Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 24 augustus 2022, nr. 2022-0000166211, tot wijziging van ESF-regeling 2014-2020 in verband met de tweede tranche van REACT-EU

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op Verordening (EU) Nr. 2020/2221 van het Europees Parlement en van de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) Nr. 1303/2013 wat betreft uitzonderlijke extra middelen en uitvoeringsregelingen om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de sociale gevolgen daarvan en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie (React-EU), Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, Verordening (EU) Nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad en de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING ESF 2014–2020

De Subsidieregeling ESF 2014–2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 11, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste zin vervalt ‘hoofdstuk I en II van’ en wordt ‘75%’ vervangen door ‘100%’.

2. De tweede zin vervalt.

B

In artikel D3, onderdeel a, van bijlage 1A, wordt ‘€ 133.598.414’ vervangen door ‘€ 183.598.414’.

C

In artikel D4, eerste lid, van bijlage 1A, wordt na onderdeel g, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. personen op wie het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 van toepassing is, ingevolge artikel 2 van dat besluit.

D

In artikel D6, onderdeel a, van bijlage 1A wordt ’30 juni 2022’ vervangen door ‘30 september 2022’.

E

Artikel D10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De Minister kan een eventueel onbenut deel van het bedrag, dat als subsidieplafond voor een centrumgemeente is opgenomen in bijlage 3d, voor het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel D3, onderdeel b, na controle van de einddeclaratie als bedoeld in artikel 18, toevoegen aan het bedrag, dat als subsidieplafond voor de betreffende centrumgemeente is opgenomen in bijlage 3d, voor het aanvraagtijdvak, bedoeld in artikel D3, onderdeel c.

F

In artikel D27 wordt na onderdeel f, onder vervanging van de punt aan het slot van dat onderdeel door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. werkende personen op wie het Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 van toepassing is, ingevolge artikel 2 van dat besluit.

G

In bijlage 1A wordt na hoofdstuk III een hoofdstuk toegevoegd, luidende:

Hoofdstuk IV UWV en jobcoaching

Artikel D40 Subsidieaanvrager

De subsidie met betrekking tot een project in het kader van dit hoofdstuk wordt aangevraagd door het UWV.

Artikel D41 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen met betrekking tot een project in het kader van dit hoofdstuk worden door de Minister ontvangen in het aanvraagtijdvak van 1 december 2022, 09.00 uur, tot en met 30 december 2022, 17.00 uur.

Artikel D42 Subsidieplafond

Het maximaal beschikbare bedrag voor het verlenen van subsidie bedraagt € 10.350.000,-.

Artikel D43 Doel en doelgroepen
  • 1. Een project in het kader van dit hoofdstuk heeft tot doel het bevorderen van actieve inclusie, gericht op het vergroten van mogelijkheden tot arbeidsinpassing van personen die op het moment van hun start van deelneming aan een project een UWV-uitkering ontvangen dan wel recht hebben op arbeidsondersteuning in het kader van de WIA, WAO, ZW en Wajong.

  • 2. Indien sprake is van een persoon die deelneemt aan twee opeenvolgende projecten en deze persoon behoort bij instroom in het eerste project aantoonbaar tot de doelgroep, dan behoort deze persoon ook het opvolgende project tot de doelgroep mits voor deze deelnemer sprake is van een individueel traject dat onafgebroken doorloopt in beide projecten.

Artikel D44 Specifieke eisen
  • 1. Een project komt slechts voor subsidie in aanmerking indien het project een duur heeft van 1 februari 2020 tot en met uiterlijk 1 april 2023.

  • 2. Door de Minister kan in de beschikking tot subsidieverlening in plaats van de datum van ontvangst van de volledige subsidieaanvraag een andere startdatum van het project worden vermeld.

Artikel D45 Subsidiabele activiteiten
  • 1. Voor subsidie komen slechts in aanmerking activiteiten gericht op het vergroten van de mogelijkheden tot arbeidsinpassing, voor zover zij de doelstelling uit artikel D43 ondersteunen.

