Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 september 2022, kenmerk 3418682-1033593-PG, houdende wijziging van de Specifieke uitkering lokale preventieakkoorden en preventieaanpakken in verband met de actualisering van de maximale uitkeringsbedragen voor gemeentes voor het jaar 2022 en een andere technische wijziging

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Specifieke uitkering lokale preventieakkoorden en preventieaanpakken wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10 wordt onder vervanging van de punt door een komma ingevoegd ‘met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die op grond van de regeling zijn verleend’.

B

De lijst in bijlage I van de Specifieke uitkering lokale preventieakkoorden en preventieaanpakken komt te luiden:

Gemeente	Maximale uitkering voor het jaar 2022	Maximale uitkering voor het jaar 2021 en 2023 (per jaar)
Aa en Hunze	€ 20.000	€ 20.000
Aalsmeer	€ 20.000	€ 20.000
Aalten	€ 22.447	€ 20.000
Achtkarspelen	€ 22.447	€ 20.000
Alblasserdam	€ 22.447	€ 20.000
Albrandswaard	€ 22.447	€ 20.000
Alkmaar	€ 67.341	€ 60.000
Almelo	€ 44.894	€ 40.000
Almere	€ 134.682	€ 120.000
Alphen aan den Rijn	€ 67.341	€ 60.000
Alphen-Chaam	€ 11.223,50	€ 10.000
Altena	€ 33.670,50	€ 30.000
Ameland	€ 11.223,50	€ 10.000
Amersfoort	€ 89.788	€ 80.000
Amstelveen	€ 50.000	€ 50.000
Amsterdam	€ 224.470	€ 200.000
Apeldoorn	€ 89.788	€ 80.000
Arnhem	€ 89.788	€ 80.000
Assen	€ 44.894	€ 40.000
Asten	€ 11.223,50	€ 10.000
Baarle-Nassau	€ 11.223,50	€ 10.000
Baarn	€ 22.447	€ 20.000
Barendrecht	€ 33.670,50	€ 30.000
Barneveld	€ 30.000	€ 30.000
Beek	€ 11.223,50	€ 10.000
Beekdaelen	€ 22.447	€ 20.000
Beemster	€ 11.223,50	€ 10.000
Beesel	€ 11.223,50	€ 10.000
Berg en Dal	€ 20.000	€ 20.000
Bergeijk	€ 11.223,50	€ 10.000
Bergen (L)	€ 11.223,50	€ 10.000
Bergen (NH)	€ 20.000	€ 20.000
Bergen op Zoom	€ 44.894	€ 40.000
Berkelland	€ 33.670,50	€ 30.000
Bernheze	€ 20.000	€ 20.000
Best	€ 22.447	€ 20.000
Beuningen	€ 22.447	€ 20.000
Beverwijk	€ 33.670,50	€ 30.000
Bladel	€ 22.447	€ 20.000
Blaricum	€ 11.223,50	€ 10.000
Bloemendaal	€ 22.447	€ 20.000
Bodegraven-Reeuwijk	€ 22.447	€ 20.000
Boekel	€ 10.000	€ 10.000
Borger-Odoorn	€ 22.447	€ 20.000
Borne	€ 22.447	€ 20.000
Borsele	€ 22.447	€ 20.000
Boxmeer	€ 22.447	€ 20.000
Boxtel	€ 20.000	€ 20.000
Breda	€ 89.788	€ 80.000
Brielle	€ 11.223,50	€ 10.000
Bronckhorst	€ 22.447	€ 20.000
Brummen	€ 22.447	€ 20.000
Brunssum	€ 22.447	€ 20.000
Bunnik	€ 11.223,50	€ 10.000
Bunschoten	€ 22.447	€ 20.000
Buren	€ 22.447	€ 20.000
Capelle aan den IJssel	€ 44.894	€ 40.000
Castricum	€ 20.000	€ 20.000
Coevorden	€ 22.447	€ 20.000
Cranendonck	€ 20.000	€ 20.000
Cuijk	€ 22.447	€ 20.000
Culemborg	€ 22.447	€ 20.000
Dalfsen	€ 22.447	€ 20.000
Dantumadiel	€ 11.223,50	€ 10.000
De Bilt	€ 33.670,50	€ 30.000
De Fryske Marren	€ 33.670,50	€ 30.000
De Ronde Venen	€ 33.670,50	€ 30.000
De Wolden	€ 22.447	€ 20.000
Delft	€ 67.341	€ 60.000
Den Helder	€ 33.670,50	€ 30.000
Deurne	€ 22.447	€ 20.000
Deventer	€ 56.117,50	€ 50.000
Diemen	€ 22.447	€ 20.000
Dinkelland	€ 22.447	€ 20.000
Doesburg	€ 11.223,50	€ 10.000
Doetinchem	€ 33.670,50	€ 30.000
Dongen	€ 22.447	€ 20.000
Dordrecht	€ 67.341	€ 60.000
Drechterland	€ 10.000	€ 10.000
Drimmelen	€ 22.447	€ 20.000
Dronten	€ 30.000	€ 30.000
Druten	€ 11.223,50	€ 10.000
Duiven	€ 22.447	€ 20.000
Echt-Susteren	€ 22.447	€ 20.000
Edam-Volendam	€ 22.447	€ 20.000
Ede	€ 67.341	€ 60.000
Eemnes	€ 11.223,50	€ 10.000
Eemsdelta	€ 33.670,50	€ 30.000
Eersel	€ 11.223,50	€ 10.000
Eijsden-Margraten	€ 22.447	€ 20.000
Eindhoven	€ 224.470	€ 200.000
Elburg	€ 22.447	€ 20.000
Emmen	€ 67.341	€ 60.000
Enkhuizen	€ 11.223,50	€ 10.000
Enschede	€ 89.788	€ 80.000
Epe	€ 22.447	€ 20.000
Ermelo	€ 22.447	€ 20.000
Etten-Leur	€ 33.670,50	€ 30.000
Geertruidenberg	€ 20.000	€ 20.000
Geldrop-Mierlo	€ 22.447	€ 20.000
Gemert-Bakel	€ 22.447	€ 20.000
Gennep	€ 11.223,50	€ 10.000
Gilze en Rijen	€ 22.447	€ 20.000
Goeree-Overflakkee	€ 33.670,50	€ 30.000
Goes	€ 22.447	€ 20.000
Goirle	€ 22.447	€ 20.000
Gooise Meren	€ 33.670,50	€ 30.000
Gorinchem	€ 22.447	€ 20.000
Gouda	€ 44.894	€ 40.000
Grave	€ 11.223,50	€ 10.000
Groningen	€ 224.470	€ 200.000
Gulpen-Wittem	€ 11.223,50	€ 10.000
Haaksbergen	€ 22.447	€ 20.000
Haarlem	€ 89.788	€ 80.000
Haarlemmermeer	€ 89.788	€ 80.000
Halderberge	€ 22.447	€ 20.000
Hardenberg	€ 44.894	€ 40.000
Harderwijk	€ 33.670,50	€ 30.000
Hardinxveld-Giessendam	€ 10.000	€ 10.000
Harlingen	€ 11.223,50	€ 10.000
Hattem	€ 10.000	€ 10.000
Heemskerk	€ 22.447	€ 20.000
Heemstede	€ 22.447	€ 20.000
Heerde	€ 11.223,50	€ 10.000
Heerenveen	€ 33.670,50	€ 30.000
Heerhugowaard	€ 30.000	€ 30.000
Heerlen	€ 56.117,50	€ 50.000
Heeze-Leende	€ 11.223,50	€ 10.000
Heiloo	€ 20.000	€ 20.000
Hellendoorn	€ 22.447	€ 20.000
Hellevoetsluis	€ 22.447	€ 20.000
Helmond	€ 56.117,50	€ 50.000
Hendrik-Ido-Ambacht	€ 22.447	€ 20.000
Hengelo (O)	€ 56.117,50	€ 50.000
Het Hogeland	€ 33.670,50	€ 30.000
Heumen	€ 11.223,50	€ 10.000
Heusden	€ 33.670,50	€ 30.000
Hillegom	€ 22.447	€ 20.000
Hilvarenbeek	€ 11.223,50	€ 10.000
Hilversum	€ 56.117,50	€ 50.000
Hoeksche Waard	€ 56.117,50	€ 50.000
Hof van Twente	€ 22.447	€ 20.000
Hollands Kroon	€ 33.670,50	€ 30.000
Hoogeveen	€ 33.670,50	€ 30.000
Hoorn	€ 44.894	€ 40.000
Horst aan de Maas	€ 33.670,50	€ 30.000
Houten	€ 33.670,50	€ 30.000
Huizen	€ 33.670,50	€ 30.000
Hulst	€ 22.447	€ 20.000
IJsselstein	€ 22.447	€ 20.000
Kaag en Braassem	€ 22.447	€ 20.000
Kampen	€ 33.670,50	€ 30.000
Kapelle	€ 11.223,50	€ 10.000
Katwijk	€ 44.894	€ 40.000
Kerkrade	€ 30.000	€ 30.000
Koggenland	€ 22.447	€ 20.000
Krimpen aan den IJssel	€ 22.447	€ 20.000
Krimpenerwaard	€ 33.670,50	€ 30.000
Laarbeek	€ 22.447	€ 20.000
Landerd	€ 11.223,50	€ 10.000
Landgraaf	€ 22.447	€ 20.000
Landsmeer	€ 10.000	€ 10.000
Langedijk	€ 20.000	€ 20.000
Lansingerland	€ 40.000	€ 40.000
Laren	€ 11.223,50	€ 10.000
Leeuwarden	€ 67.341	€ 60.000
Leiden	€ 67.341	€ 60.000
Leiderdorp	€ 20.000	€ 20.000
Leidschendam-Voorburg	€ 44.894	€ 40.000
Lelystad	€ 44.894	€ 40.000
Leudal	€ 22.447	€ 20.000
Leusden	€ 22.447	€ 20.000
Lingewaard	€ 33.670,50	€ 30.000
Lisse	€ 22.447	€ 20.000
Lochem	€ 20.000	€ 20.000
Loon op Zand	€ 22.447	€ 20.000
Lopik	€ 10.000	€ 10.000
Losser	€ 22.447	€ 20.000
Maasdriel	€ 22.447	€ 20.000
Maasgouw	€ 22.447	€ 20.000
Maassluis	€ 22.447	€ 20.000
Maastricht	€ 67.341	€ 60.000
Medemblik	€ 33.670,50	€ 30.000
Meerssen	€ 11.223,50	€ 10.000
Meierijstad	€ 56.117,50	€ 50.000
Meppel	€ 22.447	€ 20.000
Middelburg	€ 33.670,50	€ 30.000
Midden-Delfland	€ 11.223,50	€ 10.000
Midden-Drenthe	€ 20.000	€ 20.000
Midden-Groningen	€ 44.894	€ 40.000
Mill en Sint Hubert	€ 11.223,50	€ 10.000
Moerdijk	€ 22.447	€ 20.000
Molenlanden	€ 33.670,50	€ 30.000
Montferland	€ 22.447	€ 20.000
Montfoort	€ 11.223,50	€ 10.000
Mook en Middelaar	€ 11.223,50	€ 10.000
Neder-Betuwe	€ 22.447	€ 20.000
Nederweert	€ 11.223,50	€ 10.000
Nieuwegein	€ 44.894	€ 40.000
Nieuwkoop	€ 22.447	€ 20.000
Nijkerk	€ 33.670,50	€ 30.000
Nijmegen	€ 89.788	€ 80.000
Nissewaard	€ 56.117,50	€ 50.000
Noord-Beveland	€ 10.000	€ 10.000
Noordenveld	€ 22.447	€ 20.000
Noordoostpolder	€ 33.670,50	€ 30.000
Noordwijk	€ 33.670,50	€ 30.000
Nordeast-Fryslân	€ 33.670,50	€ 30.000
Nuenen, Gerwen en Nede	€ 20.000	€ 20.000
Nunspeet	€ 22.447	€ 20.000
Oegstgeest	€ 22.447	€ 20.000
Oirschot	€ 11.223,50	€ 10.000
Oisterwijk	€ 22.447	€ 20.000
Oldambt	€ 22.447	€ 20.000
Oldebroek	€ 22.447	€ 20.000
Oldenzaal	€ 22.447	€ 20.000
Olst-Wijhe	€ 10.000	€ 10.000
Ommen	€ 11.223,50	€ 10.000
Oost Gelre	€ 22.447	€ 20.000
Oosterhout	€ 33.670,50	€ 30.000
Ooststellingwerf	€ 22.447	€ 20.000
Oostzaan	€ 10.000	€ 10.000
Opmeer	€ 10.000	€ 10.000
Opsterland	€ 22.447	€ 20.000
Oss	€ 56.117,50	€ 50.000
Oude IJsselstreek	€ 22.447	€ 20.000
Ouder-Amstel	€ 11.223,50	€ 10.000
Oudewater	€ 11.223,50	€ 10.000
Overbetuwe	€ 33.670,50	€ 30.000
Papendrecht	€ 22.447	€ 20.000
Peel en Maas	€ 33.670,50	€ 30.000
Pekela	€ 11.223,50	€ 10.000
Pijnacker-Nootdorp	€ 33.670,50	€ 30.000
Purmerend	€ 44.894	€ 40.000
Putten	€ 22.447	€ 20.000
Raalte	€ 22.447	€ 20.000
Reimerswaal	€ 22.447	€ 20.000
Renkum	€ 20.000	€ 20.000
Renswoude	€ 11.223,50	€ 10.000
Reusel-De Mierden	€ 11.223,50	€ 10.000
Rheden	€ 33.670,50	€ 30.000
Rhenen	€ 11.223,50	€ 10.000
Ridderkerk	€ 33.670,50	€ 30.000
Rijssen-Holten	€ 22.447	€ 20.000
Rijswijk	€ 33.670,50	€ 30.000
Roerdalen	€ 22.447	€ 20.000
Roermond	€ 30.000	€ 30.000
Roosendaal	€ 44.894	€ 40.000
Rotterdam	€ 224.470	€ 200.000
Rozendaal	€ 11.223,50	€ 10.000
Rucphen	€ 22.447	€ 20.000
Schagen	€ 33.670,50	€ 30.000
Scherpenzeel	€ 11.223,50	€ 10.000
Schiedam	€ 44.894	€ 40.000
Schiermonnikoog	€ 11.223,50	€ 10.000
Schouwen-Duiveland	€ 22.447	€ 20.000
's-Gravenhage	€ 224.470	€ 200.000
's-Hertogenbosch	€ 89.788	€ 80.000
Simpelveld	€ 11.223,50	€ 10.000
Sint Anthonis	€ 11.223,50	€ 10.000
Sint-Michielsgestel	€ 20.000	€ 20.000
Sittard-Geleen	€ 56.117,50	€ 50.000
Sliedrecht	€ 20.000	€ 20.000
Sluis	€ 22.447	€ 20.000
Smallingerland	€ 33.670,50	€ 30.000
Soest	€ 33.670,50	€ 30.000
Someren	€ 10.000	€ 10.000
Son en Breugel	€ 10.000	€ 10.000
Stadskanaal	€ 22.447	€ 20.000
Staphorst	€ 11.223,50	€ 10.000
Stede Broec	€ 20.000	€ 20.000
Steenbergen	€ 20.000	€ 20.000
Steenwijkerland	€ 30.000	€ 30.000
Stein	€ 22.447	€ 20.000
Stichtse Vecht	€ 44.894	€ 40.000
Súdwest Fryslân	€ 56.117,50	€ 50.000
