Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rechtbank Den Haag | Staatscourant 2022, 24352 | interne regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rechtbank Den Haag | Staatscourant 2022, 24352 | interne regeling |
De rechtbank Den Haag kent de volgende zittingsplaatsen:
a. zittingsplaats Den Haag tevens zetel bestuur
adresgegevens: |
Prins Clauslaan 60, 2595 AJ Den Haag |
---|---|
Postbus 20302, 2500 EH Den Haag |
b. zittingsplaats Gouda (zittingsplaats met griffiefunctie)
adresgegevens: |
Oosthaven 25, 2801 PC Gouda |
---|---|
Postbus 3013, 2800 CC Gouda |
c. zittingsplaats Leiden (zittingsplaats met griffiefunctie)
adresgegevens: |
Witte Singel 1, 2311 BG Leiden |
---|---|
Postbus 11171, 2301 ED Leiden |
De griffies van het gerecht zijn geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur.
Het gerecht is onderverdeeld in de navolgende organisatorische eenheden:
a. het bestuur
b. team bestuursrecht 1
c. team bestuursrecht 2
d. team belastingrecht
e. team strafrecht 1
f. team strafrecht 2
g. team strafrecht 3
h. team strafrecht 4
i. team handel
j. team insolventies
k. team familie
l. team jeugd- en zorgrecht
m. team kanton
n. team bestuursondersteuning en advisering
o. team facilitair
p. team front
1. Het bestuur stelt jaarlijks per 1 januari een overzicht vast welke categorieën zaken door elk van de teams worden behandeld. Het schema wordt gepubliceerd op www.rechtspraak.nl en ligt op iedere zittingsplaats van het gerecht ter inzage.
2. Het bestuur stelt jaarlijks (per 1 januari) de bezetting van de teams vast, welke teams enkel- en meervoudige kamers vormen. Het gerecht kent enkelvoudige en meervoudige kamers voor de behandeling van zaken als bedoeld in de artikelen 47 en 48, 50 tot en met 54 en 55a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Degenen die deel uitmaken van een team dat is belast met de behandeling van zaken als bedoeld in evengenoemde artikelen van de Wet op de rechterlijke organisatie, zijn aangewezen als lid van de enkelvoudige en meervoudige kamers, bedoeld in die artikelen.
3. Tussentijdse wijzigingen in het overzicht, bedoeld in lid 1, worden door het bestuur binnen 1 maand na de wijziging in de lijst verwerkt.
4. Teams kunnen in afwijking van de gepubliceerde indeling tijdelijk worden belast met de behandeling van een zaak of zaken uit een ander team, indien dit als gevolg van bezettingsproblemen, om opleidingsredenen, vanwege bijzondere kennis, of om enige andere reden noodzakelijk en/of nuttig wordt geoordeeld. Het bestuur is hiertoe bevoegd en kan zijn bevoegdheid mandateren aan teamvoorzitters.
1. Zaken worden toegedeeld volgens de door het bestuur vastgestelde zaakstoedelingsregelingen per rechtsgebied, die als bijlagen aan dit bestuursreglement zijn toegevoegd. Deze zaakstoedelingsregelingen volgen de uitgangspunten, principes en beginselen van de Code Zaakstoedeling van de Rechtspraak.
2. Namens het bestuur worden in de teams en – wat betreft het strafrecht – in de verkeerstoren roosters gemaakt. Rechters worden daarin ingedeeld afhankelijk van de omvang van hun aanstelling en de werkbelasting die met de behandeling van de onderscheiden categorieën zaken en zittingen is gemoeid.
1. Het bestuur heeft het kwaliteitsbeleid van het gerecht vastgelegd in een of meerdere afzonderlijke document(en).
2. Het bestuur bevordert de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing en voert daartoe periodiek – en wel tenminste eenmaal per jaar – overleg met door de gerechtsvergadering aangewezen afvaardigingen op het terrein van burgerlijke zaken, bestuursrechtelijke zaken en strafzaken.
1. Het bestuur voert tenminste vier keer per jaar overleg met topfunctionarissen van maatschappelijke organisaties of uit het bedrijfsleven over onderwerpen als het aansluiten bij wat de samenleving van de rechtspraak verwacht, het versterken van de kernwaarden van de rechtspraak en het verbeteren van de eigen organisatie en bedrijfsvoering.
2. Door of namens het bestuur vindt periodiek – en steeds ten minste eenmaal per jaar – overleg plaats met de navolgende externe overlegpartners:
a) Openbaar Ministerie
b) Deken en Raad van toezicht orde van advocaten
c) Raad voor de kinderbescherming en jeugdzorginstanties
d) Juridische Faculteit van de Universiteit Leiden
e) Reclassering
f) Procesvertegenwoordigers van bestuursorganen
3. Het bestuur besteedt in het jaarverslag op basis van artikel 35, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie aandacht aan:
a. de wijze waarop het bestuur bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering acht heeft geslagen op hetgeen leeft in de maatschappij;
b. de wijze waarop het bestuur bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering acht heeft geslagen op hetgeen in de in lid 1 bedoelde voorziening is opgemerkt en geadviseerd.
Van Bestuursrecht
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van bestuursrechtzaken in de rechtbank Den Haag.
2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag zijn de volgende teams met de behandeling van zaken in het bestuursrecht met de volgende aandachtsgebieden belast:
team bestuursrecht 1: |
Sociale Zekerheid, Bijstand en zorg, Omgevingsrecht |
team bestuursrecht 2: |
Vreemdelingenrecht, (m)ambtenarenrecht, Militaire Ambtenarenzaken en varia |
team belastingrecht: |
Rijks- en lokale belastingen, WOZ, toeslagen en studiefinanciering. |
Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team / werkeenheid dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de/het team(s) of de werkeenhe(i)d(en) verdeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.
Zaken die geen toedeling op maat vergen
7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechters toegedeeld:
– door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.
Zaken die toedeling op maat vergen
8. De zaken uit de navolgende zaakstromen vergen toedeling op maat:
– Sociale voorzieningen;
– Sociale verzekeringen;
– Bijstand;
– Ambtenaren;
– Studiefinanciering;
– Varia (inclusief toeslagen);
– Omgevingsrecht;
– Vreemdelingen;
– Lokale belastingen;
– Rijksbelastingen;
– Bijzondere bevoegdheden.
Binnen de zaakstroom worden de zaken in beginsel aselect toegedeeld. Indien binnen een team voor een zaakstroom een vakgroep bestaat kunnen de zaken worden toebedeeld aan leden van die vakgroep.
In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:
– (potentieel) geruchtmakende zaken;
– megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;
– team- of rechtsgebied overstijgende zaken;
– clusters van zaken;
– vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;
– Specialistische zaken;
– opleidingszaken, dit zijn zaken die door bijvoorbeeld rechters in opleiding worden behandeld en specifiek daartoe worden geselecteerd;
– spoedeisende zaken.
Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.
9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
– senioriteit;
– evenwichtige samenstelling van de combinatie;
– ervaring met (media)druk;
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een afdelingsvoorzitter of andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.
10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor raadsheren in opleiding, rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.
Het roosteren en plannen van zaken
11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
– het clusteren van zaken;
– het voegen van zaken;
– samenhangende zaken;
– de verhinderdata van partijen;
– als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;
– prioritering van zaaksstromen;
– doelmatigheidsoverwegingen.
Zaak volgt rechter
13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.
14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:
– Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.
– Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.
– Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.
– Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.
– Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.
Bekendmaking
15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedzaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
i. ziekte;
ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.
Verschoning
18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.
21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag op 22 december 2020.
Van Familie & Jeugd
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van zaken in het rechtsgebied Familie en Jeugd in de rechtbank Den Haag, inclusief jeugdstrafrecht.
2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag zijn de volgende teams met de behandeling van zaken in het rechtsgebied Familie en Jeugd met de volgende aandachtsgebieden belast:
team jeugd- en zorgrecht:
– Jeugdstrafzaken en strafzaken tegen adolescenten (18-23 jaar) (enkelvoudig, meervoudig en raadkamerzaken);
– Jeugdzaken (civielrechtelijk) en familiezaken die met jeugdzaken samenhangen;
– Leerplichtzaken;
– Verzoeken op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet Zorg en Dwang (WZD);
– Artikel 5 Wet op de orgaandonatie;
team familie:
– Echtscheidingszaken en huwelijksvermogensrecht;
– Alimentatiezaken;
– Gezag en Omgangszaken;
– Overige Boek I zaken en Adoptie;
– Jeugdzaken (civielrechtelijk) die met familiezaken samenhangen;
– Verzoeken op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN);
– Internationale Kinderontvoeringszaken;
– Beroepen in het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod (WTH);
– Verzoeken op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet Zorg en Dwang (WZD).
Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.
Zaken die geen toedeling op maat vergen
7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechters toegedeeld:
a. Verstekken, refertes, meldbriefbeschikkingen, kindbrieven, gemeenschappelijke verzoeken echtscheiding en overige familie- en jeugdzaken waarin geen behandeling op zitting wordt bepaald worden rechtstreeks aan (een) rechter(s) toegedeeld.
b. Spoedzaken worden rechtstreeks op basis van beschikbaarheid aan (een) rechter(s) toegedeeld.
c. Overige zaken: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.
Zaken die toedeling op maat vergen
8. In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:
a. (potentieel) geruchtmakende zaken;
b. megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;
c. team- of rechtsgebied overstijgende zaken;
d. clusters van zaken;
e. samenhangende dan wel vervolgzaken daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;
f. zaken waarin het uitgangspunt “één gezin, één rechter” van toepassing is.
Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.
9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
a. senioriteit;
b. evenwichtige samenstelling van de combinatie;
c. ervaring met (media)druk;
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een afdelingsvoorzitter of andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.
10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters in opleiding, raadsheren in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.
Het roosteren en plannen van zaken
11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
a. het clusteren van zaken;
b. het voegen van zaken;
c. samenhangende zaken;
d. de verhinderdata van partijen;
e. als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;
f. doelmatigheidsoverwegingen;
g. regievoering.
Zaak volgt rechter
13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.
14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:
a. Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.
b. Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan er aanleiding zijn dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.
c. Indien een zaak van of naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.
d. Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.
e. Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.
f. Indien een zaak niet binnen een redelijke termijn door dezelfde rechter (op zitting) kan worden behandeld.
Bekendmaking
15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt/worden de naam/namen van de rechter(s) die de zaak behandelt/behandelen, bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
i. ziekte;
ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15 en 16 vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.
Verschoning
18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.
21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag op 22 december 2020.
Van Strafrecht
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van strafzaken, niet zijnde kanton- en jeugdzaken, in de rechtbank Den Haag.
2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag zijn de volgende teams met de behandeling van strafzaken niet zijnde kanton- en jeugdzaken, met de volgende aandachtsgebieden belast:
team strafrecht 1:
– alle strafzaken tegen meerderjarigen
– raadkamerzaken
– economische en fraudezaken
– milieuzaken
– mulderzaken
– WIM-zaken
team strafrecht 2:
– alle strafzaken tegen meerderjarigen
– RC zaken
– supersnelrechtzaken
– WIM-zaken
team strafrecht 3:
– alle strafzaken tegen meerderjarigen
– rekesten
– WIM-zaken
– tbs-verlengingen
– mulderzaken
Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9, vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter en/of het hoofd van de verkeerstoren, onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter en/of het hoofd van de verkeerstoren verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.
Zaken die geen toedeling op maat vergen
7. Zaken die geen toedeling op maat vergen worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechter(s) toegedeeld: door plaatsing van de zaak door de Verkeerstoren op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.
Zaken die toedeling op maat vergen
8. In algemene zin vergen de volgende zaken vergen toedeling op maat:
– (potentieel) geruchtmakende zaken;
– megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;
– team- of rechtsgebied overstijgende zaken;
– clusters van zaken;
– vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn.
Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.
9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door de voorzitters van de teams 1, 2 en 3 van het managementteam strafrecht rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
– senioriteit;
– evenwichtige samenstelling van de combinatie;
– ervaring met (media)druk.
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.
10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.
Het roosteren en plannen van zaken
11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
– het clusteren van zaken;
– het voegen van zaken;
– samenhangende zaken;
– de verhinderdata van procesdeelnemers;
– als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;
– doelmatigheidsoverwegingen.
Zaak volgt rechter
13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft / hebben gedaan.
14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter zijn:
– Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.
– Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.
– Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.
– Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.
– Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.
Bekendmaking
15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter(s) die de zaak behandelt/en bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
i. ziekte;
ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15 en 16 vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.
Verschoning
18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.
21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 september 2022.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag op 16 augustus 2022.
Van Handel, sectie bodem en kort geding
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van civiele handelszaken (inclusief verzoekschriften, erfrecht, verdelingszaken na echtscheiding die met een dagvaarding worden ingeleid, familiezaken in kort geding en grondzaken) in de rechtbank Den Haag die niet onder de competentie van de kantonrechter vallen, uitgezonderd zaken op het gebied van intellectuele eigendom.
2. In deze regeling worden onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag is het team handel met de behandeling van civiele handelszaken belast, inclusief erfrechtzaken, verdelingszaken na echtscheiding die met een dagvaarding worden ingeleid, familiezaken in kort geding en grondzaken.
Het team handel kent drie secties, te weten de sectie bodemzaken, de sectie kort gedingen en de sectie IE (intellectuele eigendom). Deze toedelingsregeling is voor de secties bodemzaken en kort gedingen. De sectie IE heeft een eigen zaakstoedelingsregeling.
In de sectie bodem zijn voor specifieke aandachtsgebieden kleinere werkeenheden ingericht, zogenoemde kennisclusters. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één sectie of kenniscluster.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan rechters in het desbetreffende kenniscluster toegedeeld. Bij meervoudige kamers zijn alle leden van de combinatie werkzaam in het betreffende cluster. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, kunnen aan alle rechters in de sectie bodemzaken worden toebedeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van het hiervoor in artikel 3. genoemde team plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.
Zaken die geen toedeling op maat vergen
7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem aan de rechters toegedeeld door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters. Daarbij wordt het bepaalde in de artikelen 3 en 5 in acht genomen.
Zaken die toedeling op maat vergen
8. In algemene zin vergen de volgende zaken toedeling op maat:
– (potentieel) geruchtmakende zaken;
– megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;
– team- of rechtsgebied overstijgende zaken;
– clusters van zaken;
– vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn.
9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 3 en 5 genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
– senioriteit;
– evenwichtige samenstelling van de combinatie;
– ervaring met (media)druk.
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van de president of een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.
10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechts- of aandachtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.
Het roosteren en plannen van zaken
11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
– het clusteren van zaken;
– het voegen van zaken;
– samenhangende zaken;
– de verhinderdata van partijen;
– als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;
– wanneer incidenten zijn opgeworpen, die gelijktijdig met de hoofdzaak worden behandeld en waarbij behandeling met voorrang is aangewezen;
– geschiktheid voor opleiding;
– doelmatigheidsoverwegingen.
Zaak volgt rechter
13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste meervoudige mondelinge behandeling hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.
14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:
– Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.
– Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.
– Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.
– Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.
– Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.
Bekendmaking
15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt in handels- en kantonzaken de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking gebeurt per brief dan wel op elektronische wijze. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.
Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
i. ziekte;
ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15 en 16 vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.
Verschoning
18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.
21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag op 5 januari 2021.
Van Handel, sectie Intellectuele Eigendom
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van zaken op het gebied van intellectuele eigendom en daarmee samenhangende zaken die worden behandeld door de sectie IE van de rechtbank Den Haag, inclusief kort gedingen op dit terrein.
2. In deze regeling worden onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag is het team handel met de behandeling van civiele handelszaken belast.
Het team handel kent drie secties, te weten de sectie bodemzaken, de sectie kort gedingen en de sectie IE (intellectuele eigendom). Deze toedelingsregeling is voor de sectie IE. De secties bodemzaken en kort gedingen hebben een eigen zaaktoedelingsregeling. Kort gedingen op het gebied van intellectuele eigendom vallen onder deze zaaktoedelingsregeling.
Bij de sectie IE bestaan de volgende werkstromen:
– bodemzaken (regulier en volgens het Versneld Regime in Octrooizaken, hierna VRO)
– kort gedingen
– (ex parte) verzoekschriftprocedures
In de sectie IE zijn voor specifieke aandachtsgebieden kleinere werkeenheden ingericht, zogenoemde kennisclusters. Kennisclusters kunnen ook sectie- of team-overschrijdend zijn. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één kenniscluster.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden in beginsel aan rechters in het desbetreffende kenniscluster toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, kunnen aan alle rechters in de sectie IE worden toebedeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 6. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde sectie plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met beletsels, beschikbaarheid, belastbaarheid, ervaring en deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
Zaken op het gebied van intellectuele eigendom vergen toedeling op maat
6. Zaken op het gebied van intellectuele eigendom vergen toedeling op maat. Deze worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
a. senioriteit;
b. eerdere betrokkenheid bij een zaak (ook in de zin van voorlopige maatregelen);
c. projectmatige behandeling van zaken;
d. noodzaak van clustering van gelijksoortige zaken;
e. evenwichtige samenstelling van de combinatie;
f. ervaring met (media)druk.
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van de president of een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe. Toedeling van zaken aan de coördinator van de sectie IE vindt plaats door de teamvoorzitter. Toedeling van (VRO)-octrooipleidooien vindt periodiek plaats op basis van het ‘vier ogen-principe’. De coördinator van de sectie IE stelt in overleg met een andere IE-rechter het rooster op ten behoeve van vaststelling door de teamvoorzitter.
Het roosteren en plannen van zaken
7. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
8. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
a. het clusteren van zaken;
b. het voegen van zaken;
c. samenhangende zaken;
d. de verhinderdata van partijen;
e. de verhinderdata en werklast van de rechter aan wie de zaak wordt toegedeeld;
f. doelmatigheidsoverwegingen;
g. als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;
h. of de zaak is toegelaten tot het VRO respectievelijk behoort tot een aan de rechtbank toegekend exclusief beslisterrein;
i. wanneer incidenten zijn opgeworpen, die gelijktijdig met de hoofdzaak worden behandeld en waarbij behandeling met voorrang is aangewezen.
Regie
9. Zolang zaken nog niet aan een enkel of meervoudige kamer zijn toebedeeld worden procedurele beslissingen genomen door – of onder verantwoordelijkheid van – een regierechter.
Zaak volgt rechter
10. Na toedeling van een zaak aan een rechter handelt deze de zaak in beginsel zelf af. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste meervoudige mondelinge behandeling hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk en is er geen tussenbeslissing geweest, dan wordt aan partijen gevraagd of zij een nieuwe mondelinge behandeling wensen.
11. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:
a. Een zaak kan voor de behandeling ter zitting worden toegedeeld aan een andere rechter dan de regierechter die de beslissing in artikel 9. of een incidentenrechter die een afzonderlijk van de hoofdzaak behandeld incident heeft genomen.
b. Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.
c. Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.
d. Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen, bijvoorbeeld na een incidenteel vonnis.
e. Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.
f. Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.
Bekendmaking
12. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt in bodemzaken de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking gebeurt per brief dan wel op elektronische wijze. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
13. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van het voorgaande, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.
Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
iv. ziekte;
v. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
vi. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
14. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 11 en 12 vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats op basis van beschikbaarheid en met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5 en 6.
Verschoning
15. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
16. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen en bekendmaking van de behandelend rechter nog niet heeft plaatsgevonden volgens artikel 12, terwijl zijn of haar bemoeienis ook anderszins niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. Door of namens de teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter worden toebedeeld, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
17. Eerdere zaaktoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaaktoedelingsregeling.
18. Deze zaaktoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag op 24 december 2020.
Van Kanton
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van kantonzaken in de rechtbank Den Haag.
2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag zijn de volgende teams met de behandeling van kantonzaken belast:
– team kanton Den Haag, belast met kantonzaken (waaronder curatele/bewind/mentorschap)
– team kanton Leiden/Gouda, belast met kantonzaken (waaronder curatele/bewind/mentorschap).
Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.
Zaken die geen toedeling op maat vergen
7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect als volgt aan de rechters toegedeeld:
a. via een geautomatiseerd systeem of,
b. verdeling op basis van beschikbaarheid of,
c. door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.
Zaken die toedeling op maat vergen
8. De volgende zaken vergen toedeling op maat:
a. Arbeidszaken (complex);
b. Beslag en Executierecht;
c. Bouwrecht;
d. Erfrecht;
e. Huurrecht (complex: oa huur bedrijfsruimte, huurkoop, lease);
f. Intellectuele eigendomsrecht (IE);
g. Overgang onderneming;
h. Pacht;
i. Personenschade (inclusief arbeidsongevallen en deelgeschillen);
j. Pensioenrecht;
k. Vervoersrecht;
l. Verzekeringsrecht (m.n. zorgverzekeringswet);
m. VVE- zaken.
Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.
In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:
n. (potentieel) geruchtmakende zaken;
o. megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;
p. meervoudige kamer;
q. team- of rechtsgebied overstijgende zaken;
r. clusters van zaken;
s. vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;
t. incidenten, die voor de toedeling van de zaak zijn aangebracht.
9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
a. senioriteit;
b. evenwichtige samenstelling van de combinatie;
c. ervaring met (media)druk;
d. zittingslocatie.
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een afdelingsvoorzitter of andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.
10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters- en raadheren in opleiding, rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, en rechters-plaatsvervanger kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.
Het roosteren en plannen van zaken
11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
a. het clusteren van zaken;
b. het voegen van zaken;
c. samenhangende zaken;
d. de verhinderdata van partijen;
e. als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;
f. doelmatigheidsoverwegingen.
Zaak volgt rechter
13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.
14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:
a. Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;
b. Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;
c. Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.
d. Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;
e. Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.
Bekendmaking
15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt in kantonzaken de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking gebeurt per brief dan wel op elektronische wijze. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
i. ziekte;
ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15 en 16 vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.
Verschoning
18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.
21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag 22 december 2020.
Van Toezicht
Algemeen
1. Deze regeling ziet op de toedeling van faillissementszaken, schuldsaneringszaken, moratoria, dwangakkoorden, voorlopige voorzieningen, de Betalingsuitstelwet1 en zaken betreffende de Wet Homologatie Onderhands Akkoord2 (hierna: insolventiezaken) en curatele, bewind en mentorschap zaken (hierna: CBM-zaken) in de rechtbank Den Haag.
2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.
Onderscheid in en toedeling van zaken
3. Binnen de rechtbank Den Haag is het team insolventies met de behandeling van insolventiezaken belast en zijn de teams kanton Den Haag en kanton Leiden/Gouda belast met de behandeling van CBM-zaken. Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.
Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter van het inhoudelijke team (hierna: de teamvoorzitter). onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.
5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.
Voor insolventiezaken geldt dat de hoedanigheid van rechter-commissaris in een zaak in de weg staat aan vervolgens fungeren als rechter in de rechtbank in diezelfde zaak.
6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.
Zaken die geen toedeling op maat vergen
7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem aan de rechters toegedeeld.
Voor insolventiezaken geldt:
• door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.
Het betreft de navolgende insolventiezaken:
• behandeling verzoeken tot faillietverklaring
• behandeling verzoeken tot toelating WSNP
• Zittingen moratorium, dwangakkoord, voorlopige voorziening
• (tussentijdse) beëindigingszittingen schuldsanering
Voor CBM-zaken geldt:
• zaken die daarvoor op grond van in het gerecht door de CBM kantonrechters en de teamvoorzitter/rechter van het CBM team vastgestelde criteria lenen voor toewijzing zonder zitting, worden uitgesproken door de CBM kantonrechter die op grond van het rooster is aangewezen (hierna de CBM kantonrechter van dienst)
• overige CBM-zaken: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van kantonrechters die zich met CBM-zaken bezig houden (hierna CBM kantonrechters)
Zaken die toedeling op maat vergen
8. De volgende zaken vergen toedeling op maat:
• megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte
• specialistische zaken
• spoedverzoeken
• team- of rechtsgebied overstijgende zaken
• clusters van zaken
• (potentieel) geruchtmakende zaken
• indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak
Voor insolventiezaken geldt dat bovendien voor:
• zaken betrekking hebbend op de Wet Homologatie Onderhands Akkoord
• vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn, bijvoorbeeld in geval van clusters van faillissementen
• surseances van betaling
Voor CBM-zaken geldt dat bovendien voor:
• aansprakelijkheidszaken met grote schade
• ontslag van een professionele bewindvoerder/curator/mentor in alle zaken
• (potentieel) geruchtmakende zaken
9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:
• senioriteit
• evenwichtige samenstelling van de combinatie
• ervaring met (media)druk
• specialisme
De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een afdelingsvoorzitter of andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.
10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. De professionele standaarden insolventie en CBM worden hierbij gevolgd. Voor rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.
Het roosteren en plannen van zaken
11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.
12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:
• het clusteren van zaken
• het voegen van zaken
• samenhangende zaken
• de verhinderdata van partijen
• doelmatigheidsoverwegingen
• als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld
Zaak volgt rechter
13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.
14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:
• indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak
• bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt
• indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen
• indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen
• bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren
Voor insolventiezaken geldt bovendien:
• indien de behandeling van een verzoek tot toelating tot de WSNP, of een verzoek tot faillietverklaring wordt aangehouden op verzoek van één of meer partijen, zolang een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak
Bekendmaking
15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de (CBM kanton)rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.
16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):
i. ziekte;
ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);
iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.
17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15 en 16 vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.
Verschoning
18. Voor alle zaken geldt dat een (CBM kanton)rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een (CBM kanton)rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de (CBM kanton)rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.
19. Indien de (CBM kanton)rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de (CBM kanton)rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de (CBM kanton)rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere (CBM kanton)rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de (CBM kanton)rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.
Slotbepalingen
20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit zaakstoedelingsregeling
21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.
Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Den Haag op 22 december 2020.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-24352.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.