  • 2. Voor de activiteit jobcoaching kunnen uitsluitend de kostensoorten, bedoeld in artikel 12, twaalfde lid, en bijlage IX van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie van 9 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds, wat betreft de definitie van de standaardschalen van eenheidskosten en vaste bedragen voor de terugbetaling van uitgaven door de Commissie aan lidstaten (PbEU 2015, L 313) voor subsidiëring in aanmerking komen. De Minister specificeert nadere voorwaarden met betrekking tot het afrekenen op basis van deze kostensoorten in de in artikel 9 bedoelde beschikking tot subsidieverlening.

H

Bijlage 3d wordt vervangen door de bijlage, behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen C en F, terug tot en met 4 maart 2022.

Deze regeling zal met toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 augustus 2022

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL H

Bijlage 3d , behorende bij bijlage 1a, artikel D10

Centrumgemeente

Arbeidsmarktregio

2021 subsidieplafonds AMR-projecten in het kader van investeringsprioriteit D

2022 aanvullend subsidiebedrag AMR-projecten in het kader van investeringsprioriteit D

Totaal subsidieplafonds AMR-projecten in het kader van investeringsprioriteit D

Groningen

Groningen

€ 9.021.900

€ 3.376.500

€ 12.398.400

Leeuwarden

Friesland

€ 6.326.500

€ 2.367.700

€ 8.694.200

Alkmaar

Noord-Holland Noord

€ 3.404.800

€ 1.274.300

€ 4.679.100

Emmen

Drenthe

€ 2.582.400

€ 966.500

€ 3.548.900

Zwolle

IJsselvechtstreek

€ 2.821.500

€ 1.055.900

€ 3.877.400

Almere

Flevoland

€ 2.801.800

€ 1.048.600

€ 3.850.400

Zaanstad

Zaanstreek/Waterland

€ 1.944.100

€ 727.600

€ 2.671.700

Haarlem

Zuid-Kennemerland en IJmond

€ 2.267.800

€ 848.800

€ 3.116.600

Enschede

Twente

€ 5.446.400

€ 2.038.400

€ 7.484.800

Amsterdam

Groot Amsterdam

€ 13.833.100

€ 5.177.100

€ 19.010.200

Apeldoorn

Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

€ 3.935.100

€ 1.472.700

€ 5.407.800

Hilversum

Gooi en Vechtstreek

€ 1.080.700

€ 404.500

€ 1.485.200

Leiden

Holland-Rijnland

€ 2.197.800

€ 822.600

€ 3.020.400

Utrecht

Midden-Utrecht

€ 4.385.100

€ 1.641.100

€ 6.026.200

Amersfoort

Amersfoort

€ 1.305.500

€ 488.600

€ 1.794.100

Ede

Food Valley

€ 1.463.100

€ 547.600

€ 2.010.700

Doetinchem

Achterhoek

€ 1.371.700

€ 513.400

€ 1.885.100

Zoetermeer

Zuid-Holland Centraal

€ 1.821.400

€ 681.700

€ 2.503.100

Gouda

Midden-Holland

€ 914.300

€ 342.200

€ 1.256.500

Den Haag

Haaglanden

€ 10.227.800

€ 3.827.800

€ 14.055.600

Arnhem

Midden-Gelderland

€ 4.380.700

€ 1.639.500

€ 6.020.200

Rotterdam

Rijnmond

€ 17.014.800

€ 6.367.900

€ 23.382.700

Tiel

Rivierenland

€ 888.800

€ 332.600

€ 1.221.400

Gorinchem

Gorinchem

€ 647.800

€ 242.400

€ 890.200

Nijmegen

Rijk van Nijmegen

€ 3.392.700

€ 1.269.700

€ 4.662.400

Dordrecht

Drechtsteden

€ 2.265.800

€ 848.000

€ 3.113.800

Den Bosch

Noordoost-Brabant

€ 3.217.700

€ 1.204.300

€ 4.422.000

Breda

West-Brabant

€ 4.033.900

€ 1.509.700

€ 5.543.600

Goes

Zeeland

€ 2.209.200

€ 826.800

€ 3.036.000

Tilburg

Midden-Brabant

€ 2.970.200

€ 1.111.600

€ 4.081.800

Venlo

Noord-Limburg

€ 1.650.600

€ 617.700

€ 2.268.300

Helmond

Helmond-De Peel

€ 1.474.500

€ 551.900

€ 2.026.400

Eindhoven

Zuidoost-Brabant

€ 2.808.700

€ 1.051.200

€ 3.859.900

Roermond

Midden-Limburg

€ 1.358.200

€ 508.300

€ 1.866.500

Heerlen

Zuid-Limburg

€ 6.132.100

€ 2.295.000

€ 8.427.100

Totaal

 