Terneuzen	€ 33.670,50	€ 30.000
Terschelling	€ 11.223,50	€ 10.000
Texel	€ 11.223,50	€ 10.000
Teylingen	€ 22.447	€ 20.000
Tholen	€ 22.447	€ 20.000
Tiel	€ 33.670,50	€ 30.000
Tilburg	€ 134.682	€ 120.000
Tubbergen	€ 22.447	€ 20.000
Twenterand	€ 20.000	€ 20.000
Tynaarlo	€ 22.447	€ 20.000
Tytsjerksteradiel	€ 22.447	€ 20.000
Uden	€ 33.670,50	€ 30.000
Uitgeest	€ 10.000	€ 10.000
Uithoorn	€ 22.447	€ 20.000
Urk	€ 22.447	€ 20.000
Utrecht	€ 224.470	€ 200.000
Utrechtse Heuvelrug	€ 30.000	€ 30.000
Vaals	€ 11.223,50	€ 10.000
Valkenburg aan de Geul	€ 11.223,50	€ 10.000
Valkenswaard	€ 22.447	€ 20.000
Veendam	€ 22.447	€ 20.000
Veenendaal	€ 44.894	€ 40.000
Veere	€ 20.000	€ 20.000
Veldhoven	€ 33.670,50	€ 30.000
Velsen	€ 44.894	€ 40.000
Venlo	€ 67.341	€ 60.000
Venray	€ 33.670,50	€ 30.000
Vijfheerenlanden	€ 30.000	€ 30.000
Vlaardingen	€ 40.000	€ 40.000
Vlieland	€ 11.223,50	€ 10.000
Vlissingen	€ 33.670,50	€ 30.000
Voerendaal	€ 11.223,50	€ 10.000
Voorschoten	€ 22.447	€ 20.000
Voorst	€ 22.447	€ 20.000
Vught	€ 20.000	€ 20.000
Waadhoeke	€ 33.670,50	€ 30.000
Waalre	€ 11.223,50	€ 10.000
Waalwijk	€ 33.670,50	€ 30.000
Waddinxveen	€ 22.447	€ 20.000
Wageningen	€ 22.447	€ 20.000
Wassenaar	€ 22.447	€ 20.000
Waterland	€ 11.223,50	€ 10.000
Weert	€ 33.670,50	€ 30.000
Weesp	€ 11.223,50	€ 10.000
West Betuwe	€ 33.670,50	€ 30.000
West Maas en Waal	€ 11.223,50	€ 10.000
Westerkwartier	€ 44.894	€ 40.000
Westerveld	€ 11.223,50	€ 10.000
Westervoort	€ 11.223,50	€ 10.000
Westerwolde	€ 22.447	€ 20.000
Westland	€ 67.341	€ 60.000
Weststellingwerf	€ 22.447	€ 20.000
Westvoorne	€ 11.223,50	€ 10.000
Wierden	€ 20.000	€ 20.000
Wijchen	€ 33.670,50	€ 30.000
Wijdemeren	€ 22.447	€ 20.000
Wijk bij Duurstede	€ 22.447	€ 20.000
Winterswijk	€ 22.447	€ 20.000
Woensdrecht	€ 20.000	€ 20.000
Woerden	€ 33.670,50	€ 30.000
Wormerland	€ 10.000	€ 10.000
Woudenberg	€ 11.223,50	€ 10.000
Zaanstad	€ 89.788	€ 80.000
Zaltbommel	€ 22.447	€ 20.000
Zandvoort	€ 11.223,50	€ 10.000
Zeewolde	€ 20.000	€ 20.000
Zeist	€ 44.894	€ 40.000
Zevenaar	€ 30.000	€ 30.000
Zoetermeer	€ 60.000	€ 60.000
Zoeterwoude	€ 11.223,50	€ 10.000
Zuidplas	€ 33.670,50	€ 30.000
Zundert	€ 22.447	€ 20.000
Zutphen	€ 33.670,50	€ 30.000
Zwartewaterland	€ 22.447	€ 20.000
Zwijndrecht	€ 33.670,50	€ 30.000
Zwolle	€ 67.341	€ 60.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

TOELICHTING

Algemeen

Vanuit de aanpak ‘mentale gezondheid: van ons allemaal’ zijn voor het jaar 2022 aanvullende middelen beschikbaar voor gemeenten om het thema mentale gezondheid mee te nemen en/of verder uit te werken in hun lokaal gezondheidsbeleid door middel van de lokale preventieakkoorden of preventieaanpakken. De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Specifieke uitkering lokale preventieakkoorden en preventieaanpakken (hierna: de Regeling) waarbij de uitkeringsbedragen worden geactualiseerd en daarnaast een technische wijziging wordt doorgevoerd.

Artikelsgewijs

Onderdeel A

In artikel 9, vierde lid, van de Regeling is de mogelijkheid is geboden om, in overleg met de betreffende gemeente, af te zien van de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen in het jaar waar de verlening betrekking op heeft. Deze bedragen mogen in het daaropvolgende jaar door de gemeente worden besteed aan de activiteiten waarvoor de bedragen zijn verstrekt. De Regeling blijft van toepassing op specifieke uitkeringen die op grond van de Regeling zijn verleend. Om dit te verduidelijken, is zekerheidshalve met dit wijzigingsonderdeel artikel 10 aangepast. Hierdoor blijft de regeling van toepassing op specifieke uitkeringen die op grond van de Regeling zijn verleend. De verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 8, dient te worden aangeleverd in het jaar volgend op het jaar waarvoor de uitkering wordt verstrekt. Indien in 2022 toepassing wordt gegeven aan artikel 9, vierde lid, wordt dus in zowel 2023 als 2024 de verantwoordingsinformatie aangeleverd.

Onderdeel B

De wijziging in onderdeel B betreft een aanpassing van bijlage I van de Regeling. In bijlage I zijn de maximale uitkeringsbedragen per jaar per gemeente opgenomen. Met de onderhavige regeling worden de maximale uitkeringsbedragen van de gemeenten die reeds een uitkering hebben ontvangen, geactualiseerd voor het jaar 2022. De lijst voor het jaar 2022 wordt daarom als aparte kolom in de lijst opgenomen. Alleen het maximale bedrag van de gemeenten die reeds een specifieke uitkering hebben aangevraagd en ontvangen zal worden opgehoogd. De verwachting is dat de gemeenten die in 2022 geen uitkering hebben aangevraagd dit jaar geen kosten meer kunnen maken die in aanmerking komen voor een specifieke uitkering op grond van de Regeling. Bovendien is gebleken dat het vanuit uitvoeringstechnische overwegingen niet werkbaar is om de regeling opnieuw open te stellen voor gemeenten die niet eerder een aanvraag voor 2022 hebben ingediend. Daarom is de afweging gemaakt om het extra beschikbare bedrag voor 2022 alleen te verdelen over de gemeenten die reeds een specifieke uitkering hebben aangevraagd en ontvangen. Deze specifieke uitkeringen zullen ambtshalve worden verhoogd tot het bedrag genoemd in bijlage I van de Regeling opgenomen in de kolom ‘maximale uitkeringen voor het jaar 2022’.

Met dit aanvullend beschikbare budget kan de gemeente:

• a) een volgende stap zetten in de verdere uitwerking van het lokaal gezondheidsbeleid op mentale gezondheid, bijvoorbeeld door het uitbreiden van het huidig lokaal preventieakkoord met het thema mentale gezondheid of het verder concretiseren van het thema in het preventieakkoord, mocht dit thema al toegevoegd zijn. Ook kunnen gemeenten zich richten op het verzamelen, ontwikkelen en verspreiden van kennis over mentale gezondheid binnen de lopende lokale preventieakkoorden met als doel dit binnen de lopende afspraken in te bedden. Het ondersteuningsprogramma van de VNG kan de gemeenten hierbij helpen. Hierin is ook de samenwerking met andere landelijke ondersteuningsprogramma’s (zoals JOGG, Gezond In De Stad en de lokale sportakkoorden) en partners (zoals Pharos, GGD GHOR Nederland en Vereniging Sport en Gemeenten) geïntegreerd. Ter inspiratie worden ook ‘good practices’ gedeeld via de website van de VNG (www.vng.nl/lokalepreventieakkoorden); en

• b) de activiteiten in 2022 uitvoeren en/of de activiteiten voor het jaar 2023 voorbereiden, zoals geformuleerd in het lokale preventieakkoord of het lokaal gezondheidsbeleid op mentale gezondheid (bijvoorbeeld het opzetten van inloophuizen, inzetten van communicatiemiddelen, organiseren van sessies met het veld en bijeenkomsten gericht op studentenwelzijn).

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving, treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiervoor is gekozen omdat het van belang is dat de gemeenten de bedragen nog in 2022 kunnen besteden en daarom zo snel mogelijk van deze wijziging op de hoogte moeten worden gesteld. De regeling werkt terug tot 1 januari 2022, omdat gemeenten het extra bedrag kunnen inzetten voor activiteiten die gedurende het hele jaar plaatsvinden. De terugwerkende kracht werkt niet benadelend voor belanghebbenden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen