Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 29 september 2022, nummer 4203683, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdtachtigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3.43, derde lid, onderdeel a, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 3.24 van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Verblijf in het kader van uitwisseling is mogelijk indien de vreemdeling minimaal achttien jaar is en indien:

    • a. de vreemdeling die als au pair in Nederland verblijft of wil verblijven jonger dan zesentwintig jaar is, of

    • b. de vreemdeling die niet als au pair in Nederland verblijft of wil verblijven jonger dan eenendertig jaar is.

2. Onder vervanging van ‘, en’ aan het slot van het derde lid, onderdeel d, door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel e, door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. indien het een uitwisselingsprogramma voor au pairs betreft, dat de au pair ongehuwd is, en

  • g. indien het een uitwisselingsprogramma voor au pairs betreft, dat de au pair geen kinderen of pleegkinderen heeft.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 september 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

TOELICHTING

Bij brief van 8 november 2021 is de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2021/22, 19 637, nr. 2782) geïnformeerd over de maatregelen die zijn getroffen om de au-pairregeling te verbeteren. De maatregelen zijn getroffen naar aanleiding van signalen dat de au-pairregeling oneigenlijk wordt gebruikt om arbeid te faciliteren in plaats van culturele uitwisseling te stimuleren.

Daartoe zijn twee aanvullende voorwaarden ingevoerd die aanpassing van artikel 3.24 vereisen. Het betreft de volgende twee voorwaarden.

De au pair is niet ouder dan 25 jaar op het moment dat de aanvraag wordt ingediend. In het eerste lid, onderdeel a, van het nieuwe artikel 3.24 is deze wijziging verwerkt.

De au pair is ongehuwd en heeft geen (pleeg)kinderen. De au pair legt bij de aanvraag een gelegaliseerd en vertaald uittreksel (ongehuwdverkaring) uit de burgerlijke stand van het land van herkomst over. Ten aanzien van het bewijs dat de au pair geen (pleeg)kinderen heeft dient een ondertekende eigen verklaring te worden overgelegd. Het au-pairbureau is als erkend referent verantwoordelijk voor het toetsen en administreren van de ongehuwdverklaring en de eigen verklaring van de au pair.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven