Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 23 september 2022, nr. PO/33552579, houdende wijziging van de Subsidieregeling onderwijsassistenten opleiding tot leraar in verband met een verlenging van de regeling, het verhogen van het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2022 en het vaststellen van de subsidieplafonds voor de kalenderjaren 2023 tot en met 2025, alsmede een aantal kleinere wijzigingen

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 71 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 71 van de Wet op de expertisecentra en artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling onderwijsassistenten opleiding tot leraar wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepaling van ‘minister’ komt te luiden:

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;.

2. De begripsbepaling van ‘opleiding tot leraar’ komt te luiden:

opleiding tot leraar:
  • a. op basis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek bekostigde bachelor- of masteropleiding die leidt tot het verkrijgen van een bevoegdheid om les te geven in een school of instelling die valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet primair onderwijs BES; of

  • b. opleiding aan de University of Curaçao of het Instituto Pedagogico Arubano, die leidt tot het verkrijgen van een bevoegdheid om les te geven in een school of instelling die valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet primair onderwijs BES;.

B

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘2019, 2020, 2021 of 2022’ vervangen door ‘2019, 2020, 2021, 2022, 2023, 2024 of 2025’.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel b wordt ‘de kalenderjaren’ vervangen door ‘het kalenderjaar’.

b. In onderdeel c wordt ‘€ 8.000.000’ vervangen door ‘€ 14.000.000’.

c. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma worden de onderdelen toegevoegd, luidende:

d. € 8.000.000 voor subsidieverstrekking in het kalenderjaar 2023;

e. € 6.000.000 per kalenderjaar voor subsidieverstrekking in de kalenderjaren 2024 en 2025.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Indien het voor subsidieverstrekking beschikbare bedrag na toepassing van het derde lid op 15 oktober van het betreffende kalenderjaar niet wordt uitgeput, is het derde lid van overeenkomstige toepassing op elke volgende onderwijsassistent of leraarondersteuner tot een maximum van zes onderwijsassistenten of leraarondersteuners per bevoegd gezag of samenwerkingsverband.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Indien een aanvraag voor subsidieverstrekking in het jaar 2022, 2023 of 2024 niet kan worden toegewezen omdat het subsidieplafond is bereikt, wordt de aanvraag aangemerkt als aanvraag voor subsidieverstrekking in het daaropvolgende kalenderjaar en behandeld als ware zij ingediend op 1 januari van dat daaropvolgende kalenderjaar.

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel c vervalt ‘en’.

b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. van 1 januari 2023 tot en met 15 oktober 2023, voor subsidieverstrekking in het jaar 2023;

  • f. van 1 januari 2024 tot en met 15 oktober 2024, voor subsidieverstrekking in het jaar 2024; en

  • g. van 1 januari 2025 tot en met 15 oktober 2025, voor subsidieverstrekking in het jaar 2025.

2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 4. De subsidie wordt aangevraagd in het kalenderjaar waarin de onderwijsassistent of leraarondersteuner met de opleiding tot leraar is gestart of in het daaropvolgende kalenderjaar. Aanvragen die op een eerder of later tijdstip worden ingediend, worden afgewezen.

  • 5. Het vierde lid is niet van toepassing ten aanzien van aanvragen als bedoeld in artikel 5, zevende lid, indien de desbetreffende aanvraag aanvankelijk binnen het in het vierde lid bedoelde aanvraagtijdvak werd ingediend.

  • 6. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een afschrift van het inschrijvingsbewijs van de onderwijsassistent of leraarondersteuner voor de opleiding tot leraar, waarin in ieder geval is vermeld:

    • a. de naam van de onderwijsassistent of leraarondersteuner;

    • b. de opleider;

    • c. de opleiding tot leraar; en

    • d. de startdatum van de opleiding tot leraar.

F

Artikel 8, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt ‘vóór 11 december 2022’ vervangen door ‘vóór 18 december 2022’.

2. Aan het slot van onderdeel c vervalt ‘en’.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 15 oktober 2023, uiterlijk vóór 18 december 2023 direct vastgesteld;

  • f. in de periode van 1 augustus 2024 tot en met 15 oktober 2024, uiterlijk vóór 18 december 2024 direct vastgesteld;

  • g. in de periode van 1 augustus 2025 tot en met 15 oktober 2025, uiterlijk vóór 18 december 2025 direct vastgesteld.

G

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘in 2020, 2021 of 2022’ vervangen door ‘een subsidie die op grond van deze regeling is verstrekt’.

H

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 11a. Overgangsrecht aanvraagtermijn

Artikel 7, vierde lid, is niet van toepassing ten aanzien van aanvragen die aanvankelijk in 2022 of in een eerder jaar werden ingediend.

I

In artikel 12, tweede lid, wordt ‘1 januari 2024’ vervangen door ‘1 januari 2027’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Algemeen

Op basis van de Subsidieregeling onderwijsassistenten opleiding tot leraar (hierna: subsidieregeling) kan een bevoegd gezag of samenwerkingsverband subsidie aanvragen voor het opleiden van een onderwijsassistent of leraarondersteuner die bij het bevoegd gezag of samenwerkingsverband in dienst is. Het gaat om een tegemoetkoming in de studiekosten en kosten van studieverlof.

Met deze wijziging van de subsidieregeling worden vier zaken geregeld. De regeling wordt verlengd voor de kalenderjaren 2023, 2024 en 2025, en daarnaast wordt het subsidieplafond voor kalenderjaar 2022 verhoogd. Dit is wenselijk, omdat het huidige plafond voor 2022 al bijna bereikt is en er nog meer aanvragen worden verwacht. Met de verhoging kunnen meer onderwijsassistenten of leraarondersteuners de opleiding tot leraar volgen, wat vanuit beleidsmatig oogpunt wenselijk is. Ook wordt mogelijk gemaakt om subsidieaanvragen te doen voor onderwijsassistenten of leraarondersteuners die de opleiding tot leraar volgen aan de University of Curaçao of het Instituto Pedagogico Arubano. Tot slot wordt een aantal (technische) wijzigingen gedaan om de uitvoerbaarheid van de subsidieregeling te verbeteren.

De aanleiding voor deze wijzigingsregeling is de Kamerbrief ‘Lerarenstrategie’ van 1 juli 2022, waarin is aangekondigd dat het subsidieplafond van de regeling wordt verhoogd zodat 300 onderwijsassistenten per jaar de opleiding tot leraar kunnen volgen.1 Met deze wijzigingsregeling wordt geregeld dat in de kalenderjaren 2023, 2024 en 2025 per jaar 300 onderwijsassistenten de opleiding tot leraar kunnen volgen.

De subsidieregeling is in het voorjaar van 2022 geëvalueerd.2 Hieruit blijkt dat de meerderheid van de besturen en assistenten die van de regeling gebruik maakt, er tevreden over is: de administratieve lasten zijn laag, de subsidievoorwaarden zijn helder en de tegemoetkoming in de kosten is voldoende. De subsidieregeling is het belangrijke laatste duwtje in de rug om de opleiding te gaan volgen. Uit het onderzoek spreekt een duidelijke wens dat de subsidieregeling blijft bestaan.

De conceptregeling is voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I). DUS-I heeft aangegeven dat het tot nu toe elk jaar een uitdaging is geweest om alle aanvragen goed en tijdig te verwerken. Dit is aanleiding om de artikelen 7 en 8 te wijzigen. De sluiting van een aanvraagperiode, die meteen (de dag erna) wordt gevolgd door de openstelling van een nieuwe aanvraagperiode legt veel druk op DUS-I als uitvoerder. In tegenstelling tot voorgaande jaren kunnen vanaf 2023 daarom geen aanvragen meer worden ingediend tussen 16 oktober en 31 december. Hier is voor gekozen om de uitvoeringslast voor DUS-I beheersbaar te houden. Ook is het budgettair overzichtelijker om de aanvraagperiode in het kalenderjaar te starten. Bovendien heeft de openstelling van de nieuwe ronde per 1 januari weinig tot geen gevolgen voor de aanvrager.

In de regeling staat een bevoegd gezag of samenwerkingsverband dat subsidie ontvangt, verplicht is om deel te nemen aan evaluatie of monitoring van de subsidieonderzoek. Daarnaast kan eventueel een steekproef plaatsvinden in het kader van de verantwoording.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (artikel 1)

Met deze wijziging zijn de opleidingen aan de University of Curaçao of het Instituto Pedagogico Arubano, die leiden tot het verkrijgen van een bevoegdheid om les te geven in een school of instelling die valt onder de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra of de Wet primair onderwijs BES, toegevoegd aan de definitie van ‘lerarenopleiding’. Daarmee wordt mogelijk dat ook subsidieaanvragen worden gedaan voor onderwijsassistenten of leraarondersteuners die de opleiding tot leraar aan de University of Curaçao of het Instituto Pedagogico Arubano volgen.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3)

Deze wijziging maakt mogelijk dat subsidieaanvragen worden gedaan voor onderwijsassistenten of leraarondersteuners die in 2023, 2024 of 2025 met de lerarenopleiding starten.

Artikel I, onderdeel C (artikel 4)

Met deze wijziging wordt het subsidieplafond voor 2022 verhoogd naar € 14 miljoen.

Verder wordt een subsidieplafond van € 8 miljoen vastgesteld voor 2023 en € 6 miljoen per jaar voor de kalenderjaren 2024 en 2025. Hierdoor is er in kalenderjaar 2023 ruimte om subsidie te verstrekken voor 400 assistenten of ondersteuners die de opleiding tot leraar volgen en in de kalenderjaren 2024 en 2025 ruimte om subsidie te verstrekken voor 300 assistenten of ondersteuners.

Artikel I, onderdeel D (artikel 5)

Met deze wijziging wordt geregeld dat het aantal aanvragen per bevoegd gezag of samenwerkingsverband, met het toekennen van aanvragen als het subsidiebudget nog niet is uitgeput, kan uitkomen op maximaal zes.

Verder betreft het een technische aanpassing om subsidieverstrekking bij het bereiken van het subsidieplafond in een betreffend kalenderjaar toekomstbestendig te maken. Aanvragen worden dan aangemerkt als aanvraag in het daaropvolgende kalenderjaar en behandeld als ware zij ingediend op 1 januari van dat kalenderjaar. De betalingen worden in dat geval met terugwerkende kracht gedaan in gelijke delen van € 5.000,– per onderwijsassistent of leraarondersteuner per kalenderjaar totdat het vastgestelde subsidiebedrag is bereikt.

Artikel I, onderdeel E (artikel 7)

Met deze wijziging worden de termijnen vastgesteld waarbinnen de subsidieaanvragen in de kalenderjaren 2023, 2024 en 2025 kunnen worden ingediend. In tegenstelling tot voorgaande jaren kunnen vanaf 2023 geen aanvragen meer worden ingediend tussen 16 oktober en 31 december. Hier is voor gekozen om de uitvoeringslast voor DUS-I beheersbaar te houden.

Verder betreft het een technische aanpassing om de termijn vanaf het starten met de opleiding tot leraar tot het indienen van een aanvraag, aan te passen tot hoogstens het daaropvolgende kalenderjaar. Hierop wordt een uitzondering gemaakt, wanneer artikel 5, zevende lid, van toepassing is. Tot slot wordt een lid toegevoegd waarin staat dat een afschrift van het inschrijvingsbewijs van de opleiding moet worden overgelegd bij de aanvraag.

Artikel I, onderdeel F (artikel 8)

Met deze wijziging worden de termijnen waarbinnen op de subsidieaanvragen wordt beslist in de kalenderjaren 2023, 2024 en 2025 vastgesteld, zulks in lijn met de aanvraagtermijnen in artikel 7 (zie artikel I, onderdeel E van deze regeling).

Artikel I, onderdeel G (artikel 9)

Met deze wijziging wordt geregeld dat ook subsidieaanvragen die worden gedaan voor onderwijsassistenten of leraarondersteuners die vanaf 2023 met de opleiding starten, worden betaald in gelijke delen van € 5.000,– per onderwijsassistent of leraarondersteuner per kalenderjaar totdat het vastgestelde subsidiebedrag is bereikt.

Artikel I, onderdeel H (artikel 11a)

Met deze wijziging wordt geregeld dat artikel 7, vierde lid, niet van toepassing is voor aanvragen die in 2022 of eerder zijn ingediend.

Artikel I, onderdeel I (artikel 12)

De regeling zou met ingang van 1 januari 2024 komen te vervallen. Met deze wijziging wordt de werkingsduur van de regeling verlengd tot 1 januari 2027.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 27 923, nr. 444.

X Noot
2

MOOZ (juli 2022). Evaluatie Subsidieregeling Onderwijsassistenten Opleiding tot Leraar (SOOL).

Naar boven