Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 11 oktober 2022, nr. 2022-0000538156, tot wijziging van de Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting in verband met verhoging van het subsidieplafond en aanpassing begripsbepalingen

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op de artikelen 3, eerste en tweede lid, en 4, eerste lid, van de Kaderwet overige BZK-subsidies en artikel 8, eerste lid, van het Kaderbesluit BZK-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de omschrijving van het begrip ‘geclusterde woonvorm’ vervalt 'waarvan minimaal de helft bestemd is voor bewoning door ouderen die geen recht hebben op zorg in de zin van artikel 3.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg,'.

2. Het begrip 'Minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties' wordt vervangen door 'Minister: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening'.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt '€ 20.000.000' vervangen door '€ 28.000.000'.

2. In het tweede lid wordt '€ 18.000.000' vervangen door '€ 26.000.000'.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

1. Inhoud van de regeling

Deze regeling wijzigt de Stimuleringsregeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO). Via de SOO kunnen initiatiefnemers van een geclusterde woonvorm voor ouderen een financiële vergoeding ontvangen voor de bouwkosten van een ontmoetingsruimte.

De wijzigingen betreffen een verhoging van het beschikbare budget in 2022 en 2023 en het vervallen van één van de voorwaarden. In het coalitieakkoord zijn middelen ter beschikking gesteld om het langer zelfstandig wonen voor ouderen te bevorderen. Vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is daarom voor zowel 2022 als 2023 € 8.000.000 aan de regeling toegevoegd. Hierdoor is het totale budget verhoogd tot € 28 miljoen in 2022 en € 26 miljoen in 2023.

Tevens wordt met deze wijziging de voorwaarde geschrapt dat ten hoogste 50% van de bewoners bij oplevering van de ontmoetingsruimte over een indicatie mag beschikken op grond van de Wet langdurige zorg (WLZ). Met het vervallen van deze voorwaarde wordt tegemoet gekomen aan een wens die door verschillende zorgaanbieders is geuit. Initiatieven die zich richten op bewoners met een zware zorgvraag kunnen nu ook een beroep op de regeling doen. In de regeling is hier invulling aan gegeven door de definitie van het begrip ‘geclusterde woonvorm’ aan te passen.

2. Gevolgen voor administratieve en bestuurlijke lasten

Deze regeling is niet openbaar geconsulteerd. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen (omvangrijke) gevolgen voor de regeldruk heeft. De regeling wordt uitgevoerd door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

3. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking de dag na publicatie ervan in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Hiervoor is gekozen om aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen te voorkomen, aangezien de sector zo snel mogelijk een beroep wil doen op het uitgebreide budget van de regeling.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven