Besluit van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 september 2022, nr. 33115912, houdende instelling van een commissie ter advisering over verzoeken tot teruggave van cultuurgoederen uit koloniale context (Instellingsbesluit Adviescommissie teruggave cultuurgoederen uit koloniale context)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Adviescommissie:

Adviescommissie teruggave cultuurgoederen uit koloniale context, genoemd in artikel 2;

minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

ministerie:

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

verzoek om teruggave:

verzoek door een staat om teruggave van een cultuurgoed dat in de context van koloniaal gezag uit deze staat is weggenomen.

Artikel 2. Instelling en taak Adviescommissie

  • 1. Er is een Adviescommissie teruggave cultuurgoederen uit koloniale context, die tot taak heeft:

    • a. de minister op diens verzoek te adviseren over door hem te nemen beslissingen op verzoeken tot teruggave, voor zover het cultuurgoederen betreft die in het bezit zijn van de Staat der Nederlanden;

    • b. op verzoek van de minister advies uit te brengen over verzoeken tot teruggave, voor zover het cultuurgoederen betreft die in het bezit zijn van een ander dan de Staat der Nederlanden.

  • 2. De minister gaat uitsluitend over tot het doen van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, indien de eigenaar daarmee heeft ingestemd.

Artikel 3. Samenstelling Adviescommissie

  • 1. De minister benoemt de leden van de Adviescommissie, waaronder een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, op basis van deskundigheid.

  • 2. De leden zijn niet werkzaam bij het ministerie en zijn ook overigens niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de minister.

  • 3. De minister benoemt de leden voor ten hoogste vier jaar. Zij kunnen eenmaal voor een periode van ten hoogste vier jaar worden herbenoemd.

Artikel 4. Behandeling verzoeken door Adviescommissie

  • 1. De Adviescommissie behandelt verzoeken tot teruggave:

    • a. met inachtneming van het rijksbeleid ter zake;

    • b. in een door de voorzitter te bepalen samenstelling van ten minste drie leden en ten hoogste vijf leden waaronder in ieder geval de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De Adviescommissie baseert haar oordeel op reeds uitgevoerd onderzoek naar het desbetreffende cultuurgoed.

  • 3. De Adviescommissie kan zich rechtstreeks tot derden wenden voor het verkrijgen van inlichtingen en hen in een vergadering horen.

  • 4. De Adviescommissie kan een reglement over haar werkwijze vaststellen.

Artikel 5. Ondersteuning Adviescommissie

  • 1. De minister voegt aan de Adviescommissie een secretariaat toe.

  • 2. Het secretariaat is voor zijn werkzaamheden voor de Adviescommissie uitsluitend aan de Adviescommissie verantwoording verschuldigd.

  • 3. De minister zorgt dat de Adviescommissie tijdig en volledig over alle stukken beschikt die zij nodig heeft en die zich op het ministerie bevinden.

  • 4. Iedere ambtenaar van het ministerie geeft aan een verzoek of oproep van de Adviescommissie gehoor.

Artikel 6. Jaarlijkse verslaglegging

De Adviescommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de minister over de uitvoering van haar taken.

Artikel 7. Archiefbescheiden Adviescommissie

De archiefbescheiden van de Adviescommissie worden na haar opheffing of zoveel eerder als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, naar het archief van het Ministerie van OCW overgebracht.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Adviescommissie teruggave cultuurgoederen uit koloniale context.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu

TOELICHTING

Algemeen

Op 29 januari 2021 stuurde mijn ambtsvoorganger de ‘Beleidsvisie Collecties uit een koloniale context’ naar de Tweede Kamer.1 Deze visie is gebaseerd op het advies ‘Koloniale collecties en de erkenning van onrecht’ van de Raad voor cultuur en de Commissie-Gonçalves-Ho Kang You.2

De instelling van de Adviescommissie is onderdeel van de implementatie van deze beleidsvisie. De Adviescommissie zal deskundig en onafhankelijk verzoeken tot teruggave van een cultuurgoed uit een koloniale context beoordelen en hierover de bewindspersoon adviseren ten behoeve van een mogelijk besluit tot overdracht van het desbetreffende cultuurgoed aan de verzoekende staat. Uitgangspunt bij de werkwijze van de commissie en het door de Adviescommissie op te stellen reglement is een balans tussen zorgvuldigheid en voortvarendheid. Zorgvuldigheid is geboden om tot een correct en onderbouwd advies te komen. Daarnaast is voortvarendheid in het proces van belang. Nodeloze vertraging zou afbreuk doen aan de beleving van het gewenste herstel van onrecht. De commissie baseert haar advies op reeds uitgevoerd herkomstonderzoek naar desbetreffende objecten. Het is aan de Adviescommissie om te oordelen of het herkomstonderzoek ten behoeve van de advisering voldoende volledig is.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Begripsbepalingen

In artikel 1 zijn de begripsbepalingen opgenomen. Het begrip ‘Verzoek om teruggave’ verwijst naar een verzoek door een staat om teruggave van een cultuurgoed dat in de context van koloniaal gezag uit deze staat is weggenomen. Conform de Beleidsvisie is uitsluitend een verzoek tot teruggave van een staat aanleiding voor advisering door de Adviescommissie.

Artikel 2. Instelling en taak Adviescommissie

In Artikel 2 wordt de taak van de Adviescommissie beschreven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de taak om de minister advies uit te brengen, indien het cultuurgoederen betreft die in het bezit zijn van de Staat, en de taak om advies aan een andere eigenaar uit te brengen, indien het cultuurgoederen betreft die in het bezit zijn van een ander dan de Staat, zoals gemeenten, provincies, waterschappen of universiteiten. Uit het tweede lid volgt dat de minister een verzoek om een dergelijk advies alleen aan de Adviescommissie voorlegt, indien de eigenaar daarmee instemt. In het voorkomende geval voegt de andere eigenaar zich in de beschreven adviesprocedure van de Adviescommissie. Wanneer een verzoek wordt ingediend voor de teruggave van een object dat niet in eigendom van de Staat is, neemt het ministerie een coördinerende rol op zich. De overweging daarbij is dat het voor landen van herkomst niet altijd op voorhand duidelijk zal zijn of het objecten betreft die eigendom zijn van de Staat, of niet. De procedure zal daarom ook toegankelijk zijn voor verzoeken over cultuurgoederen van andere (publieke) eigenaren.

Artikel 3. Samenstelling Adviescommissie

Artikel 3 betreft de samenstelling en de benoeming van de leden van de Adviescommissie. De minister kan meer leden benoemen dan voor de behandeling van een enkele zaak nodig is. Dit heeft als doel dat de Adviescommissie beschikt over een diversiteit aan kennis en expertise onder de leden, waarbij – afhankelijk van een concreet verzoek – specifieke leden kunnen worden betrokken bij een specifieke adviesaanvraag. De benodigde kennis zal afhankelijk zijn van het concrete verzoek tot teruggave. Zo zal een verzoek omtrent objecten uit Indonesië andere expertise vergen dan objecten vanuit Suriname of het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Artikel 4. Behandeling verzoeken door Adviescommissie

Artikel 4 heeft betrekking op de behandeling van verzoeken door de Adviescommissie. Uit het eerste lid volgt dat de Adviescommissie verzoeken behandelt aan de hand van het Rijksbeleid ter zake. Dit betreft op dit moment de ‘Beleidsvisie collecties uit een koloniale context’, behorende bij de brief van de minister van 29 januari 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 32 820, nr. 405). De voorzitter bepaalt in welke samenstelling van leden van de Adviescommissie het verzoek wordt behandeld, met oog voor de kennis en expertise die de casus verlangt.

Het tweede lid bepaalt dat de Adviescommissie haar oordeel baseert op het reeds uitgevoerde

onderzoek naar het betreffende cultuurgoed. Dit onderzoek behoort tot de verantwoordelijkheid van de beheerder van het cultuurgoed. De beheerder wordt daarbij desgewenst ondersteund door een op te richten consortium van instellingen met speciale kennis en expertise op het terrein van herkomstonderzoek van collecties uit een koloniale context.

Het derde lid bepaalt dat de Adviescommissie zich rechtstreeks tot derden kan wenden voor het verkrijgen van nadere specifieke informatie met het oog op het voorliggende verzoek tot teruggave.

Het vierde lid bepaalt dat de Adviescommissie een reglement over haar werkwijze kan vaststellen ten behoeve van de transparantie van de beoordeling. Dit reglement kan onder meer aangeven hoe de commissie bepaalt of er sprake is van onvrijwillig bezitsverlies en hoe verschillende belangen worden afgewogen.

Artikel 5. Ondersteuning Adviescommissie

Artikel 5 heeft betrekking op de ondersteuning van de werkzaamheden van de Adviescommissie. Met het oog op de onafhankelijkheid van de Adviescommissie is het secretariaat uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Adviescommissie.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu


X Noot
1

Kamerstukken 2020/21, 32 820, nr. 405.

X Noot
2

Kamerstukken 2020/21, 32 820, nr. 390.

Naar boven