€ 133.598.414

€ 50.000.000

€ 183.598.414

TOELICHTING

1. Inleiding

Eén van de instrumenten uit het herstelpakket van de EU om lidstaten sociaaleconomisch te ondersteunen bij het herstel van de COVID 19-crisis is REACT-EU (Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe).1 REACT-EU maakt onderdeel uit van het programma ESF 2014 – 2020. Nederland heeft de middelen van REACT-EU ingezet voor de ondersteuning van mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Deze mensen zijn het hardst geraakt door de COVID19-crisis. In november 2021 heeft Nederland € 60,35 mln. aan extra middelen toegewezen gekregen van de Europese Commissie als onderdeel van REACT-EU. Met deze wijzigingsregeling worden deze middelen ingezet voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie.

2. Wijzigingen

De extra Europese middelen worden als volgt ingezet:

  • € 50 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor subsidieaanvragen door de arbeidsmarktregio’s. Hiertoe wordt het subsidieplafond voor de projecten van deze regio’s voor de ondersteuning van werkzoekenden met dit bedrag verhoogd.

  • € 10 miljoen wordt beschikbaar gesteld voor UWV om jobcoachingsactiviteiten voor de doelgroep te kunnen subsidiëren op een vergelijkbare wijze als eerder onder het ESF-programma 2014–2020 is gebeurd.

Ook is ervoor gekozen om het projecten gemakkelijker te maken om de beschikbare middelen te realiseren. Dit is van belang om optimale resultaten te bereiken nu het eind van het ESF-programma 2014 – 2020 nadert. Concreet gaat het om:

  • het verhogen van het EU-financieringspercentage binnen REACT-EU naar 100%, waardoor projecten geen eigen cofinanciering hoeven in te brengen en sneller aanspraak kunnen maken op het volledige subsidiebudget. Deze wijziging geldt voor alle vier de onderdelen van REACT-EU;

  • het doorschuiven van niet benutte middelen voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso) en het praktijkonderwijs (pro) in het schooljaar 2020–2021 (eerste tijdvak) naar het schooljaar 2021–2022 (opvolgend tijdvak). Met deze middelen krijgen leerlingen aan het speciaal onderwijs en praktijkonderwijs extra begeleiding om de overstap te maken van school naar betaald werk.

Op grond van het EU-initiatief CARE (Cohesion's Action for Refugees in Europe)2 is het mogelijk gemaakt om REACT-EU middelen in te zetten op de ondersteuning van Oekraïense ontheemden. Door deze wijzigingsregeling kan in de lopende projecten voor zowel werkenden (sectoren) als werkzoekenden (centrumgemeenten arbeidsmarktregio’s), ondersteuning worden geboden aan Oekraïense ontheemden die in Nederland bescherming genieten op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (2001/55/EG). Deze ondersteuning is mogelijk vanaf 4 maart 2022. Vanaf die datum genieten ontheemden tijdelijke bescherming in Nederland tot in ieder geval 4 maart 2023.

Hierna wordt op de verschillende onderdelen ingegaan.

3. Projecten arbeidsmarktregio’s

Alle 35 arbeidsmarktregio’s hebben vorig jaar als onderdeel van REACT-EU budget aangevraagd en gekregen voor projecten ter ondersteuning van werkzoekenden bij het vinden van werk. Door deze projecten extra budget te geven kan meer worden gedaan voor deze doelgroep die extra is getroffen door de gevolgen van de coronacrisis. Door extra budget toe te kennen aan lopende projecten is het mogelijk snel de doelgroep te bereiken zonder extra doorlooptijd voor het opzetten van nieuwe projecten en het doen van nieuwe aanvragen. De nieuwe subsidiebedragen per arbeidsmarktregio zijn opgenomen in bijlage 3D van de regeling.

Daarnaast wordt specifiek ten aanzien van Oekraïense ontheemden, die in Nederland verblijven op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming een stimulans gegeven om ondersteuning te bieden onder de lopende projecten gefinancierd vanuit REACT-EU. Deze ondersteuning is mogelijk vanaf 4 maart 2022. Vanaf die datum genieten ontheemden tijdelijke bescherming in Nederland, tot in ieder geval 4 maart 2023. Het expliciet opnemen van deze doelgroep in de regeling geldt zowel voor projecten van centrumgemeenten in de 35 arbeidsmarktregio’s, onder hoofdstuk I van bijlage 1a, als voor projecten van de sectoren, onder hoofdstuk III van bijlage 1a.

De arbeidsmarktregio’s kunnen aangeven of de middelen binnen de looptijd van het project kunnen worden besteed of dat verlenging van hun projecten wenselijk is. In het laatste geval is het op grond van artikel D6 van bijlage 1a mogelijk maximaal drie maanden verlenging te geven tot en met uiterlijk 30 september 2022.

4. Jobcoaching via UWV

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) is als aanvrager nieuw in de prioriteit REACT-EU, maar heeft eerder onder ESF 2014 – 2020 in meerdere tijdvakken aanvragen gedaan voor dezelfde activiteit, namelijk jobcoaching. Door jobcoaching ook onder REACT-EU subsidiabel te maken, krijgen arbeidsbelemmerden een steun in de rug bij het aan het werk gaan. Deze groep heeft een kwetsbare positie en de coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat veel mensen weer thuis kwamen te zitten. Om deze groep te kunnen blijven ondersteunen, kan UWV deze groep met jobcoaching laten begeleiden bij de werkhervatting in de periode tussen 1 februari 2020 en 1 april 2023.

5. Volledige financiering

Bij uitzondering is het in REACT-EU mogelijk subsidiabele activiteiten volledig te financieren met Europese middelen. Nederland heeft daar aanvankelijk geen gebruik van gemaakt en vastgehouden aan een financiering uit eigen middelen ter hoogte van 25%. Gedachte hierachter was het stimuleren van eigenaarschap bij de aanvragers van Europese subsidies. Nu blijkt dat subsidieontvangers moeite hebben om het project volledig uit te voeren, en er extra middelen beschikbaar zijn gekomen, is ervoor gekozen alsnog volledige financiering vanuit de EU mogelijk te maken. Ondanks dat de subsidieplafonds niet meestijgen3, maakt deze wijziging het voor projecten beter mogelijk het volledige toegekende subsidiebedrag te benutten. Dat komt doordat projecten niet langer eerst de eigen cofinanciering hoeven te besteden voor ze in aanmerking komen voor het volledige budget. Om € 7,5 mln. budget te krijgen, hoeven ze dus niet eerst voor € 10 mln. aan kosten te maken. Voor projecten die al de maximale subsidie krijgen, heeft de maatregel dus geen effect.

Deze wijziging geldt voor alle bestaande onderdelen van het hoofdstuk REACT-EU in de regeling: arbeidsmarktregio’s, kwetsbare werkenden en Dienst Justitiële Inrichtingen. Ook voor het nieuwe UWV-onderdeel is er om redenen van uniformiteit voor gekozen een financieringspercentage van 100% te hanteren.

6. Praktijkonderwijs (pro) en het voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Met de wijzigingsregeling van de Subsidieregeling ESF 2014–2020 van 23 april 20214 zijn twee nieuwe subsidietijdvakken geopend voor activiteiten gericht op de bevordering van de aansluiting van leerlingen in het praktijkonderwijs (pro) en het voortgezet speciaal onderwijs (vso) op de arbeidsmarkt en vervolgonderwijs. Voor de schooljaren 2020–2021 en 2021–2022 hebben alle 35 centrumgemeenten hier een aanvraag voor gedaan en deze zijn toegekend.

Vanuit verschillende arbeidsmarktregio’s zijn signalen gekomen dat het niet lukt het toegekende budget voor ondersteuning van leerlingen aan het vso/pro volledig te besteden in het schooljaar 2020–2021. Daarvoor zijn verschillende oorzaken. Ten eerste waren er voor het schooljaar 2020–2021 ook middelen beschikbaar vanuit een ander hoofdstuk van ESF 2014–2020. Ten tweede is er in dit tijdvak een andere afrekensystematiek gehanteerd. Er is voor het eerst gebruik gemaakt van een vereenvoudigde manier van afrekenen, namelijk op basis van standaardprijs per leerling. De standaardprijs per leerling betreft een gemiddelde van de reeds afgeronde vso/pro projecten. Voorheen was dat op basis van de werkelijke kosten.

Verschillende arbeidsmarktregio’s hebben niet voldoende leerlingen om op basis van de standaardprijs beide vso/pro projecten uit het schooljaar 2020–2021 te kunnen realiseren. Met andere woorden, er blijft nog budget over als alle leerlingen de benodigde ondersteuning gedurende het schooljaar 2020–2021 hebben gekregen. Het is wenselijk dat de middelen wel worden besteed, omdat het belangrijk is voor leerlingen ondersteuning te krijgen bij de overgang van school naar werk of een vervolgopleiding. Een weloverwogen beroepskeuze en overstap naar een werkgever is een goede start bij het duurzaam aan het werk blijven. Met de wijziging van artikel D10 van bijlage 1a wordt het voor arbeidsmarktregio’s mogelijk activiteiten uit te voeren voor leerlingen in vso en pro voor activiteiten in het schooljaar 2021–2022 als de toegekende middelen nog niet volledig gebruikt zijn voor activiteiten in het schooljaar 2020–2021. In het schooljaar 2021–2022 is er sprake van één tijdvak in tegenstelling tot het schooljaar 2020–2021 waarbij sprake was van twee tijdvakken (onder hoofdstuk ‘Investeringsprioriteit A Actieve Inclusie’ en hoofdstuk ‘Investeringsprioriteit D REACT-EU’).

7. Ondersteuning van Oekraïense ontheemden in de sectoren

Ook in de projecten gericht op de ondersteuning van kwetsbare werkenden, op grond van hoofdstuk III van bijlage 1a, wordt het mogelijk gemaakt om Oekraïense ontheemden te ondersteunen die in Nederland tijdelijke bescherming genieten op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (2001/55/EG) te ondersteunen vanaf 4 maart 2022. Het gaat in dit geval om Oekraïense ontheemden die werk hebben gevonden en die vanuit hun sector aanvullende ondersteuning ontvangen.

8. Staatssteun

Subsidieaanvragers op basis van deze wijzigingsregeling zijn colleges van burgemeesters en wethouders van centrumgemeenten van arbeidsmarktregio’s en UWV. Dit zijn bestuursorganen en geen ondernemingen, zodat er geen sprake kan zijn van staatssteun als bedoeld in artikel 107, eerste lid, van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie.

9. Financiële gevolgen

Met deze wijzigingsregeling wordt een bedrag van ruim 60 miljoen euro toegevoegd aan het lopende nationale ESF programma 2014–2020. Dit betreft het resterende deel van het totaalbudget van REACT-EU onder het ESF, aan Nederland toegewezen in 2022. Voor alle onderdelen van REACT-EU wordt met deze wijzigingsregeling een subsidiepercentage van 100% gehanteerd. Dit geldt ook voor de budgetten REACT-EU, die al eerder beschikbaar zijn gesteld. De wijziging in het EU-financieringspercentage naar 100% betekent dat subsidieontvangers geen eigen cofinanciering meer in hoeven brengen.

10. Regeldruk

Door het ophogen van de subsidieplafonds voor de Arbeidsmarktregio’s en de verhoging van het EU-financieringspercentage naar 100%, worden er onder deze wijziging zo min mogelijk nieuwe projecten gefinancierd. Dit heeft als gevolg dat de regeldruk zo laag mogelijk blijft, zowel voor de subsidieontvangers als voor de uitvoerder van deze regeling.

11. Uitvoering

Net als alle andere onderdelen van deze subsidieregeling, worden de onderdelen waar deze wijzigingsregeling op toeziet, uitgevoerd door Uitvoering van Beleid, onderdeel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (UVB). UVB is, in overeenstemming met de toepasselijke Europese verordeningen, formeel aangewezen als managementautoriteit belast met de uitvoering van het ESF.

Artikelsgewijze toelichting

ARTIKEL I

Onderdeel A

Door de wijziging van artikel 11 wordt het mogelijk 100% van de subsidiabele kosten te financieren in plaats van 75%. Dit subsidiepercentage geldt voor alle vier de onderwerpen in investeringsprioriteit D.

Onderdeel B

Dit betreft uitsluitend een wijziging van het subsidieplafond. Het bedrag is met € 50 miljoen verhoogd.

Onderdelen C en F

Aan de artikelen D4 en D27 is een doelgroep toegevoegd, te weten Oekraïense ontheemden. Door deze doelgroep toe te voegen aan de regeling kan aan deze vluchtelingen – die recht hebben op toegang tot de arbeidsmarkt, ondersteuning worden geboden bij begeleiding naar de arbeidsmarkt.

Onderdeel D

Het subsidietijdvak in het eerste lid wordt verlengd met drie maanden.

Onderdeel E

Aan artikel D10 wordt een tweede lid toegevoegd op basis waarvan de Minister een subsidiebedrag dat niet volledig is benut gedurende een tijdvak, kan overhevelen naar een opvolgend tijdvak.

Onderdeel G

Aan bijlage 1a wordt een nieuw hoofdstuk, hoofdstuk IV, toegevoegd op basis waarvan UWV subsidie kan aanvragen (artikel D40), gedurende het tijdvak genoemd in artikel D41 met een maximaal beschikbaar bedrag van ruim € 10 miljoen zoals bepaald in artikel D42.

Doel van deze subsidie is mensen met een UWV-uitkering of mensen met recht op arbeidsondersteuning in het kader van WIA, WAO, ZW of Wajong, te begeleiden op weg naar werk door middel van jobcoaching. In het tweede lid van artikel D43 is bepaald dat als een persoon aan een vergelijkbaar project op basis van de ESF-regeling 2014–2020 deelneemt, aangenomen wordt dat deze persoon tot de doelgroep behoort indien een project op basis van dit nieuwe hoofdstuk onafgebroken doorloopt. Een project kan uiterlijk tot 1 april 2023 duren (artikel D44). Ten aanzien van artikel D44, tweede lid, geldt dat het in ieder geval niet mogelijk is, indien de datum wordt aangepast, om achteraf subsidie te verstrekken voor een reeds afgerond project (art. 4:29 Awb).

UWV dient als subsidieaanvrager op grond van artikel D45 te motiveren hoe de activiteiten binnen bovenstaande doelstellingen past en gericht is op de doelgroep. In artikel D45, tweede lid, worden tot slot de kosten gespecifieerd die voor subsidie in aanmerking komen. In de beschikking specificeert de Minister de kostensoorten nader.

ARTIKEL II

Deze wijzigingsregeling treedt in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn (Aanwijzingen voor de regelgeving nr. 4.17). Na het beschikbaar komen van de extra middelen van de Europese Commissie en het bestemmen van deze middelen, is het noodzakelijk deze middelen zo snel mogelijk gedurende de looptijd van de Subsidieregeling ESF 2014–2020 beschikbaar te stellen voor subsidieontvangers.

Artikel I, onderdelen C en F, treden in werking met terugwerkende kracht tot 4 maart 2022. Op grond van de Care-Verordening zijn uitgaven voor concrete acties om de migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken in het kader van ESF, subsidiabel vanaf 24 februari 2022. Oekraïense ontheemden genieten zoals gezegd in Nederland tijdelijke bescherming sinds 4 maart 2022. Vanaf die datum zal met terugwerkende kracht een beroep gedaan kunnen worden op subsidie voor activiteiten voor doelgroep ontheemden.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Article 177 and 322 of the Treaty on the Functioning of the European Union (TFEU). Regulation (EU) 2020/2221 of the European Parliament and of the Council of 23 December 2020 amending Regulation (EU) No 1303/2013 as regards additional resources and implementing arrangements to provide assistance for fostering crisis repair in the context of the COVID-19 pandemic and its social consequences and for preparing a green, digital and resilient recovery of the economy (REACT-EU).

X Noot
2

Verordening (EU) 2022/562 van het Europees Parlement en de Raad van 6 april 2022 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 223/2014 wat betreft maatregelen uit hoofde van het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE) PbEU 2022, L 109).

X Noot
3

De verhoging van het subsidieplafonds voor de arbeidsmarktregio’s wordt veroorzaakt door de toekenning van de extra middelen en staat hier los van.

X Noot
4

Stcr. 2021, 20671.

Naar boven