Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 5 augustus 2022, nr. 4123712, houdende wijziging van de Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Amsterdam voor hogerberoepszaken strafrecht van het gerechtshof Den Haag

De Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Gehoord de Raad voor de rechtspraak;

Gehoord het College van procureurs-generaal;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 2 van de Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Amsterdam voor hogerberoepszaken strafrecht van het gerechtshof Den Haag wordt ‘1 januari 2023’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 augustus 2022

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

TOELICHTING

Uit artikel 62a, tweede lid, Wet RO volgt dat de geldigheidsduur voor een aanwijzing als bedoeld in dit artikel maximaal drie jaar is. De geldigheidsduur kan daarna eenmalig met een jaar verlengd worden. Middels dit besluit wordt de Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Amsterdam voor hogerberoepszaken strafrecht van het gerechtshof Den Haag verlengd voor een periode van één jaar.

Deze verlenging is noodzakelijk vanwege het belang van tijdige rechtspraak, een forse werkvoorraad aan maatwerkzaken en onvervulde vacatures bij het gerechtshof Den Haag. Het gerechtshof Amsterdam heeft hiervoor ruimte door een lagere voorraad van zaken.

’s-Gravenhage, 5 augustus 2022

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven