Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 september 2022, kenmerk 1034436-3429349- CZ, houdende wijziging van de Beleidsregel subsidiëring regionale zorgnetwerken ABR 2021–2023, in verband met verlenging van de subsidieperiode en de hoogte van de subsidiebedragen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies en artikel 1.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel subsidiëring regionale zorgnetwerken ABR wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het onderdeel ‘Minister’ wordt ‘de Minister voor Medische Zorg’ vervangen door ‘Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’.

B

In artikel 2 wordt ‘1 mei 2023’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Subsidiebedrag

  • 1. De subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, wordt verstrekt voor de periode van 1 mei 2021 tot en met 31 december 2023.

  • 2. De subsidie voor de periode, bedoeld in het eerste lid, voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt maximaal € 2.293.333.

  • 3. De subsidie voor de periode, bedoeld in het eerste lid, voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder i, bedraagt maximaal € 400.000.

  • 4. Van het totale subsidiebedrag, bedoeld in het derde lid, mag maximaal € 266.667 per subsidieperiode besteed worden aan werkplekbeheer, huisvesting, reiskosten, ICT en overige materiële kosten.

  • 5. De subsidie is een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onder d, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Er wordt één lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Een aanvraag tot herziening van de subsidieverlening wordt uiterlijk op 31 januari 2023 ontvangen.

E

In artikel 11, tweede lid, wordt ‘31 december 2023’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de Beleidsregel subsidiëring regionale zorgnetwerken ABR 2021–2023 (hierna: de beleidsregel) zijn subsidies verstrekt aan (de penvoerders van) de tien regionale zorgnetwerken ABR voor activiteiten om antibiotica resistentie tegen te gaan.

Met onderhavige regeling (hierna: wijzigingsregeling) wordt de periode van de subsidiabele activiteiten verlengd tot en met 31 december 2023 en worden de subsidiebedragen voor de uit te voeren activiteiten naar rato verhoogd. Deze verlenging is van belang omdat de betrokken veldpartijen en het RIVM hebben aangegeven dat er tijdig duidelijkheid nodig is over de financiering, om per 1 januari 2024 naar een structurele bekostiging toe te werken van de regionale netwerken ABR. Deze duidelijkheid is er nog niet.

Gevolgen voor regeldruk

Met de wijzigingsregeling wordt het mogelijk dat de penvoerder namens de regionale zorgnetwerken ABR een verlenging van de subsidieperiode aanvraagt. Deze aanvraag moet worden ingediend bij DUS-I. De penvoerder dient bij de aanvraag tot verlenging een aangepast activiteitenplan en een aangepaste begroting in (1). Het indienen van een aangepast activiteitenplan en een aangepaste begroting voor het aanvragen van een verlenging van de activiteitenperiode en verhoging van het verleende subsidiebedrag is gebruikelijk.

Met de penvoerders van de regionale zorgnetwerken ABR zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot het uitbrengen van een (tussentijds) inhoudelijk en financieel verslag. De penvoerder gaat daarbij in op onder andere de voortgang van de activiteiten zoals beschreven in het activiteitenplan. De voortgangsrapportage dient dezelfde opbouw te hebben als de ingediende subsidieaanvraag (2).

De subsidieontvanger moet een overzichtelijke, controleerbare en doelmatige administratie voeren waaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen, betalingen en ontvangsten alsmede kosten en opbrengsten kunnen worden nagegaan (3).

Een subsidieaanvrager heeft meldingsplicht als er zich omstandigheden voordoen of zullen voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Bij de melding worden relevante stukken overgelegd. Van deze administratieve last is dus alleen sprake als er zich omstandigheden voordoen waardoor melding gedaan moet worden (4).

Na afloop van de subsidieperiode dient de subsidieontvanger een aanvraag in voor de subsidievaststelling. Hieruit moet blijken dat er voldaan is aan de voorwaarden en de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie. Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt. De subsidieontvanger legt rekening en verantwoording af aan de hand van een activiteitenverslag en een financieel verslag (5).

De bovengenoemde administratieve lasten voor het aanvragen van een verlenging van de subsidieperiode kosten voor alle aanvragers bij elkaar:

Taak

Uitgevoerd door

Tarief p/u (in €)1

Eenheid (uren)

Kosten (in €)

Aantal aanvragen

Totale kosten (in €)

1

Hoogopgeleide medewerker

54

8

432

10

4.320

2

Hoogopgeleide medewerker

54

6

324

10

3.240

3

Administratief personeel

39

3

117

10

1.053

4

Hoogopgeleide medewerker

54

3

162

10

1620

5

Hoogopgeleide medewerker

54

20

1.080

10

10.800
           

Totaal

21.033
X Noot
1

Bron CBS: bruto uurlonen plus gemiddelde opslag voor werkgeverslasten: 48% (volgens CBS publicatie uit 2014 (Arbeid kost in Nederland gemiddeld 33 euro per uur)) + schatting voor overhead: 25%.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de gevolgen voor de regeldruk toereikend in beeld zijn gebracht.

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn ertoe beperkt dat de huidige regeling wordt verlengd en de maximale daarvoor beschikbare bedragen pro rato worden verhoogd.

Staatssteun

De wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de staatssteuntoets. De conclusie blijft ongewijzigd, er is nog steeds sprake van marktfalen. De gevestigde DAEB’s zijn in overeenstemming met de nieuwe regeling reeds verlengd.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De definitiebepaling van minister is aangepast, omdat de beleidsregel onderdeel uitmaakt van de portefeuille van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Onderdeel B

Met de wijziging van artikel 2 wordt de subsidiabele periode verlengd tot en met 31 december 2023. Met deze wijziging wordt het voor de regionale zorgnetwerken ABR mogelijk om de activiteiten langer uit te voeren. De penvoerder van een regionaal zorgnetwerk kan hiertoe een verzoek om verlening indienen bij DUS-I. Zie ook onderdeel D.

Onderdeel C

Vanwege de verlenging van de subsidiabele periode, dient voorts artikel 4 aangepast te worden.

Allereerst is in het eerste lid de periode waarbinnen de te subsidiëren activiteiten worden verricht zo veranderd, dat deze aansluit bij de in artikel 2 genoemde periode.

In het tweede lid was een mogelijkheid opgenomen voor de Minister om in geval van uitzonderlijke omstandigheden de periode die werd genoemd in het eerste lid met maximaal acht maanden te verlengen, tot uiterlijk 31 december 2023. Omdat die datum overeenkomt met de datum in het gewijzigde eerste lid, kan deze in het tweede lid gecreëerde mogelijkheid om van de regeling af te wijken, vervallen.

Vanwege het verlengen van de periode waarbinnen de subsidiabele activiteiten worden verricht, was het tot slot nodig om de subsidieplafonds te verhogen.

Onderdeel D

Met de wijzigingsregeling worden zowel het budget als de subsidiabele periode verruimd voor activiteiten die binnen de beleidsregel vallen. Het is voor subsidieontvangers mogelijk om een herziening aan te vragen voor de reeds verleende subsidie. Met zo’n herziening kunnen ze vragen om een verlenging van de projectperiode waarvoor subsidie wordt verleend en een verhoging van het budget daarvan.

Een dergelijke aanvraag moet uiterlijk op 31 januari 2023 worden ingediend bij DUS-I. De penvoerder dient bij de aanvraag een aangepast activiteitenplan en een aangepaste begroting in.

Subsidieaanvragen voor nieuwe activiteiten worden niet meer toegekend. De aanvraag tot verlening voor subsidie had op grond van de beleidsregel immers al op 31 januari 2021 ingediend moeten worden. De onderhavige wijzigingsregeling maakt dit niet anders.

Onderdeel E

In dit onderdeel wordt de vervaldatum van de beleidsregel gewijzigd met één dag. Er is voor gekozen om de looptijd van de periode van de subsidiabele activiteiten met 8 maanden te verlengen, zodat er meer ruimte is voor het uitvoeren van de activiteiten en zodat er tijdig duidelijkheid kan worden gegeven over de structurele bekostiging per 1 januari 2024. Daarom wordt in dit onderdeel de vervaldatum van de beleidsregel gewijzigd in 1 januari 2024.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving, treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven