Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2022, 23306 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2022, 23306 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,
Gelet op de artikelen 74, vierde lid, 74a, zevende lid en 75, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 4.5, tweede lid, 4.5a, vierde lid, 4.6, zevende lid, 11.45, tweede lid, 11.45a, vierde lid, en 11.45b, zevende lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en de artikelen 72, negende lid, 72a, zevende lid, en 75, tweede lid, van de Wet primair onderwijs BES;
Besluit:
De Regeling voorzieningenplanning po 2021 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Uit het document, bedoeld in artikel 74, tweede lid, onderdeel c, van de wet, blijkt dat de in dat lid bedoelde partijen zijn gevraagd om te overleggen over de aanvraag, waarbij de voorgestelde datum van het overleg dient te liggen in de periode van 15 september in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag en 14 september van het kalenderjaar van de aanvraag.
B
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende
In afwijking van artikel 4, tweede lid, blijkt voor aanvragen die worden ingediend in 2022 uit het document, bedoeld in artikel 74, tweede lid, onderdeel c, van de wet, dat in de periode van 15 september 2021 en 15 september 2022 de in dat artikel bedoelde partijen zijn uitgenodigd om te overleggen.
C
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt ‘15 oktober’ telkens vervangen door ‘29 oktober’.
2. In het zesde lid vervalt ‘onherroepelijk’.
3. In het zevende lid wordt ‘15 oktober’ vervangen door ‘30 oktober’.
D
In artikel 10 wordt ‘1 oktober’ telkens vervangen door ‘1 februari’.
De Regeling voorzieningenplanning vo 2021 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Uit het document, bedoeld in artikel 4.5a, tweede lid, onderdeel c, van de wet, blijkt dat de in dat lid bedoelde partijen zijn gevraagd om te overleggen over de aanvraag, waarbij de voorgestelde datum van het overleg dient te liggen in de periode van 15 september in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag en 14 september van het kalenderjaar van de aanvraag.
B
Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende
In afwijking van artikel 5, tweede lid, blijkt voor aanvragen die worden ingediend in 2022 uit het document, bedoeld in artikel 4.5a, tweede lid, onderdeel c, van de wet, dat in de periode van 15 september 2021 en 15 september 2022 de in dat artikel bedoelde partijen zijn uitgenodigd om te overleggen.
C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt ‘15 oktober’ telkens vervangen door ‘29 oktober’.
2. In het zesde lid vervalt ‘onherroepelijk’.
3. In het zesde lid wordt ‘artikel 68, eerste lid, van de wet’ vervangen door ‘artikel 4.6, eerste lid, van de wet’.
4. In het zevende lid wordt ‘15 oktober’ vervangen door ‘30 oktober’.
De Regeling voorzieningenplanning po CN 2021 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Uit het document, bedoeld in artikel 72, derde lid, onderdeel c, van de wet, blijkt dat de in dat lid bedoelde partijen zijn gevraagd om te overleggen over de aanvraag, waarbij de voorgestelde datum van het overleg dient te liggen in de periode van 15 september in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag en 14 september van het kalenderjaar van de aanvraag.
B
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende
In afwijking van artikel 3, tweede lid, blijkt voor aanvragen die worden ingediend in 2022 uit het document, bedoeld in artikel 72, derde lid, onderdeel c, van de wet, dat in de periode van 15 september 2022 en 15 september 2022 de in dat artikel bedoelde partijen zijn uitgenodigd om te overleggen.
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt ‘15 oktober’ telkens vervangen door ‘29 oktober’.
2. In het zesde lid vervalt ‘onherroepelijk’.
3. In het zevende lid wordt ‘15 oktober’ vervangen door ‘30 oktober’.
A
Artikel 6, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. Uit het document, bedoeld in artikel 11.45a, tweede lid, onderdeel c, van de wet, blijkt dat de in dat lid bedoelde partijen zijn gevraagd om te overleggen over de aanvraag, waarbij de voorgestelde datum van het overleg dient te liggen in de periode van 15 september in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag en 14 september van het kalenderjaar van de aanvraag.
B
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende
In afwijking van artikel 6, tweede lid, blijkt voor aanvragen die worden ingediend in 2022 uit het document, bedoeld in artikel 11.45a, tweede lid, onderdeel c, van de wet, dat in de periode van 15 september 2021 en 15 september 2022 de in dat artikel bedoelde partijen zijn uitgenodigd om te overleggen.
C
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en derde lid wordt ‘15 oktober’ telkens vervangen door ‘29 oktober’.
2. In het zesde lid wordt ‘onherroepelijk’ verwijderd.
3. In het zevende lid wordt ‘15 oktober’ vervangen door ‘30 oktober’.
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2022. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven op of na 15 september 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 15 september 2022.
2. Van de artikelen I, II, III en IV treedt het tweede onderdeel van onderdeel C in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2022.
3. Van artikel I treedt onderdeel D in werking met ingang van 1 januari 2023.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Met deze regeling worden enkele aanpassingen doorgevoerd in de Regeling voorzieningenplanning po 2021, de Regeling voorzieningenplanning vo 2020, de Regeling voorzieningenplanning po CN 2021 en in de Regeling voorzieningenplanning vo CN 2020. De wijzigingen hebben betrekking op of een relatie met het indienen van ouderverklaringen.
