waardoor de oorspronkelijke natuur sterk is achteruitgegaan.

De gronden die nodig zijn voor de te nemen natuurherstelmaatregelen en ter onteigening zijn aangewezen, hebben in de huidige situatie een agrarische functie en zijn in gebruik als grasland of bouwland. De herstelmaatregelen houden onder andere in, het verhogen van de waterpeilen, het minimaliseren van de peilfluctuaties in het grondwater, het voorkomen van pieken in de toevoer naar het bos als gevolg van regenval in bebouwd gebied en het inrichten van een zone nieuwe natuur. Deze maatregelen maken het mogelijk dat de ecologische doelen worden gerealiseerd en de verplichtingen op grond van de Wet natuurbescherming worden nagekomen. Door de uitvoering van deze maatregelen kan het huidige gebruik van de ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken niet worden voortgezet.

In de door de verzoeker om onteigening gewenste wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het inpassingsplan met de daarbij behorende planregels, toelichting, verbeelding en bijlagen (onder andere de notitie Toelichting van de urgentie, nut en noodzaak voor functieverandering of verwerving t.b.v. Natura2000-gebied Ulvenhoutse Bos), als ook door de zakelijke beschrijving behorende bij het onteigeningsplan.

Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben voor de uitvoering van de herstelmaatregelen voldoende budget gereserveerd. Het project is daarmee economisch uitvoerbaar. Binnen het Natura 2000-gebied Ulvenhoutse bos investeren de Provincie Noord-Brabant, Staatsbosbeheer, gemeente Breda en het Waterschap Brabantse Delta gezamenlijk in de uitvoering van de beschermingsmaatregelen. In de bestuurlijke overeenkomst tussen deze partijen van 5 maart 2015 zijn afspraken gemaakt inzake onder ander de samenwerking, financiering en uitvoering.

Om de werken en werkzaamheden ter uitvoering van het inpassingsplan tijdig te kunnen realiseren, wenst de provincie Noord-Brabant de eigendom, vrij van lasten en rechten, te verkrijgen van de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken.

De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaken minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot (volledige) overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, heeft de provincie Noord-Brabant tot zijn onteigeningsverzoek besloten, om de tijdige verwezenlijking van het inpassingsplan zeker te stellen.

Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat er een onderverdeling is gemaakt in het projectgebied. Omdat de benodigde grond ten zuiden van de Rijksweg A58 beschikbaar is, is met de uitvoering van de maatregelen in dat gebied gestart in september 2020. Maatregelen ten noorden van de Rijksweg A58, waar de in de onteigening betrokken onroerende zaken zich bevinden, worden uitgevoerd zodra de grond beschikbaar is. De planning is er vooralsnog op gericht uiterlijk in het vierde kwartaal van 2022 de gronden te kunnen verwerven en de werkzaamheden het laatste kwartaal van 2023 te kunnen voltooien. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit.

Zienswijzen

Binnen de termijn dat het ontwerp koninklijk besluit ter inzage heeft gelegen zijn daarover geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het inpassingsplan niet kunnen worden gemist.

Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht dat de provincie Noord-Brabant de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt.

Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van de provincie Noord-Brabant tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet toewijzen.

BESLISSING

Gelet op de onteigeningswet,

op de voordracht van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 21 juni 2022, nr. RWS-16991, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

gelezen het besluit van Provinciale Staten van Noord-Brabant van 17 december 2021, Besluit 69/21;

gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 23 december 2021, kenmerk C2277701/4977894;

gelezen de brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 15 maart 2022, kenmerk C2277701/5047192;

gelezen de brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 1 april 2022, kenmerk C2277701/5054872;

de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 24 augustus 2022, no. W04.22.0103/I;

gezien het nader rapport van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 8 september 2022, nr. RWS-2022/26858, Rijkswaterstaat Corporate Dienst.

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Voor de uitvoering van het inpassingsplan Ulvenhoutse bos van de provincie Noord-Brabant ten name van die provincie ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken, aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet in de gemeente Breda en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Dit onder de voorwaarden dat niet zal worden overgegaan tot dagvaarding als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet, vóórdat het inpassingsplan onherroepelijk zal zijn met betrekking tot de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken en dat dit aanwijzingsbesluit vervalt, indien het besluit tot vaststelling van het inpassingsplan met betrekking tot die onroerende zaken in beroep zal worden vernietigd.

Onze Minister Voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Den Haag, 13 september 2022

Willem-Alexander

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

LIJST VAN DE TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN

ONTEIGENINGSPLAN: Ulvenhoutse bos

VERZOEKENDE INSTANTIE: Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant

 

Kadastraal bekend als gemeente Nieuw-Ginneken

Grondplan

nr.

Te onteigenen

grootte (m2)

Kadastrale grootte (m2)

Sectie

en nr.

Ten name van

1

geheel

1.220

C 1303

Antonius Johannes Martinus Schoenmakers, Bavel

         

2

5.123

25.095

C 1975

Antonius Johannes Martinus Schoenmakers, gehuwd met Yvonne Christina Elisabeth Maria Blokdijk, Bavel

Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht: Brabant Water N.V., ‘s-Hertogenbosch (2x)

         

3

18.127

39.685

C 2010

Antonius Johannes Martinus Schoenmakers, Bavel

Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht: Brabant Water N.V., ‘s-Hertogenbosch

Opstalrecht nutsvoorzieningen: Brabant Water N.V., ‘s-Hertogenbosch

         

5

16.931

23.664

D 5320

1/6 eigendom: Charlotte Mary Flounders, Church, VA (Verenigde Staten van Amerika)

1/6 eigendom: Sara Schuyler Flounders, Jersey City, NJ (Verenigde Staten van Amerika)

1/6 eigendom: Euphemia Mary Cruger Flounders, Bryn Mawr, PA (Verenigde Staten van Amerika)

1/6 eigendom: Albert William Flounders, Berkeley, CA (Verenigde Staten van Amerika)

1/6 eigendom: Emer Cox Flounders, Dresher, PA (Verenigde Staten van Amerika)

       

1/12 eigendom: John Curnow Long, Brookhaven (Verenigde Staten van Amerika)

1/12 eigendom: Jeffrey Montgomery Long, Havertown (Verenigde Staten van Amerika)

Naar boven