Regeling Steunfonds Oekraïense makers

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds,

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,

gelet op het Algemeen Reglement Nederlands Letterenfonds.

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

bestuur:

het bestuur van het Nederlands Letterenfonds;

het Letterenfonds:

Stichting Nederlands Letterenfonds;

instelling of organisatie:

Nederlandse gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde culturele instellingen en culturele organisaties of rechtspersonen die actief zijn in de culturele sectoren;

culturele maker:

culturele of creatieve makers en uitvoerders in alle culturele sectoren met minimaal drie jaar aantoonbare ervaring met een Oekraïens paspoort of een paspoort uit de Russische Federatie;

Rijkscultuurfondsen:

het Mondriaanfonds, het Fonds Podiumkunsten, het Nederlands Filmfonds, het Stimuleringsfonds creatieve industrie, het Fonds voor de cultuurparticipatie, het Nederlands Letterenfonds.

Artikel 2. Toepasselijkheid

  • 1. Deze regeling is van toepassing op gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde cultuurinstellingen en culturele organisaties die een culturele maker uit Oekraïne of Rusland ondersteuning willen bieden en daarvoor via een aanvraag een subsidie ontvangen.

  • 2. Aanvragers zetten de subsidie in voor het uitkeren van een vergoeding aan culturele makers uit Oekraïne of Rusland met als doel het ondersteunen van hun werkpraktijk als culturele maker zodat zij hun vak veilig uit kunnen blijven oefenen tijdens de invasie door het Russische regime.

Artikel 3. Eisen culturele maker

  • 1. De culturele maker is werkzaam in een van de culturele sectoren: film, podiumkunsten, letteren, erfgoed en beeldende kunst, creatieve industrie en heeft enige aantoonbare professionele ervaring in het culturele werkveld.

  • 2. De professionele ervaring van de culturele maker wordt aangetoond met een korte biografie (in het Nederlands of Engels) met een overzicht van gevolgde opleiding(en), werkervaring en culturele activiteiten van de maker.

  • 3. De culturele maker heeft een Oekraïens paspoort of een paspoort uit de Russische Federatie en was tijdens het uitbreken van het conflict woonachtig in Oekraïne of Rusland.

  • 4. De culturele maker verblijft ten tijde van het indienen van de aanvraag in Nederland of gebruikt de middelen van de subsidie om naar Nederland te komen.

  • 5. De culturele maker gebruikt de subsidie voor het (veilig) uit (blijven) oefenen van de werkpraktijk.

  • 6. De culturele maker volgt het plan voor de uitoefening van de werkpraktijk dat wordt ingediend door de instelling.

Artikel 4. Aanvrager

De aanvragers zijn Nederlandse gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde culturele instellingen en culturele organisaties of rechtspersonen die actief zijn in de culturele sectoren.

Artikel 5. Algemene eisen en formele weigeringsgronden

  • 1. Per aanvrager kan voor maximaal 3 individuele culturele makers subsidie worden toegekend.

  • 2. In het geval van een groep makers die in samenwerkingsverband werken, bijvoorbeeld een muziekband, een orkest, een dans- of theatergezelschap of een collectief, kan per aanvrager voor maximaal 15 makers subsidie worden toegekend.

  • 3. Wanneer het tweede lid van toepassing is, moet worden aangetoond dat het gaat om een professioneel samenwerkingsverband.

  • 4. De subsidie wordt uitsluitend aangevraagd met gebruikmaking van het daarvoor vastgestelde digitale aanvraagformulier en een akkoord op de voorwaarden.

  • 5. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevuld aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Letterenfonds en vergezeld gaat van de vereiste bijlagen.

  • 6. Aanvragen kunnen, na een afwijzend besluit op grond van de toets aan de beoordelingscriteria, als genoemd in artikel 7, niet meer opnieuw worden ingediend.

  • 7. Een aanvraag die niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling wordt afgewezen.

  • 8. Het bestuur wijst de aanvraag af als de aanvrager doelen nastreeft, activiteiten ontplooit of handelingen verricht die in strijd zijn met het recht, het algemeen belang of de openbare orde.

  • 9. Het bestuur wijst aanvragen af als het subsidieplafond van de regeling is bereikt.

Artikel 6. Indieningsperiode

De termijn voor het indienen van een aanvraag wordt bekend gemaakt via de website www.letterenfonds.nl en de websites van alle andere Rijkscultuurfondsen.

Artikel 7. Beoordelingscriteria

  • 1. De aanvraag wordt getoetst aan de in artikel 2, 3 en 4 genoemde voorwaarden. Het bestuur behoudt zich het recht voor om aanvragen van dezelfde aanvrager te bundelen.

  • 2. De aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

    • a. de staat van dienst van de culturele maker.

    • b. de realiteitszin en het nut van het plan en of deze in lijn ligt met de praktijk van de maker.

    • c. de realiteitszin van de bijgevoegde begroting.

    • d. de professionaliteit van de instelling.

    • e. de begroting, waaronder de verantwoording van eventuele organisatiekosten door de instelling.

Artikel 8. Adviezen

  • 1. Er wordt een poule samengesteld van externe adviseurs uit ieder deelnemend Rijkscultuurfonds.

  • 2. Aanvragen die in aanmerking komen voor een inhoudelijke beoordeling worden voor advies voorgelegd aan een externe adviseur.

  • 3. Iedere aanvraag wordt door tenminste één adviseur beoordeeld.

  • 4. De externe adviseur beoordeelt de aanvragen op basis van de beoordelingscriteria genoemd in artikel 7 en adviseert over al het al dan niet toewijzen van de aanvragen.

Artikel 9. Hoogte van het bedrag

  • 1. De subsidie bedraagt maximaal € 9.000,– per maker.

  • 2. Bovenop de vergoeding voor de maker mag maximaal tien procent van de subsidie worden besteed aan de organisatiekosten van de instelling.

  • 3. Onder deze organisatiekosten vallen kosten voor het contact met de culturele maker, kosten voor het overboeken van de vergoeding naar de culturele maker en organisatiekosten die verbonden zijn aan eventuele samenwerking tussen de maker en de instelling.

Artikel 10. Aanvraagperiode, verdelingssysteem en subsidieplafond

  • 1. De aanvraagperiode loopt vanaf de dag na publicatie van de regeling in de Staatscourant tot 15 november 2022.

  • 2. Het bestuur behandelt de aanvragen op volgorde van binnenkomst.

  • 3. Met inachtneming van artikel 11, vijfde lid, van het algemeen reglement, geldt als datum van ontvangst de datum waarop het Letterenfonds de volledige aanvraag heeft ontvangen.

  • 4. Het subsidieplafond bedraagt € 945.000. Eventuele wijzigingen van dit plafond worden bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

Artikel 11. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidie wordt door de ontvanger geheel besteed aan het uitkeren van een vergoeding aan de culturele maker waarbij maximaal € 900 bovenop de subsidie mag worden aangevraagd door de ontvanger voor organisatiekosten.

  • 2. De overboeking van de vergoeding aan de culturele maker dient uiterlijk vier weken na ontvangst van de subsidie te zijn gedaan.

  • 3. Indien de vergoeding niet binnen vier weken na ontvangst van de subsidie wordt overgeboekt, maakt de subsidieontvanger de redenen hiervoor zo snel mogelijk kenbaar aan het bestuur.

  • 4. De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het bestuur als er aanzienlijke artistieke, inhoudelijke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van de aanvraag op basis waarvan subsidie is verstrekt.

Artikel 12. Verlening en vaststelling

  • 1. Bij het verlenen van een subsidie geeft het bestuur direct een beschikking tot vaststelling.

  • 2. Binnen vier weken na het bericht over de toekenning wordt de subsidie overgemaakt.

Artikel 13. Termijnen

Binnen vier weken na indiening ontvangt de aanvrager bericht over de aanvraag. Als er onduidelijkheden zijn in de aanvraag dan neemt uitvoerder, namens het bestuur, contact op met de aanvrager. Eventuele aanvullende informatie dient binnen vijf werkdagen te worden aangeleverd.

Artikel 14. Intrekkings-en wijzigingsgronden subsidievaststelling

  • 1. Het bestuur kan de subsidievaststelling intrekken of wijzigen als de aanvrager niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2. Als het bestuur constateert dat substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, kan het bestuur de subsidievaststelling intrekken of wijzigen.

Artikel 15. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en eindigt op 31 december 2022.

Artikel 17. Slot- en overgangsbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

  • 2. Naast en in aanvulling op deze regeling zijn de bepalingen in het Algemeen reglement Nederlands Letterenfonds van toepassing.

  • 3. Deze regeling is vastgesteld op 15 juni 2022 door het bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als Regeling Steunfonds Oekraïense makers.

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds, Voor deze, T.R.F.M. Perez, directeur-bestuurder

Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Letterenfonds www.letterenfonds.nl

TOELICHTING

Het kabinet heeft extra middelen beschikbaar gesteld aan de Rijkscultuurfondsen om kunstenaars te ondersteunen die voor de Russische agressie in Oekraïne gevlucht zijn. Daarmee kunnen deze makers uit Oekraïne en Rusland hun culturele en creatieve beroepen tijdelijk blijven uitoefenen in Nederland. De ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Buitenlandse Zaken (BZ) stellen elk 500.000 euro beschikbaar.

Het Nederlands Letterenfonds treedt op als penvoerder namens de zes Rijkscultuurfondsen en voert de regeling uit. De zes Rijkscultuurfondsen zijn: het Fonds Podiumkunsten, het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, het Mondriaan Fonds, het Filmfonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Nederlands Letterenfonds.

De regeling is bedoeld voor culturele en creatieve makers en uitvoerders in alle sectoren: film, podiumkunsten, letteren, erfgoed en beeldende kunst, creatieve industrie. Met de subsidie kunnen zij bijvoorbeeld een atelierruimte huren of hulpmiddelen aanschaffen zoals apparatuur, gereedschap of materialen. Ook kan de subsidie dienen als een tegemoetkoming in de kosten van bijvoorbeeld een project, tournee of een residentie in samenwerking met de Nederlandse cultuurinstelling. De Rijkscultuurfondsen moedigen deze samenwerking tussen de instellingen en culturele makers uit Oekraïne of Rusland ten zeerste aan.

Met de regeling kunnen zowel culturele en creatieve makers met een Oekraïens paspoort als een Russisch paspoort gesteund worden die tijdens het uitbreken van het conflict woonachtig waren in Oekraïne of Rusland. Ook uit Rusland zijn onafhankelijke kunstenaars gevlucht door het Russische regime. Deze dissidente makers uit Rusland kunnen worden ondersteund met deze regeling.

De regeling is bedoeld om op korte termijn tijdelijk steun te bieden aan culturele makers getroffen door de invasie door het Russisch regime. De middelen zijn niet toereikend om langdurige ondersteuning te geven.

Naar boven