Initiatiefnemers die een negatief besluit op hun stichtingsaanvraag ontvangen, kunnen besluiten een nieuwe pre-registratie te doen voor een nieuwe aanvraag. Echter, belangstellende ouders die eerder een ouderverklaring hebben ingediend ten behoeve van de afgewezen aanvraag kunnen, zolang deze afwijzing niet onherroepelijk is geworden, niet opnieuw een ouderverklaring afgeven voor een nieuw initiatief. Verschillende initiatiefnemers van nieuwe scholen hebben dit kenbaar gemaakt bij het Ministerie van OCW. Deze initiatiefnemers voelden zich beperkt in hun recht om bezwaar te maken tegen het negatief besluit over hun aanvraag van vorig jaar. Immers, zolang de bezwaar- en beroepsfase lopen, is geen sprake van onherroepelijkheid. Daardoor kunnen initiatiefnemers bij bezwaar moeilijker voor een nieuwe aanvraag voldoende ouderverklaringen verzamelen.
Dit was de aanleiding om de regelgeving te herzien en daarmee beter tegemoet te komen aan de wensen van initiatiefnemers en ouders van leerlingen. Vooruitlopend op de aanpassingen van de hiervoor genoemde regelingen is besloten om per 16 juli 2022 ouders die eerder een ouderverklaring hebben ingediend voor een afgewezen initiatief, de mogelijkheid te geven een ouderverklaring voor een nieuw initiatief in te dienen. DUO heeft daarvoor het systeem aangepast. Daarom wordt het woord onherroepelijk met terugwerkende kracht uit de betreffende artikelen gehaald. De initiatiefnemers zijn hierover in de week van 16 juli 2022 geïnformeerd. Vanaf 2023 kunnen ouderverklaringen van afgewezen aanvragen opnieuw worden ingediend (vrijvallen) per 1 juli, ook indien er een bezwaar loopt of nog bezwaar kan worden aangetekend. Voor een kind waarvoor ouderverklaringen zijn afgegeven voor goedgekeurde initiatieven kan niet nogmaals een ouderverklaring worden afgegeven, omdat voor één kind slechts één keer belangstelling kan worden getoond voor een school.
Om de initiatiefnemers voldoende tijd te geven om ouderverklaringen te verzamelen wordt de termijn waarvoor ouderverklaringen kunnen worden verzameld permanent verlengd van 15 oktober tot en met 29 oktober. De initiatiefnemers dienen aanvragen voor 1 november in te dienen. Daardoor hebben initiatiefnemers in sommige gevallen nog slechts twee dagen de tijd om na het verzamelen van de (laatste) ouderverklaringen de aanvraag volledig te maken en in te dienen. Dat is echter alleen het geval indien de verlenging van de periode nodig is om voldoende ouderverklaringen te krijgen. In dat geval weegt de korte periode om de aanvraag in te dienen op tegen het nadeel dat anders onvoldoende ouderverklaringen zouden zijn verkregen. Indien eerder voldoende ouderverklaringen zijn afgegeven, kan de aanvraag ook eerder worden ingediend.
In de regelingen is een bepaling opgenomen dat DUO het aantal geldige ouderverklaringen beschikbaar stelt aan de aanvrager. Door de termijn van indienen van ouderverklaringen te verlengen naar 29 oktober kan DUO de dag erna, dus vanaf 30 oktober, het aantal ouderverklaringen beschikbaar stellen.
Uit de eerste ronde van aanvragen kwam uit zienswijzen naar voren dat enkele initiatiefnemers de datum van het gesprek hadden gepland rond, of na, het moment dat de aanvraag moest worden ingediend. De wetgever heeft bedoeld dat het gesprek tijdig plaatsvindt en wel ruim voordat de aanvraag is ingediend. Daarom is in de regeling expliciet opgenomen in welke periode het gesprek dient te worden gepland. Indien het gesprek niet wordt gepland in die periode wordt niet voldaan aan de wettelijke voorwaarden. De initiatiefnemer is verantwoordelijk dat een gesprek daadwerkelijk kan plaatsvinden in die periode. De initiatiefnemer is verplicht om in de uitnodiging aan de genoemde partijen melding te maken van het voornemen om een school te starten, en voor het voortgezet onderwijs welke schoolsoort(en). Nadere toelichting over het concept kan in het gesprek op basis van vrijwilligheid plaatsvinden. Indien de genodigde partijen niet ingaan op de uitnodiging voor een gesprek valt dat buiten de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. Deze wijziging wordt met ingang van 15 september 2022 van toepassing op aanvragen die in 2023 worden ingediend. Voor het te plannen gesprek in de regio is gekozen voor de periode van 15 september in het kalenderjaar voorafgaand aan de aanvraag en 14 september van het kalenderjaar van de aanvraag. De datum van 14 september is gekozen om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan bij overlap van de datum van 15 september.
Alleen voor aanvragen die worden ingediend voor 1 november 2022 geldt dat alleen de uitnodiging voor het gesprek moet zijn gedaan in de periode van 15 september 2021 en 15 september 2022. Voor de duidelijkheid is dit opgenomen in een apart artikel. Hier is gekozen voor 15 september 2022 in plaats van 14 september 2022 om de voor 1 juli 2022 aangemelde initiatieven niet te benadelen.
Bij verzelfstandiging van een school wordt het aantal leerlingen op 1 oktober voorafgaande aan het jaar van de aanvraag gebruikt. Per 1 april 2022 is artikel 118 van de Wpo aangepast. Vanaf die datum wordt voor de bekostiging het aantal leerlingen van de school op 1 februari van het voorafgaande kalenderjaar gebruikt. Op grond van artikel 84a, eerste lid van Wpo dient voor verzelfstandiging het aantal leerlingen te worden gehanteerd op de teldatum van 1 februari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de aanvraag is ingediend. Daartoe wordt artikel 10 van de Regeling voorzieningenplanning po 2021 gewijzigd. De datum van 1 oktober wordt gewijzigd in 1 februari van het jaar voorafgaand aan de aanvraag.
In artikel 9, zesde lid van de regeling voorzieningenplanning vo 2020 wordt een verwijzing verbeterd naar de Wet voortgezet onderwijs.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-23306.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.