Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs van 29 augustus 2022, nr. 33771617, houdende een aanpassing van de Aanwijzingsregeling ambtenaren interbestuurlijk toezicht Wet op het primair onderwijs in verband met de toevoeging van een grondslag voor het toezicht op gemeentelijke verplichtingen op grond van de Wet voortgezet onderwijs 2020

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 124e van de Gemeentewet;

Besluit:

De Aanwijzingsregeling ambtenaren interbestuurlijk toezicht Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na ‘bij of krachtens de Wet op het primair onderwijs’ ingevoegd ‘en de Wet voortgezet onderwijs 2020’.

B

In artikel 3 wordt na ‘Wet op het primair onderwijs’ ingevoegd ‘en de Wet voortgezet onderwijs 2020’.

C

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Sinds 2014 regelt de Aanwijzingsregeling ambtenaren interbestuurlijk toezicht Wet op het primair onderwijs de grondslag voor het toezicht door de onderwijsinspectie op de verplichtingen van gemeenten op het terrein van voor- en vroegschoolse educatie. Die verplichtingen zijn vastgelegd in de artikelen 159 en 160 van de Wet op het primair onderwijs.

De Wet voortgezet onderwijs 2020 bevat ook een aantal verplichtingen op gemeentelijk niveau. Zo is in artikel 3.42 vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders ten minste jaarlijks op overeenstemming gericht overleg voert met de bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente over:

  • a. het voorkomen van segregatie;

  • b. het bevorderen van integratie en het bestrijden van onderwijsachterstanden;

  • c. de afstemming over inschrijvings- en toelatingsprocedures; en

  • d. het uit het overleg voortvloeiende voorstel van het bevoegd gezag van de in de gemeente gevestigde scholen om tot een evenwichtige verdeling van leerlingen met een onderwijsachterstand over de scholen te komen.

Het betreffende overleg is gericht op het maken van afspraken. Die afspraken hebben zoveel mogelijk het karakter van meetbare doelen, en de inspectie rapporteert jaarlijks over de mate waarin die doelen worden bereikt. Deze rapportage door de inspectie is niet goed mogelijk zonder dat de inspectie over een toezichthoudende bevoegdheid beschikt. Deze bevoegdheid werd altijd verondersteld, maar wordt middels deze regeling geëxpliciteerd. Om tot uitdrukking te brengen dat het betreffende toezicht niet is beperkt tot verplichtingen die de gemeente heeft op grond van de Wet op het primair onderwijs, maar ook ziet op verplichtingen op grond van de Wet voortgezet onderwijs 2020, wordt ook de citeertitel gewijzigd.

Regeldruk

Er is geen sprake van een toename van de regeldruk voor de belanghebbenden. Immers, deze aanpassing van de Aanwijzingsregeling ambtenaren interbestuurlijk toezicht voorziet enkel in het creëren van een bevoegdheid van de inspectie op taken die de gemeente, volgend uit de WVO, reeds diende uit te voeren.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Naar boven