Besluit van 30 augustus 2022, nr. 2022001824 tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Het Hogeland krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg Bedum, met bijkomende werken)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ingevolge artikel 72a, eerste lid, van de onteigeningswet kan onteigening van onroerende zaken plaatsvinden onder meer voor de aanleg en verbetering van wegen, bruggen, spoorwegwerken en kanalen, alsmede daarop rustende zakelijke rechten. Daaronder wordt op grond van artikel 72a, tweede lid sub a, mede begrepen onteigening voor de aanleg en verbetering van de in het eerste lid bedoelde werken en rechtstreeks daaruit voortvloeiende bijkomende voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

Gedeputeerde staten van Groningen (hierna: verzoeker) hebben Ons bij brief van 27 januari 2022, kenmerk 2022-009779, verzocht, om ten name van de provincie Groningen over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van de onroerende zaken in de gemeente Het Hogeland. De onteigening wordt verzocht om de aanleg mogelijk te maken van de oostelijke ontsluitingsweg Bedum, vanaf de onderdoorgang in de Melkweg (N993) (km. 0.000) tot en met de t-splitsing op het Boterdiep Wz (km 1.902), met bijkomende werken in de gemeente Het Hogeland.

Planologische grondslag

De onroerende zaken waarop het verzoek betrekking heeft, liggen in de gemeente Het Hogeland. De grondslag voor de planologische uitvoerbaarheid van het werk waarin de ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken zijn gelegen, wordt gevormd door de onherroepelijke bestemmingsplannen Oostelijke ontsluitingsweg Bedum en Buitengebied Bedum van de voormalige gemeente Bedum.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 63, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 63 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 5 april 2022 tot en met 16 mei 2022 in de gemeente Het Hogeland en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat (Onze Minister) van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 4 april 2022, nr. 8691.

Verder heeft Onze Minister het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

De leefbaarheid in de kern van Bedum, met name de Wilhelminalaan, Stationsweg en Boterdiep Oostzijde, staan onder druk. De belangrijkste oorzaak hiervan is het vele vrachtverkeer. De helft van deze vrachtverkeerbewegingen komt van vrachtwagens van het bedrijf FrieslandCampina Domo, dat ten noorden van Bedum is gehuisvest. Het vrachtverkeer zorgt voor leefbaarheidsproblemen, zoals geluidsoverlast en onveiligheid.

Om de verkeersveiligheids- en leefbaarheidsproblemen op te lossen, wordt ten oosten van Bedum een nieuwe ontsluitingsweg aangelegd om daarmee het doorgaande (vracht)verkeer en het vrachtverkeer van en naar FrieslandCampina Domo uit het dorp te weren. Deze nieuw aan te leggen ontsluitingsweg kruist de spoorlijn tussen Groningen en Delfzijl.

In de nabijheid van de nieuwe ontsluitingsweg bevinden zich drie onbewaakte spoorwegovergangen in de spoorlijn tussen Groningen en Delfzijl, die onveilige situaties met zich meebrengen. In overleg met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail, is gekeken naar mogelijke oplossingen en alternatieven om deze onbewaakte spoorwegovergangen op te kunnen heffen. Dit sluit aan bij het streven van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ProRail, om het aantal incidenten op spoorwegovergangen te verminderen. Daarvoor is onder meer het Programma Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO) in gang gezet.

Een spoorwegonderdoorgang is een veilige oplossing om het spoor te kruisen. Er is daarom gekozen voor de realisatie van een spoorwegonderdoorgang die als alternatief kan dienen voor de onbewaakte spoorwegovergangen. Hierdoor kunnen de drie onbewaakte spoorwegovergangen worden opgeheven. Het opheffen van de onbewaakte spoorwegovergangen bestaat enerzijds uit de aanleg van een alternatieve ontsluiting via een parallelstructuur en anderzijds uit het afsluiten en opruimen ervan.

De onderdoorgang wordt in opdracht van de provincie Groningen door ProRail gerealiseerd.

Om de werken en werkzaamheden tijdig te kunnen realiseren wenst de provincie Groningen de eigendom te verkrijgen, vrij van lasten en rechten, van de onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen.

De verzoeker heeft met de eigenaren overleg gevoerd om deze onroerende zaken minnelijk in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot (volledige) overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige eigendomsoverdracht zou leiden, heeft de provincie Groningen een verzoek ingediend tot aanwijzing ter onteigening van deze onroerende zaken, om de tijdige verwezenlijking van het plan van het werk zeker te stellen.

Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat de realisatie van de oostelijke ontsluitingsweg in het tweede kwartaal van 2019 is gestart. In december 2020 is gestart met de realisatie van de spoortunnel. Indien de in deze onteigening betrokken onroerende zaken niet minnelijk worden verworven, zullen de werkzaamheden op deze gronden direct na verkrijging van het eigendom starten. De werkzaamheden zijn dan in het voorjaar van 2023 voltooid. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit.

Zienswijzen

Binnen de bedoelde termijn zijn geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het overgelegde plan van het werk niet kunnen worden gemist.

Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer noodzakelijk worden geacht dat de provincie Groningen de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt.

Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van provincie Groningen tot het nemen van een besluit krachtens artikel 72a van de onteigeningswet toewijzen.

BESLISSING

Gelet op de onteigeningswet,

op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 9 juni 2022, nr. RWS-2022/16157, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

gelezen het verzoek van gedeputeerde staten van Groningen bij brief van 27 januari 2022, kenmerk K35694;

de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 10 augustus 2022, no. W17.22.0095/IV;

gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat 25 augustus 2022, nr. RWS-2022/25605, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Voor de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg Bedum, vanaf de onderdoorgang in de Melkweg (N993) (km. 0.000) tot en met de t-splitsing op het Boterdiep Wz (km 1.902), met bijkomende werken in de gemeente Het Hogeland, ten name van de provincie Groningen ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken in de gemeente Het Hogeland aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet in de gemeente Het Hogeland en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Den Haag, 30 augustus 2022

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

LIJST VAN DE TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN

ONTEIGENINGSPLAN: Oostelijke Ontsluitingsweg Bedum.

VERZOEKENDE INSTANTIE: Provincie Groningen.

 

Kadastraal bekend als gemeente Bedum

Grondplan

nr.

Te onteigenen

grootte (m2)

Kadastrale grootte (m2)

Sectie

en nr.

Ten name van

1

2.251

23.470

L 213

Jan Abraham Bos, Bedum.

         

2

710

45.840

L 211

Jan Abraham Bos, Bedum;

Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht: Saranne B.V., Arnhem.

         

3

698

20.140

L 212

Jan Abraham Bos, Bedum.

         

4

1.372

2.277

L 2105

Provincie Groningen, Groningen.

Opstalrecht nutsvoorzieningen op gedeelte van perceel: Enexis Netbeheer B.V., 's-Hertogenbosch.

         

5

6.220

57.390

L 207

Jan Abraham Bos, Bedum.

         

6

1.347

21.725

L 2251

Jan Abraham Bos, Bedum;

       

Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder b, van de Belemmeringenwet

Privaatrecht op gedeelte van perceel: Enexis Netbeheer B.V., 's-Hertogenbosch (2x);

Naar boven